Kim De Witte (PVDA)
‘Voer een maximumfactuur in voor onze woonzorgcentra’
‘Wij willen een maximumfactuur voor de rusthuizen’, schrijft Vlaams volksvertegenwoordiger Kim De Witte (PVDA). ‘Die maximumfactuur mag niet hoger zijn dan het pensioen.’
De prijzen voor rust- en verzorgingstehuizen swingen de pan uit. Gemiddeld bedraagt de basisprijs in Vlaanderen nu al 1.728 euro per maand. Daar komen dan doorgaans nog kosten bovenop: voor de was, de dokter, de kapper, geneesmiddelen, uitstapjes, festiviteiten. Als je weet dat minder dan tien procent van de Belgen een pensioen heeft boven de 1.728 euro, dan is de rekening snel gemaakt: wie kan dat nog betalen? Wie geen stevige spaarpot heeft of geen eigen huis om te verkopen, moet aankloppen bij het OCMW. En twee op drie OCMW’s sturen de factuur door naar de kinderen. Een kind met een jaarinkomen van 42.000 euro zonder personen ten laste moet volgens de wet elke maand 327 euro bijleggen aan de rusthuisfactuur van mama of papa. Een kind met twee personen ten laste moet 191 euro per maand ophoesten. Uitzonderingen zijn mogelijk als de relatie verzuurd is of de draagkracht bij de kinderen ontbreekt.
Vermarkting en veel te lage personeelsnormen
‘Waarom zijn de prijzen voor rusthuizen zo hoog’, vraagt Herman mij per mail. ‘Mijn moeder zit in een klein kamertje met twee verpleegsters voor meer dan twintig oudjes.’ Renate uit Nederland schrijft: ‘Hier betaal je 1.000 euro voor een rusthuis. Waarom liggen die prijzen in Vlaanderen zoveel hoger?’
De oorzaak van de ontsporing van de prijzen ligt bij de veel te lage personeelsnormen en de vermarkting van de ouderenzorg. Voor 30 minder zwaar zorgbehoevende bewoners voorziet Vlaanderen nu een personeelsnorm van 0,5 voltijdse zorgverleners. Volgens een studie van de KU Leuven zouden dat er eigenlijk 5 zouden moeten zijn. Het gevolg is dat woonzorgcentra meer personeel in dienst hebben dan wettelijk voorgeschreven. Dat extra personeel – vaak nog te weinig om een goede zorg te verlenen – moet betaald worden met geld van de bewoners.
Voer een maximumfactuur in voor onze woonzorgcentra.
Ook voor zwaar zorgbehoevenden liggen de personeelsnormen te laag. Want al vijf jaar lang worden er geen nieuwe erkenningen meer afgeleverd voor bedden voor zwaar zorgbehoevenden. Meer dan 15.000 zwaar zorgbehoevenden worden niet als dusdanig erkend. Tijdens de vorige legislatuur schrapte de Vlaamse regering ook de subsidies voor animatie in de woonzorgcentra: het gaat hier niet alleen over bingo-namiddagen of kien-avonden, ook over uitstapjes, voorleesgroepen, turnlessen, samen muziek maken, kortom allerlei cruciale activiteiten die de gezondheid en het welzijn van onze ouderen bevorderen.
Naast de veel te lage personeelsnormen is er ook een snelle privatisering van de sector. De Vlaamse regering schuift haar verantwoordelijkheid af naar de private markt. Multinationals spreken luidop over de ‘silver economy’ en de vergroting van ‘hun marktaandeel’. Orpea, een multinational die zo’n 61.000 bedden heeft in Europa, draaide vorig jaar een omzet van 3,4 miljard euro en boekte daarop een winst 411 miljoen euro. Armonea, de Belgische marktleider, realiseerde vorige jaar een omzet van een half miljard euro en boekte daarop een winst van 40 miljoen euro. Winstmarges van 8 tot 12 procent. Veel bedrijven kunnen daar alleen maar van dromen.
Maximumfactuur en verhoging RIZIV-subsidies
Het aantal 80-plussers in ons land evolueert van 5,4 procent vandaag naar 6,3 procent in 2030. Dat is geen tsunami, wel een geleidelijke toename. Ouderen hebben jarenlang bijgedragen aan onze samenleving. Die samenleving moet nu ook de organisatie van een goede én betaalbare zorg op zich nemen.
De personeelsnormen moeten omhoog. Dan moeten rusthuizen geen woekerprijzen meer vragen aan de bewoners. Dan kan er ook een goede zorg worden verleend én een maximumfactuur worden geïnstalleerd. Die factuur mag nooit hoger zijn dan het pensioen van de betrokkene. Als de federale regering de pensioenen verhoogt – zoals plechtig beloofd door alle partijen tijdens de kiescampagne – wordt dat een haalbare kaart.
Volgens Zorgnet-Icuro, de koepel van de vzw-rusthuizen, is er 2 miljard euro extra nodig om een goede ouderenzorg te kunnen voorzien. De verhoging van de Vlaamse zorgpremie ligt wellicht al op tafel bij de Vlaamse regeringsonderhandelingen. Maar dat is niet de juiste piste. De Vlaamse zorgpremie is een forfaitaire taks, volledig in strijd met het principe dat de breedste schouders de grootste bijdragen betalen.
Sinds 1 januari 2019 ligt de financiering van het zorgpersoneel in de rusthuizen volledig bij Vlaanderen. Vanaf 1 juli 2019 komt daar ook de financiering van het ondersteunend personeel bij. De RIZIV-subsidies voor die personeelskosten gaan over van het federale naar het Vlaamse niveau. Die subsidies moeten voldoende hoog zijn om de juiste personeelsnormen te dragen.
De sociale zekerheid is perfect betaalbaar als we stoppen met de financiering ervan uit te hollen.
Ouderenzorg is een onderdeel van de sociale zekerheid. De afsplitsing ervan is een stap achteruit, zowel voor de zorgbehoevende ouderen als de Vlamingen die hun zorgpremie – een forfaitaire taks – jaar na jaar zien stijgen. De sociale zekerheid is perfect betaalbaar als we stoppen met de financiering ervan uit te hollen: taxshiften, vrijstellingen, subsidies aan multinationals en grote bedrijven die dat niet nodig hebben. Volgens het federaal planbureau liepen deze cadeaus in 2018 al op tot 16,03 miljard euro. Met één achtste ervan kunnen wij de personeelsnorm in de ouderenzorg optrekken naar het niveau dat nodig is. Dan hebben we zelfs nog niet gesproken over andere bronnen van herfinanciering van onze sociale zekerheid, zoals de invoering van een miljonairstaks of doortastende maatregelen tegen de grote fiscale fraude.
De welvaart in Vlaanderen is tijdens de afgelopen regeerperiode met meer dan 40 procent toegenomen, zo zei minister-president Geert Bourgeois. Een goede en betaalbare ouderenzorg is dan ook een kwestie van keuzes, niet van welvaart of budget.
Miljonairstaks
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier