Vlaming in Vreemdelingenlegioen: ‘Veel vrijwilligers ondervonden snel dat dit niet om mee te lachen is’
‘Na de raketinslagen op onze barakken zijn heel wat buitenlandse vrijwilligers van het vreemdelingenlegioen naar huis teruggekeerd.’ Dat zegt de Vlaming Jean Louis vanuit Oekraïne.
Zondagavond 13 maart werd de kazerne waar Jean Louis en honderden andere buitenlandse vrijheidsstrijders verbleven zwaar gebombardeerd door Russische kruisrakketen. Dat gebeurde in het militair opleidingscentrum Yavoriv vlak bij de Poolse grens. Daarbij lieten volgens de eerste berichten 35 militairen het leven. Knack en VRTNWS hadden contact met Vlaamse soldaten ter plaatse.
Knack sprak met Jean Louis, die het wel van zeer dichtbij meemaakte. ‘Een van die raketten sloeg in op ongeveer 300 meter van waar wij sliepen. In mijn peloton waren geen zwaargewonden. Wel enkele lichtgewonden door rondvliegende glasscherven. Je moet weten dat bij een bominslag meer mensen sterven door rondvliegend glas dan door shrapnel van de bom. De lichamelijke schade viel mee omdat de ramen stevig waren afgeplakt met karton uit voorzorg tegen een explosie en ook om geen licht weg te geven. Er waren ook enkele vrijwilligers die een verzwikte enkel opliepen omdat ze in paniek iets te snel de evacuatieroute namen in het bos naast onze barak.’
Wat gebeurde er daarna?
Jean Louis: Onze compagnie is meteen vertrokken omdat we in die kazerne te kwetsbaar waren. We hebben ons gehergroepeerd en een nieuw centrum opgezet in een kleinere stad waar het risico op bombardementen kleiner is en waar hopelijk ook minder Russische spionnen rondlopen die ons kunnen verraden.
Zijn die er?
Jean Louis: Heel veel. Russen en Oekraïners worden historisch gezien zijn als broers en zussen. Er wonen in Oekraïne veel Russen en sommigen worden goed betaald door het Russische leger om bij ons te infiltreren. Voor hen is dat makkelijk omdat ze al zo lang in het land wonen: voor de Oekraïners is het moeilijk om die spionnen te ontmaskeren. Eigenlijk vormen die infiltranten op dit ogenblik voor ons het grootste gevaar.
Zijn jullie nog voltallig?
Jean Louis: Nee, er zijn veel vrijwilligers opnieuw vertrokken. We moesten na die raketaanval drie, vier nachten buiten slapen, terwijl het flink vroor. Dat is uitputtend, ook voor jonge mannen die zeer sportief zijn. Voor mij is dat geen probleem want ik ben wel wat gewoon als bergbeklimmer. Ik vertelde u vorige week dat er zich Belgische vrijwilligers hadden aangemeld omdat ze dachten dat ze op een soort ruig vakantiekamp zouden vertrekken. Ze hebben snel ondervonden dat dit niet om mee te lachen is.
Zijn er veel gevlucht?
Jean Louis: Ik schat dat we nog met 150 vrijwilligers overblijven van de 250 waarmee we zijn begonnen. We zijn nu een kleinere maar professionelere groep.
Weet u of er ook Belgische vrijwilligers naar huis zijn teruggekeerd?
Jean Louis: Ja, verschilende. Wij moeten die jonge gasten ook ontmoedigen om naar hier te komen, want zonder enige ervaring zijn ze een vogel voor de kat – of in dit geval voor de Russische spionnen. Deze ‘deserteurs’ hadden blijkbaar gedacht dat het maar om een spelletje gaat, maar dit is een echte oorlog. Nee, het is erger. Het is echte terreur als je ziet hoe het Russische leger koelbloedig op burgerdoelwitten schiet om zo veel mogelijk slachtoffers te maken. Ik heb vijftien jaar in Afghanistan gewerkt. Ik weet dus wat terrorisme is, maar wat ik hier zie, heb ik nog nooit meegemaakt.
Dat is een straffe uitspraak.
Jean Louis: Ik heb in Afghanistan zelfmoordaanslagen meegemaakt, maar ik kan u zeggen dat de inslag van een kruisraket die je niet hoort aankomen een enorme indruk maakt en zéér angstaanjagend is. Zo’n bom zorgt voor een inslag van dertig, veertig meter diameter en doodt alles in een ruime cirkel daaromheen. Het Russische leger pleegt hier elke dag oorlogsmisdaden: door humanitaire corridors toe te staan en ze vervolgens te bombarderen, door een theater in Marioepol aan te vallen terwijl ze goed weten dat daar honderden burgers zich in kelders schuilhouden. Ik kan u verzekeren dat wij ons hier wel aan de conventie van Genève houden.
Hebt u ook overwogen om terug naar België te keren?
Jean Louis: Natuurlijk. Het is hier levensgevaarlijk. We zaten in een morele dip meteen na de aanslag. Mijn overste dacht op een bepaald ogenblik ook dat ik meer van nut zou zijn in Brussel, bijvoorbeeld door het organiseren van een hub om militair materieel te verzamelen, maar hij is van gedachte veranderd. Hij heeft mij hier nodig omdat ik redelijk veel logistieke ervaring heb opgedaan tijdens mijn jaren in Afghanistan. Ik ben hier ook een van de oudsten.
Dus u blijft?
Jean Louis: We gaan ons geen twee keer laten verrassen. Mijn werk is hier nog niet af. Ik wil dit dappere Oekraïense volk blijven helpen, whatever it takes.
Wordt u daar goed geïnformeerd over de gang van zaken?
Jean Louis: We hebben toegang tot alle media en ook tot sommige militaire inlichtingen die we krijgen van het Oekraïense leger. Ik geef bijvoorbeeld elke dag een tactisch-militaire briefing aan ons peloton.
Hoe moet het verder met het vreemdelingenlegioen?
Jean Louis: Na de aanslag was er even sprake van om het vreemdelingenlegioen op te doeken. Ook de Oekraïense legertop twijfelde, maar ik en anderen hebben aangedrongen om dat niet te doen. Het voordeel van de raketaanslag is dat zij die blijven zijn meer dan ooit geëngageerd zijn. Ik hoop wel dat het Oekraïense leger iets selectiever te werk gaat om vrijwilligers aan te nemen.
Waarom?
Jean Louis: Via sociale media krijgen wie nog altijd vragen van Belgen en andere Europeanen om zich aan te mogen melden, maar als je dan op hun Facebookpagina kijkt, zie je snel dat velen niet geschikt zijn en geen combat-ervaring hebben. Ik wil ook liever niet dat ze zich aanmelden vanwege ideologische redenen. Gisteren zag ik nog iemand die met een nazivlag op Facebook pronkte. Zulke lui moeten we hier niet hebben.
Volgens buitenlandse media zouden er heel wat extreemrechtse mensen zich aangemeld hebben bij het vreemdelingenlegioen.
Jean Louis: Ik word zo boos van die berichten. Natuurlijk zijn die hier, maar hoeveel? Ik weet het niet en we doen er alles aan om die gasten eruit te filteren. Er zullen ook wel extreemlinkse vrijwilligers zijn. Dat interesseert mij allemaal niet. Politiek is hier niet belangrijk. We hebben wel dappere en sterke mensen nodig die het Oekraïense volk willen helpen. Ik wil ook niet meespelen in de propagandamachine van de Russische president Vladimir Poetin die het voortdurend heeft over de denazificatie van Oekraïne, waarbij hij steevast verwijst naar het beruchte Azov-bataljon dat in 2014 is opgericht na de inval van Donbass in het oosten van Oekraïne. Dat zou naar verluidt inderdaad extreemrechtse sympathieën hebben, maar wij en het reguliere Oekraïense leger hebben daar niets mee te maken.
De legertop bij ons zegt dat er twee actieve Belgische militairen zich hebben gemeld bij het Oekraïense leger. Weet u daar iets van?
Jean Louis: Ik heb weet van één Belgische militair. Hij is pelotonscommandant van mijn groep. Een heel bekwame militair. Van die andere heb ik niets gehoord.
Wanneer worden jullie ingezet aan het front?
Jean Louis: De legertop aarzelt, maar ik weet niet goed waarom. De trainingen verlopen goed, de wapens die we krijgen worden steeds beter. Ik hoop dat het vreemdelingenlegioen over enkele weken ingezet zal worden.
Hoelang zal deze oorlog duren? De Oekraïense president hoopt op een wapenstilstand in mei.
Jean Louis: Dat kan ik moeilijk voorspellen, maar het zal nog wel even doorgaan. Ik was enkele dagen geleden positiever gestemd omdat er onderhandeld wordt op het niveau van de ministers van Buitenlandse Zaken. Ik denk wel dat een neutrale positie voor Oekraïne de beste positie is. Net zoals België in 1830 bij zijn ontstaan ook zo’n neutrale positie verkreeg na onderhandelingen tussen de grote landen. Het zou ook niet slecht zijn als het Westen zou toegeven dat de NAVO te agressief en te snel is uitgebreid naar het oosten. De Russen voelden zich bedreigd, maar hun eis tot demilitarisering van Oekraïne lijkt me onmogelijk om in te willigen. Daarvoor hebben de Russen te veel gelogen.
Wat vindt u van het Oekraïense leger?
Jean Louis: Ik ben erg onder de indruk van hun professionaliteit en gedrevenheid. Het Russische leger is zowel numeriek als qua materieel superieur, maar de Oekraïners maken het hen knap lastig. Tot voor kort moesten ze zich vooral verdedigen tegen de brutale invasie. Nu kiezen ze steeds vaker voor het offensief. Vandaag werden er bijvoorbeeld twee tactische overwinningen behaald. In de buurt van Charkiv slaagde het Oekraïense leger erin om verschillende tank- en infanteriebataljons volledig uit te schakelen. We spreken dan van 600 tot 1000 Russische militairen.
U vraagt het Westen om bijkomend legermateriaal?
Jean Louis: We hebben in het vreemdelingenlegioen vooral defensief materieel zoals nachtkijkers nodig om ons beter te kunnen verdedigen tegen de Russische snipers, maar ook communicatiemateriaal, kogelvrije vesten en rugzakken. Ik weet dat er in België veel geld en voedsel is ingezameld voor de Oekraïense bevolking. Dat is geweldig, maar vergeet ons niet.
Krijgt het vreemdelingenlegioen steun van de lokale bevolking?
Jean Louis: Zéér veel, ook al gaat het vaak om kleine dingen. Een van de vrijwilligers zat deze week door zijn voorraad zachte lenzen. Dat is natuurlijk vervelend, zeker als de opticiens dicht zijn. Enkele uren later hielpen enkele burgers mijn collega aan een kleine voorraad lenzen.
Hoe is de moraal?
Jean Louis: Ongelooflijk goed en dat is de kracht, niet alleen van ons, maar ook van de burgerbevolking.
Oorlog in Oekraïne: alles wat u moet weten
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier