‘De huidige Vlaamse regering blijkt niet langer helder te zien waar de kerntaken van een overheid liggen en waar de markt haar rol moet spelen’, schrijft Jan Wostyns, één van de initiatiefnemers van de nieuwe partij Vista.
De voorbije week werd hier en daar het nieuws opgepikt dat een aantal Vlaamse gemeenten samenwerkt met een privépartner om trajectcontroles in te stellen, waarbij een substantieel deel van de boetes (24 euro) toekomen aan die privépartner. Verder dan wat ophef hier en daar op sociale media kwamen de politieke reacties echter niet. Dat zoiets politiek zomaar passeert is een teken aan de wand voor het Vlaamse politieke bedrijf.
Uit onderzoek bleek namelijk duidelijk dat de privépartner voorwaarden kon opleggen die net ingingen die het versterken van de verkeersveiligheid, in de hoop zo het aantal snelheidsboetes te maximaliseren. Voor een privébedrijf is zoiets natuurlijk een heel simpele interne logica. Maar het toont meteen ook glashelder aan waarom verkeersveiligheid beter integraal in overheidshanden blijft.
Hetzelfde fenomeen zien we vandaag in de zorg in Vlaanderen. De meerderheid wil hier graag een privatiseringsdecreet laten stemmen dat ook onze zorg blootstelt aan een nefaste commerciële logica die indruist tegen het algemeen belang. In de zorg dient de maximalisatie van menselijke winst centraal te staan, niet de financiële winst. Het blijft hallucinant dat een partij als CD&V voor wie de zorg een core business zou moeten zijn, dit zomaar wil goedkeuren. Misschien moeten de pas goedgekeurde nieuwe statuten alweer aangepast worden: elke mens telt, als hij geld opbrengt.
Ten derde lazen we de voorbije week ook dat de Adviseur van de Raad van State meende dat het ruimtelijk uitvoeringsplan van de Antwerpse Slachthuissite “niet met het oog op het algemeen belang werd vastgesteld”. Ook hier zien we opnieuw de vervaging tussen het nastreven van het algemeen belang, wat de centrale missie van de politiek zou moeten zijn, en de belangen van privéspelers, die al te vaak in de besluitvorming doorsijpelen.
Vlaanderen is niet alleen ten prooi gevallen aan de particratie, maar ook aan de lobbycratie.
Zowel de Vlaamse regering als steden en gemeenten gaan op zoek naar private financiering om zo de eigen begroting onder controle te houden. De realiteit is echter dat vele diensten vroeger wél met belastinggeld door de overheid werden gefinancierd. Eigenlijk zouden de belastingen dus moeten dalen wanneer deze diensten worden uitbesteed aan de private sector. Dat gebeurt echter niet. De belastingen blijven even hoog, maar daarnaast moet de burger ook steeds meer zelf in de buidel tasten. Misschien kunnen de gemeenten ook de groendienst afschaffen en elke burger 2 euro laten betalen per parkbezoek?
Vlaanderen is na 20 jaar van politieke dominantie van eerder economisch rechts denkende partijen, langzaamaan de weg kwijtgeraakt. De huidige Vlaamse regering blijkt niet langer helder te zien waar de kerntaken van een overheid liggen en waar de markt haar rol moet spelen. In haar betrachting een gezonde Vlaamse begroting te kunnen presenteren, verkiest de Vlaamse regering om te werken met privégeld waar dat niet hoort, zoals in de zorg. Kleine gemeenten kopiëren dat gedrag omdat zij vanuit Vlaanderen bijvoorbeeld onvoldoende steun en middelen krijgen om in te zetten op verkeersveiligheid.
De reflex van de Vlaamse progressieve partijen is daarentegen helaas al decennialang om hun heil te gaan zoeken op het Belgische federale niveau. De redenering luidt dat Vlaanderen in wezen rechts-conservatief is, daar waar België een soort progressief walhalla zou zijn. Op deze manier neemt men eigenlijk ironisch genoeg het discours over de rechts-conservatieve Vlaamse grondstroom over, dat door Bart De Wever met de N-VA zo succesvol in de markt werd gezet.
Niets is echter minder waar. Die grondstroom kan al eens wat meer langs rechts of wat meer langs links stromen, maar het Vlaamse grondwater is door en door sociaal. De Vlaamse beweging is van oorsprong niet voor niets een sociaal-emancipatorische beweging. Door steevast hun heil te gaan zoeken op het Belgische niveau, verloochenen de Vlaamse progressieve partijen eigenlijk hun eigen Vlaamse gemeenschap. Hoe kan je immers Vlamingen van je gedachtengoed overtuigen, als je na federale verkiezingen zelf bereid gevonden kan worden om met amper 30% van de Vlaamse stemmen een federale regering op de been te brengen? Want laten we eerlijk zijn: een paarsgroene coalitie zonder CD&V zou voor partijen als Groen of Vooruit nooit een probleem geweest zijn.
De volgende nefaste reflex van de Vlaamse progressieve partijen is dan om ook te pleiten voor herfederalisering van allerlei domeinen waar men op Vlaams niveau tekortkomingen ziet, zoals in de gezondheidszorg. In het slotwoord van “Sire, geef me 100 dagen” waarschuwde Hugo de Ridder in 1989 reeds voor die typisch Vlaamse reflex:
“Het op handen zijnde federalisme zal niet spontaan nieuwe deugden doen openbloeien. Als morgen de derde fase zal goedgekeurd zijn, zullen we niet plots in een betere staat ontwaken. De Vlamingen kennend, zullen er zelfs periodes komen dat we veeleer de fouten dan de positieve kanten van de nieuwe verworvenheden zullen zien.”
Beter bestuur komt niet vanzelf. De keerzijde van de onzalige partnerschappen met privéspelers op domeinen waar die geen plaats hebben, is dan weer dat de Vlaamse regering zelfgenoegzaam wordt met betrekking tot andere uitgaven. De Vlaamse subsidiecultuur is algemeen bekend. Door kerntaken uit te besteden aan de privésector verdwijnt meteen ook de budgettaire druk om nutteloze uitgaven te schrappen.
Uit de “Vlaamse Brede Heroverweging” die recent werd uitgevoerd door de Vlaamse overheid bleek overduidelijk dat er op tal van domeinen onoordeelkundig met middelen wordt omgesprongen in de Vlaamse overheid. Zonder budgettaire druk zal hier echter weinig veranderen. Laat ons net die verspilling aanpakken zodat opnieuw voldoende middelen kunnen vrijgemaakt worden om in te zetten op de echte kerntaken van de Vlaamse overheid. Onoordeelkundig de deur openen voor privéspelers ondergraaft het algemeen belang en gooit Vlaanderen te grabbel aan een perfide winstlogica op domeinen waar dat niet hoort. Het lijkt er sterk op dat Vlaanderen niet alleen ten prooi gevallen is aan de particratie, maar evenzeer aan de lobbycratie.
Jan Wostyn is ondervoorzitter van Vista, dat progressieve regionalisten in Vlaanderen en Brussel verenigt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier