De (s)preekstoel van Knack.be

‘Vlaamse overheid moet snel duidelijk maken welke nieuwe regelgeving nodig is voor de betonstop’

De (s)preekstoel van Knack.be Knack.be maakt ruimte voor religie en levensbeschouwing

Luc Wouters van de Gezinsbond heeft een aantal vragen en opmerkingen over de geplande betonstop van de Vlaamse regering.

Het Witboek voor een nieuw Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) kopte eind vorig jaar in de pers onder titels als “Betonstop in 2040”. Zo’n uitspraak oogt inderdaad spectaculair én uitdagend. We weten en beseffen al lang dat we roofbouw plegen op de open ruimte. Historische keuzes over wonen en mobiliteit versnipperen en verstikken onze leefomgeving. Een betonstop lijkt dan het ultieme redmiddel, tenminste als dit kan gerealiseerd worden tegen 2040. Of zien we het té positief en lost een betonstop niet alle vragen op? Betekent dit bijvoorbeeld dat wonen op de buiten onmogelijk wordt? Of stelt zich de vraag: mogen we überhaupt nog bouwen? Wat met de toekomst van landelijke dorpen? Worden de komende generaties geconcentreerd in stedelijke hoogbouw?

Over de problemen die onze ruimtelijke ordening vandaag stelt, kunnen we het eens raken. Tegenover perspectieven en oplossingen staan we veel argwanender. Het Witboek BRV nodigt alvast uit om aan de slag te gaan. We moeten de nodige analyses maken om ons zo een realistisch beeld te vormen over hoe het met onze ruimte verder moet. Daarbij moeten we pistes voor verandering uittekenen, die ook haalbaar zijn.

Het Witboek geeft een nieuwe marsrichting aan

Het Witboek BRV komt niet uit de lucht gevallen. Het is het resultaat van jarenlang onderzoekswerk, van brede raadpleging van betrokkenen uit diverse hoeken en van een voortdurende dialoog met wat in de nabije en verdere samenleving gebeurt. Uit de keuzes die andere steden en landen maken, leren we hoe de ruimte, de leefomgeving en het samenleven van mensen anders kunnen georganiseerd worden. Ook burgers ervaren dit bij een bezoek aan open autoluwe steden of tijdens het genieten van échte open ruimtes. Vlaanderen wil daarenboven uitgroeien tot een open, levendige en duurzame omgeving en daarvoor zijn stevige engagementen naar energiezuinigheid, biodiversiteit of koolstofarme productie en mobiliteit nodig. De beschikbare ruimte moet in een grondpatroon gegoten worden waarop de centrale functies van wonen, economische en voedselproductie, verplaatsingen en ontspanning zich kunnen enten.

Op deze uitdagingen wil het Witboek BRV een begin van antwoord geven, voorlopig althans op strategisch vlak. Op dat ogenblik komen nieuwe kernbegrippen als ruimtelijk rendement (via onder meer verdichting en verweving), de veerkracht van de open ruimte, groenblauwe dooradering en locaties met een hoge knooppuntwaarde naar voren. Ook de betonstop past in dit rijtje. De ambitie is de ontwikkeling van de maatschappelijke functies zo sturen zodat we tegen 2040 geen bijkomende ruimte in beslag moeten nemen.

Reële en realistische keuzes maken

Geen bijkomend ruimtebeslag vanaf 2040, een aantrekkelijk vooruitzicht dat kan tellen. De Gezinsbond kan zich in de gemaakte analyse en het voorgestelde perspectief herkennen. Maar we willen ook oor hebben naar ongeruste opmerkingen en vragen. Zal de knooppuntwaarde van een plaats (haar ligging in het openbaar vervoerssysteem en de aanwezigheid van voorzieningen) strikt en allesbepalend zijn? Betekent dat het einde van de landelijke dorpen die daar niet aan voldoen? Wat met de bouwmogelijkheden (en de grondwaarde) van percelen die in dergelijke tekening niet meer geschikt zijn? Zal het meer geconcentreerd wonen het welzijn en de gezondheid van mensen niet nog meer belasten?

De Vlaamse overheid moet snel duidelijk maken hoe zij met deze vragen zal omgaan en welke aangepaste regelgeving hier voor nodig is. Op korte termijn moet zij maatregelen treffen die het perspectief op lange termijn beveiligen. Dat is noodzakelijk om aan het nieuwe Beleidsplan Ruimte Vlaanderen geloofwaardigheid en draagvlak te geven. Wij geloven in de creativiteit die deze oefening kan losmaken, op voorwaarde dat dit consequent gebeurt. Men spreekt van verhandelbare bouwrechten en een vergoeding voor percelen die hun statuut van bouwgrond verliezen. Het lijkt dan logisch dat de winnaars van deze operatie bijdragen aan de verliezers. Men spreekt van (veel) hogere woondichtheden in de stad. Dat kan maar als de voorwaarden voor een gegarandeerde leefkwaliteit mee aangepakt worden. Men spreekt van de noodzaak van ontwikkeling op knooppunten. Dit veronderstelt dat ook kleinere kernen eerlijke kansen – en investeringen – krijgen om hun troeven op het vlak van mobiliteit of voorzieningen verder uit te bouwen.

Tijd voor een sterke integratie

Intussen nemen de verschillende adviesraden en andere stakeholders het Witboek BRV onder de loep. Ook daar erkent men de waarde en de verdiensten van het geschetste perspectief. Naast de gedeelde vraag naar een snelle invulling en concretisering van de strategische ambities komt een oud zeer van de Vlaamse beleidsvoering naar boven. Het is goed dat het BRV een aanzet en structurerend kader geeft voor een duurzame ontwikkeling van de ruimte in Vlaanderen, maar moeten de andere Vlaamse beleidsplannen (die in de steigers staan) dit zomaar volgen? We hebben nog geen Vlaams Woonbeleidsplan, maar hoe kan de huidige ambitie om in elke gemeente een minimaal aandeel sociale woningen te voorzien, samengaan met de ambitie van kernverdichting op knooppunten? Hoe zal het Vlaamse woonbeleid zijn uitgangspunt van betaalbaarheid waarmaken bij een grotere instroom in de stedelijke woonmarkten?

Toegegeven, de ambities van het BRV kunnen ook net de beweging naar innovatieve woonvormen, het versnellen van de energiezuinigheid of de stimulering van de huurmarkt in de hand werken. Het duidt er in elk geval op dat de beleidsvoering deze historische kans naar een sterkere integratie niet mag missen. Eenzelfde bedenking wat betreft een Vlaams Mobiliteitsplan: we weten wel dat er gezocht wordt hoe we basisbereikbaarheid kunnen invullen en we stellen vast in welke richting investeringen in openbaar vervoer of fietsnetwerken gaan, maar hoe dit structureel vastgeklonken wordt aan het knooppuntenverhaal blijft voorlopig een vraag van een andere orde. Ook naar het welzijnsbeleid toe geeft het BRV voorlopig onvoldoende aan hoe de ideeën rond vermaatschappelijking van de zorg, nabijheid van de zorg en de wens om zo lang mogelijk thuis te wonen, zullen geïntegreerd worden voor de aankomende generaties ouderen.

Het Witboek BVR is een bijzonder verdienstelijke stap om vanuit een brede visie een nieuw elan aan de Vlaamse ruimtelijke ontwikkeling te geven. Minister Joke Schauvliege en haar administratie maken zich sterk dat zij in de loop van dit jaar effectief werk zullen maken van de nodige verduidelijkingen. Dat is ook nodig om het Witboek om te zetten in een effectief Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Wij dringen zeker aan op die snelle concretisering en op het voldoende afstemmen met de beleidsdomeinen waarop het BRV een grote impact zal hebben. En de betonstop? Die mag er in die optiek best komen, misschien zelfs vroeger dan 2040.

Luc Wouters werkt voor de studiedienst van de Gezinsbond.

Partner Content