Tom Lemahieu
‘Vrijwilligerswerk is te kostbaar om het te verwarren met statuten die op winst gericht zijn’
‘Vrijwilligerswerk en flexijobs zijn niet hetzelfde’, schrijft Tom Lemahieu (Howest) naar aanleiding van een recent voorstel van Gwendolyn Rutten om mensen tot 500 euro per maand belastingvrij te laten bijverdienen.
Open VLD-voorzitter Gwendolyn Rutten lanceerde woensdag in De Tijd het regelmatig terugkerende idee om mensen onbelast 500 euro per maand te laten bij verdienen. Flexijobs dus, die ze wil uitbreiden naar iedereen die werkt of gewerkt heeft. Daar valt heel wat over te zeggen door voor- en tegenstanders. En toch ga ik niet in op louter het gegeven van de flexijobs.
De flexijobs die Rutten voorstelt, zouden mensen kansen moeten geven, zouden de economie aanzwengelen. Het voorstel gaat – en ik baseer me op de website van Open VLD – over mensen die iets willen bijverdienen, over occasioneel werk, over mensen die iets voor een ander mens willen doen. Op de site van Open VLD kan je verder lezen dat deze prestaties vandaag zwaar belast worden, ofwel in het zwart gebeuren. Dat zal ongetwijfeld waar zijn… al wil de sociaal-cultureel werker in mij toch graag benadrukken dat mensen die iets voor een ander mens willen doen dat ook (en misschien wel vooral) via vrijwilligerswerk kunnen doen.
‘Vrijwilligerswerk is te kostbaar om het te verwarren met statuten die op winst gericht zijn’
Mevrouw Rutten heeft het in het interview met De Tijd ook over vrijwilligers, maar dan vanuit een heel andere insteek. Zij stelt dat de belastingsvrije vergoeding van 500 euro per maand ook een oplossing zou zijn voor vele vrijwilligers. De voorbeelden die mevrouw Rutten aanhaalt zijn de man die de voetbalkantine openhoudt of de vrijwilligers van het Rode Kruis. Zij zouden op deze manier een fatsoenlijke vergoeding kunnen krijgen, zonder dat ze problemen krijgen met de fiscus. Ik citeer mevrouw Rutten: ‘Het vrijwilligersstatuut biedt geen soelaas’.
Uiteraard biedt de vrijwilligerswet geen soelaas. Immers: die wet is helemaal niet bedoeld om mensen op een fiscaal vriendelijke manier iets te laten bijverdienen. De vrijwilligerswet is er om de talloze vrijwilligers in dit land – mensen die zich belangeloos inzetten voor het belang van anderen – een degelijke bescherming te bieden. Een degelijke verzekering, een betrouwbare aansprakelijkheidsregeling, een faire regeling voor de terugbetaling van onkosten…
Ik probeer niet te denken aan de maatschappelijke impact die het zou hebben als politici vrijwilligerswerk gaan beschouwen als flexijob, als bijverdienste.
In een wetsvoorstel dat Open VLD-politica Maggie De Block (samen met haar Vlaamse collega Sven Gatz) nog lanceerde in maart 2017 werd een lans gebroken voor een betere bescherming van vrijwilligers.
‘De ‘vergoedingen’ die momenteel in de vrijwilligerswet voorzien zijn, zijn onkostenvergoedingen. Van enig winstbejag is dus geen sprake.’
Het uitgangspunt was duidelijk: vrijwilligers spelen immers een cruciale en onmisbare rol in onze maatschappij. Net om dié reden valt het te betreuren dat de voorzitster van Open VLD de woorden bijverdienen en vrijwilligerswerk haast in één adem noemt, want het gaat hier wel degelijk om twee totaal verschillende dingen. Vrijwilligers werken per defintie onbezoldigd. De ‘vergoedingen’ die momenteel in de vrijwilligerswet voorzien zijn, zijn onkostenvergoedingen. Van enig winstbejag is dus geen sprake. Een expliciete keuze voor de term onkostenvergoeding was trouwens een van de elementen in het wetsvoorstel van Minister De Block.
Vrijwilligers naast winstbejag zetten, legt een druk op enerzijds de prestaties van vrijwilligers en anderzijds de werking van organisaties die met vrijwilligers werken. Voor veel mensen wordt de lijn tussen bijverdienen en vrijwilligerswerk daardoor onnodig vaag gemaakt. Het kan bovendien een obstakel zijn voor organisaties die échte vrijwilligers willen werven. Het risico bestaat immers dat sommige mensen in dit geval beide statuten zullen verwarren, dat ze zullen kiezen voor betaalde fiscaalvriendelijke arbeid in plaats van voor vrijwilligerswerk. Daarmee is de maatschappij niet positief gediend.
Bijkomend geldt: als vrijwilligerswerk doorkruist wordt door hogere vergoedingen, zal dat bijzonder nefast zijn voor dié organisaties die écht afhankelijk zijn van vrijwilligers. Ik heb het dan over organisaties die onder de huidige regelgeving amper in staat zijn om de onkosten van hun vrijwilligers te vergoeden. Voor heel wat organisaties zijn de huidige forfaitaire bedragen onhaalbaar. Voor sommigen is zelfs de terugbetaling van de werkelijke onkosten een onbegonnen zaak. Het is niet ondenkbeeldig dat deze organisaties het op termijn moeilijk zullen hebben om vrijwilligers te werven. Ik ben mij ervan bewust dat er in dit geval vraagtekens geplaatst kunnen worden bij de drijfveer van die ‘vrijwillgers’, maar dat weerhoudt me er niet van om het risico te vermelden.
‘Als mensen stellen dat de huidige vrijwilligerswet onvoldoende soelaas biedt om mensen fiscaalvriendelijk te vergoeden, dan heeft men het eigenlijk niet over vrijwilligerswerk. Eigenlijk gaat het dan over organisaties die het luik over de onkostenvergoedingen in de vrijwilligerswet misbruiken.’
Laten we eerlijk zijn: als mensen stellen dat de huidige vrijwilligerswet onvoldoende soelaas biedt om mensen fiscaalvriendelijk te vergoeden, dan heeft men het eigenlijk niet over vrijwilligerswerk. Eigenlijk gaat het dan over organisaties die het luik over de onkostenvergoedingen in de vrijwilligerswet misbruiken. Zwartwerk gedekt door een wet, zo je wil. Ik kan me niet voorstellen dat dit het doel van dit voorstel van Open VLD kan zijn. Het is in schril contrast met de uitgangspunten van het actieplan vrijwilligerswerk waarvoor Sven Gatz al ruime tijd ijvert. Het wringt met het wetsvoorstel van Maggie De Block. En het is vooral een aanfluiting voor de belangeloze inzet van talloze vrijwilligers die hoegenaamd niet bezig zijn persoonlijk gewin.
Nog dit: laat dit stuk geen aanklacht zijn tegen mensen die iets willen bijverdienen, tegen mensen die zich vragen stellen bij de spanning tussen hun bruto- en hun nettovergoeding. Ik heb het volste begrip voor hun vragen. Maar ik neem me de vrijheid om te benadrukken dat zij geen vrijwilligers zijn.
Ergens hoop ik dat Gwendolyn Rutten heel binnnenkort zegt dat die passage over vrijwilligers een slip of the tongue was. Een vergissing. En dat ze luidop zal verklaren dat vrijwilligerswerk te kostbaar is om het te verwarren met statuten die op winst gericht zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier