Vluchtmisdrijf: ‘Sommigen hebben totaal geen moreel besef’
‘Vluchtmisdrijf wordt zwaarder bestraft dan rijden onder invloed’, zegt Stef Willems van het Vias Institute.
2 JANUARI 2017
In Bree wordt een 91-jarige vrouw met rollator doodgereden aan een oversteekplaats. De 21-jarige bestuurster van de auto pleegt vluchtmisdrijf. De roep om strengere straffen wordt luider.
Het lijkt alsof vluchtmisdrijf in de lift zit. Klopt dat?
Stef Willems: De laatste drie jaar blijven ‘letselongevallen’ met vluchtmisdrijf vrij stabiel. In 2016 waren dat er 4426 met 21 doden, een jaar eerder waren het er 4273 met 27 doden, en in 2014 4396 met 30 doden. Maar vluchtmisdrijf komt meer in het nieuws en wordt ook steeds meer gestigmatiseerd. Het is goed dat het gepresenteerd wordt als gedrag dat nooit getolereerd kan worden. Bij vluchtmisdrijf veroorzaak je onnoemlijk veel leed aan het slachtoffer en aan de familie. Zij kunnen niet begrijpen waarom een chauffeur wegvlucht en hun dierbare zomaar aan zijn lot overlaat.
De jonge vrouw in Bree vluchtte omdat ze naar eigen zeggen in paniek schoot.
Willems: Het is begrijpelijk dat mensen bij een ongeval panieken, maar niet dat ze hun slachtoffer aan zijn lot overlaten. Vorig jaar hebben we bij 853 bestuurders die na hun veroordeling voor vluchtmisdrijf bij ons een sensibiliseringscursus volgden, nagegaan waarom ze wegvluchtten. Ruim de helft was jonger dan 25 jaar op het moment van het vluchtmisdrijf en 86 procent waren mannen. 42 procent was onder invloed van alcohol en/of drugs, en 16 procent reed zonder geldig rijbewijs of verzekering. Alcohol en drugs zorgen er vaak voor dat chauffeurs na een ongeval geen rationele beslissingen kunnen nemen. Uit ons onderzoek blijkt ook dat een kleine groep een totaal gebrek aan moreel besef heeft. Voor sommigen geeft wegvluchten een kick: ze tarten het lot en maken zich geen zorgen over de gevolgen. Anderen houden er hun eigen moraal op na en zien het slachtoffer als dader. En dan heb je nog de bestuurders met een ‘hogere status’: meneer de burgemeester rijdt een fietser van de weg, maakt zich grote zorgen over zijn imago en geeft gas. In zowat alle gevallen van vluchtmisdrijf geloven chauffeurs dat ze ermee zullen wegkomen.
Voor sommigen geeft vluchten een kick: ze tarten het lot en maken zich geen zorgen over de gevolgen.
Moeten alle vluchtmisdrijfplegers verplicht een sensibiliseringscursus volgen?
Willems: Nee, politierechters beslissen daar autonoom over, en de ene ziet er al meer heil in dan de andere. Een cursus duurt ongeveer twintig uur en wordt gegeven aan groepen van maximaal tien deelnemers. Dat zijn niet allemaal vluchtmisdrijfplegers, maar ook mensen die andere ernstige verkeersovertredingen begaan hebben. Er wordt nagegaan waarom ze zich in het verkeer misdragen hebben en of ze zich bewust zijn van de risico’s. Buitenlandse onderzoeken tonen aan dat mensen na zo’n cursus niet of minder snel recidiveren.
Er wordt opgeroepen om vluchtmisdrijfplegers zwaarder te straffen. Als er doden vallen, pleiten sommigen ervoor om hen te behandelen als moordenaars.
Willems: In juli heeft de regering beslist dat de straffen voor een letselongeval met vluchtmisdrijf verzwaard worden. Tot dan was de maximumstraf twee jaar cel; nu wordt dat drie jaar en een boete tot 5000 euro. Als er doden vallen, wordt dat vier jaar gevangenis, en de bestuurder verliest zijn rijbewijs voor minstens drie maanden. De straf voor vluchtmisdrijf is nu zwaarder dan de straf voor rijden onder invloed.
Knacks jaaroverzicht 2017
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier