De (s)preekstoel van Knack.be
‘Vluchtelingen zijn een test voor onze maatschappij om werkelijk gastvrij te zijn’
Naar aanleiding van de Internationale Dag van de Vluchteling had Don Zeeman van de Evangelische Aliantie Vlaanderen (EAV) een interview met Sjaak van Leijenhorst, die zich met zijn vzw Gave Veste inzet voor vluchtelingen. ‘Natuurlijk zitten er profiteurs tussen, maar meestal zijn de mensen oprecht.’
“Vluchtelingen zijn een test voor onze maatschappij om werkelijk gastvrij te zijn, om liefdevol bij hen betrokken te zijn. Stellen we ons als samenleving open voor deze mensen of wijzen we ze consequent af?” Sjaak Van Leijenhorst van de v.z.w. Gave Veste heeft een originele visie op de vluchtelingencrisis waar veel mensen de laatste jaren de mond – en soms ook de buik – van vol hebben. Hij beschouwt de recente toestroom niet als een plaag, maar als een uitdaging. Een gesprek met een bevlogen man, naar aanleiding van de Dag van de Vluchteling van de Verenigde Naties, ieder jaar op 20 juni.
‘Vluchtelingen zijn een test voor onze maatschappij om werkelijk gastvrij te zijn’
Van Leijenhorst is al een tijd met vluchtelingen bezig. Hij maakte voor het eerst met ze kennis tijdens zijn theologische opleiding in Nederland. Een ongebruikelijke invalshoek, want je zou eerder denken aan belangstelling vanuit de sociale sector. Maar tijdens een van de stages ontdekte hij naar eigen zeggen in een asielzoekerscentrum zijn ’talent’ om op een spontane manier met deze mensen om te gaan. Sjaak werd vooral getroffen door de dankbaarheid van de asielzoekers en in die tijd ontstonden er diepe vriendschappen. Misschien waren die te danken aan het feit dat mensen die alles kwijt zijn zich aan iedereen vastklampen, maar het inspireerde hem om met dit werk door te gaan.
Christelijke plicht
De eerste tien jaar als verantwoordelijke bij de Nederlandse ‘Stichting Gave’, daarna als directeur van de Belgische tak van de organisatie. Hij beschouwt het als een voorrecht hiermee bezig te zijn. Tegelijk ziet hij het als een ‘christelijke plicht’ om hart en huis open te stellen voor de vluchtende medemens. “Je kunt je hoofd in het zand steken en doen alsof ze er niet zijn, maar dan verstop je jezelf voor de werkelijkheid en voor wat er zich afspeelt in de hele wereld”.
Werk is er alleszins genoeg, want de vluchtelingenstroom groeide door de jaren heen. Om daar op een goede manier mee om te gaan, bleek niet simpel voor onze maatschappij. Er zijn hartverwarmende voorbeelden van medeleven, maar ook het wantrouwen zit diep. Hoe zie je uiteindelijk het verschil tussen een hopeloze vluchteling en een doorgewinterde profiteur? Zijn jarenlange ervaring leverde van Leijenhorst wel wat inzicht op: “Natuurlijk zitten er profiteurs tussen, maar meestal zijn de mensen oprecht – ik ken heel schrijnende verhalen. Daarbij zijn het vaak de profiteurs die het hardste roepen. Echte vluchtelingen houden zich doorgaans stil, die dringen zich niet op: ze hebben veel ellende meegemaakt en hebben moeite om contact te leggen. Juist die mensen ga ik opzoeken in de asielcentra – op sommige plaatsen kun je hen vrij bezoeken. Via mijn netwerk komen er veel vragen binnen en dan ga ik op pad”.
Vluchteling of immigrant?
Een vluchteling is volgens de Conventie van Genève kort gezegd een persoon die uit gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of vanwege zijn politieke overtuiging, zich bevindt buiten het land waarvan hij de nationaliteit bezit, en die niet kan terugkeren naar zijn gewone verblijfplaats.
Iemand die op de vlucht is in eigen land noemen we een ontheemde – al is er in de praktijk weinig verschil wat levensomstandigheden betreft. Als mensen op de vlucht slaan voor hongersnoden en natuurrampen en hier een beter onderkomen zoeken, dan spreken we van migranten. Die mensen worden over het algemeen niet erkend als vluchteling en krijgen geen asiel.
Maakt het voor uw organisatie veel verschil om welke reden iemand hier naartoe is gekomen?
‘Nee, wij benaderen iedereen als mens, of die hier nu tijdelijk is en na verloop van tijd weer terug moet of dat hij hier mag blijven. Het is de overheid die de beslissingen neemt. Wij willen de mensen gewoon verder helpen. Als ze hier een tijd zijn geweest en weer terug moeten, dan zijn ze toch geholpen geweest, en wie weet kunnen ze in hun thuisland een beter leven opbouwen.’
Sjaak van Leijenhorst steekt niet onder stoelen of banken dat Gave Veste vertrekt vanuit een christelijke inspiratie. Maar hij beseft ook dat het grootste deel van de asielzoekers een andere godsdienstige achtergrond heeft: “Momenteel bestaat de minderheid uit christenen. In 75 tot 80 procent gaat het om moslims. Er zijn ook nog wel wat Hindoes en boeddhisten uit Aziatische landen, en een enkele keer gaat het om een atheïst”.
Dat hij regelmatig over zijn geloof spreekt, vindt hij gezien zijn opleiding evident, maar hoe denken de vluchtelingen daarover? “Voor westerlingen klinkt dat inderdaad heel vreemd, maar voor mensen uit die landen is geloof helemaal geen privé-zaak: het hoort er gewoon bij. Je praat met vluchtelingen net zo gemakkelijk over geloof als over het weer of over het eten. Voor hen hoort het er helemaal bij: wat geloof je, dat willen ze al vanaf het begin weten. Op die manier weten ze wat ze aan je hebben en de vragen komen snel los. Voor ons is dat allemaal privé, je merkt dus ook hier een groot cultuurverschil”.
U spreekt over de liefde van God, maar de mensen komen niet naar België om die liefde te zoeken …
“Nee, ze komen voor beschutting en bescherming. Natuurlijk moet er in de eerste plaats in de basisbehoeften worden voorzien. Dat wordt voor het grootse deel door de overheid gedaan en waar dat niet het geval is, kunnen de kerken tijdelijk hun bijdrage leveren. Vanuit de Bijbel gezien zouden christenen die praktische hulp ook moeten bieden. Maar de gelovigen kunnen vooral inspelen op de geestelijke behoeften van de vreemdelingen – op dat vlak speelt de overheid in feite geen rol. Het zou jammer zijn als de mensen alleen maar materiële hulp zouden ontvangen zonder dat ze iets horen over het evangelie van Gods liefde”.
Manifest
Om duidelijk te maken hoe je op een positieve manier met vluchtelingen kunt omgaan, heeft Gave Veste een manifest opgesteld dat ondertekend werd door een hele reeks van Protestants-Evangelische en Rooms-Katholieke organisaties. Met die intentieverklaring wil de vereniging een genuanceerde aanpak promoten, die realisme boven naïviteit stelt. De problematiek mag niet geminimaliseerd, maar ook niet opgeblazen worden. De slogan is ‘sta op voor vluchtelingen‘ en opkomen voor het recht is daarbij een belangrijk uitgangsprincipe.
Zo lezen we : “Ik heb het niet aan mijzelf te danken dat ik leef in een vrij en welvarend land. Ik weet dat God voor iedere mens de zon laat opgaan. Daarom bescherm ik ook de rechten van mijn gevluchte medemens, zoals die in onze christelijke traditie en de Belgische grondwet verankerd. Ik wil eraan meewerken dat ieder mens in ons land eerlijk en rechtvaardig behandeld wordt”. Een opvallend punt in de tekst is: “ik bid voor hen die haten, want ik geloof in de kracht van het gebed. Ook als ik mensen tegenkom die beheerst woorden door haat tegen het westen, tegen christenen of vluchtelingen, zal ik bidden dat zij Jezus Christus als oorsprong en doel van hun leven gaan erkennen. Dat doe ik omdat ik besef dat ook ik iedere dag leef van genade… ”
Het manifest maakt verder duidelijk dat werken met vluchtelingen een zaak van trouw en volharding is. Ook al verloopt de opvang niet altijd gemakkelijk, toch is het belangrijk om de vluchteling niet te laten vallen. Het geloofsgetuigenis speelt een belangrijke rol: “Ik getuig, want alleen Jezus Christus redt en geneest mensen van binnenuit. Over Gods liefde wil ik niet zwijgen, maar spreken. Mijn getuigenis is als een zaadje dat geplant wordt, uitgroeit en vrucht draagt in de levens van vluchtelingen”.
Inburgering als sleutel tot succes
De overheid doet veel om de nieuwkomers zo snel mogelijk te laten integreren, maar volgens van Leijenhorst gaat de inburgering het snelste op het persoonlijke niveau: ‘Er zouden veel meer contacten moeten zijn tussen Vlamingen en vluchtelingen, en dat geldt overigens niet alleen voor christenen. Jammer genoeg zijn veel mensen hier veel te druk met zichzelf en hun eigen carrière bezig; we hebben het allemaal druk, druk, druk …. Natuurlijk, vriendschappen kosten tijd en energie, maar je krijgt er veel voor terug.’
De Bijbel roept op om de vreemdelingen lief te hebben en te helpen. In het Israël van het Oude Testament wist men waarover het ging: de Joden waren oorspronkelijk zelf ook vluchtelingen en een belangrijk deel van de bevolking was van vreemde origine. Maar verschilt de Bijbelse aanpak dan zoveel van de seculiere? “Het heeft in ieder geval iets van onvoorwaardelijke liefde. Dat is een weerspiegeling van Gods liefde voor de mensheid. Je moet er niet iets voor terug willen ontvangen, zoals dat in de maatschappij vaak het geval is”.
Is dat toch niet net iets te zweverig in de harde vluchtelingenwereld?
“Je moet natuurlijk wel nuchter blijven en je mag grenzen stellen. De kans zit er altijd in dat mensen misbruik van je maken, dus moet je realistisch blijven. Toch kies ik voor de weg van de zachtmoedigheid, want in de zaligsprekingen staat dat de zachtmoedigen het land zullen beërven. Dat houdt ook in dat je niet met haat gaat reageren op de zware aanslagen zoals we die gekend hebben. Overigens, de terroristen zijn doorgaans mensen die in West Europa zijn geboren – ze zijn zelden meegekomen in de vluchtelingenstroom. Ze zijn extreem geworden door de negatieve ervaringen in de samenleving hier”.
Schijnchristenen en schijnhomo’s
De Belgische overheid zal niet snel iemand naar het land van herkomst terug sturen als het gaat om een christen die een moslimland ontvlucht is. Is iemand een moslim en bekeert hij zich hier tot het christendom, dan biedt dat een extra kans op asiel. Een ideale gelegenheid dus ook om misbruik te maken door te doen alsof … ?
‘Werken met vluchtelingen is vooral een kwestie van geduld – snelle resultaten worden zelden geboekt.
Bekering is dan een variant op het schijnhuwelijk. Sjaak Van Leijenhorst onderkent dat gevaar: “De overheid is alert: je moet bewijzen dat je christen bent en je moet het ook blijven. Je krijgt hooguit een tijdelijke verblijfsvergunning van 5 jaar en dat ze aan het einde daarvan gaan ze je overtuiging opnieuw testen. Merkt men dan dat je niets meer het christendom hebt, dan sturen ze je alsnog terug, al vraag ik me af hoe ze dat echt kunnen controleren. Je hebt zeker het gevaar van ‘schijnchristenen’, net zoals er tegenwoordig ‘schijnhomo’s’ zijn: mannen die uit landen als Ghana en Sierra Leone komen en hier asiel vragen omdat ze daar als homo groot gevaar lopen te worden vermoord.’
‘Je ziet soms dat ze, na de erkenning, een vriendin hebben en een gezin stichten. Doen alsof is altijd mogelijk, maar als het doorprikt wordt, kan een verblijfsvergunning ook weer ingetrokken worden. Gelukkig kom ik maar sporadisch misbruik tegen en vaak heb je het ook wel door. Ik merk dat ex-moslims die oprecht christen worden hierover vaak vertellen aan hunislamitische volksgenoten, waardoor ook zij christen worden.’
Werken met vluchtelingen is vooral een kwestie van geduld – snelle resultaten worden zelden geboekt. Mensen kunnen zich niet in een paar dagen integreren. De inspanningen leveren ook teleurstellingen op. Maar de goede resultaten houden Sjaak van Leijenhorst en zijn team van Gave Veste overeind.
Meer info: www.gaveveste.be
De (s)preekstoel van Knack.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier