Jonas Naeyaert
‘Vlaamse liberalen zijn het noorden kwijt’
Terwijl CD&V en N-VA flink wat (media)-aandacht verkrijgen door respectievelijk hard op de politieke linkerpedaal en de rechterpedaal te duwen, blijft Open VLD wat verweesd achter, schrijft Jonas Naeyaert van de Vlaamse Volksbeweging.
De liberalen hebben het moeilijk. Op basis van een peiling uit mei verloor Open VLD 16 procent van haar kiezers tegenover de algemene uitslag in 2014. Alle regeringspartijen krijgen tikken, maar voor Open VLD is er meer aan de hand. Terwijl CD&V en N-VA flink wat (media)-aandacht verkrijgen door respectievelijk hard op de politieke linkerpedaal en de rechterpedaal te duwen, blijft Open VLD wat verweesd achter. Ze hebben moeite met een eigen verhaal te bouwen. Of zoals ze het parodiepersonage van ‘Simonneke’ uit Thuis zegt in Tegen De Sterren op: “Nee! Niet bij de VLD! Dan gaan ze helemaal niet meer over u spreken!”. Al lachend de waarheid.
Van Vlaamse-blauwe reus naar Belgische tweederangspartij
In de jaren ’90 maakte Guy Verhofstadt populaire furore in de Vlaamse politiek met frisse en jonge ideeën. In 1997 bracht de partijvoorzitter een boek uit: ‘De Belgische ziekte, diagnoses en remedies’. Nomen est omen. Er werd afgerekend met het PS-Wallonië, Vlaanderen moest uit het immobiele België worden gelift en er moest paal en perk worden gesteld aan het consumptiefederalisme door middel van fiscale autonomie en bijna volledige splitsing van de sociale zekerheid. Beide landsdelen moesten de beleidsinstrumenten in handen krijgen die nodig waren om de twee totaal verschillende sociaaleconomische visies te beantwoorden.
Het is niet België dat gered moet worden, maar Open VLD zelf.
Guy Verhofstadt was voor velen het gezicht van het jonge, nieuwe Vlaanderen. Zo werd hij populairder dan zijn tegenpool, Jean-Luc Dehaene, die het gezicht was van het oude België en haar halfbakken compromissen. Loodgieter Luc, weet u wel. Met de ogen op de verkiezingen van 1999, hoopte Verhofstadt de CVP te wippen als coalitiepartner van de PS ‘incontournable’. Guy Verhofstadt slaagde in zijn opzet, maar smeet de lessen van zijn boek al snel in de prullenmand (zelfs letterlijk: het werk werd uit druk genomen, maar wie hier en daar goed zoekt, vindt wel nog een ongewenst exemplaar). Van de hervormingen in zijn boek kwam weinig of niets in huis, en Verhofstadt bekeerde zich tot de Belgische compromisreligie. Hij werd de populairste politicus te zuiden van de taalgrens. Later wist Laurette Onkelinkx nog te zeggen (in een interview met La Dernière Heure) dat werken met Verhofstadt “geniaal” was. In 2007 kreeg de toenmalige Open VLD een serieuze bolwassing en was het rijk van paars uit. Yves Leterme had het Vlaamsgezinde programma van Verhofstadt afgenomen – met de stemmen erbij. De Franstalige liberalen van MR daarentegen gingen erop vooruit en werden de grootste Waalse partij. In de vervroegde verkiezingen van 2010 (die de liberalen zelf veroorzaakten) deden ze hun verlies nog eens over en konden ze nog slechts 14% van de Vlamingen overtuigen: een historisch dieptepunt voor de liberale partij.
En nu?
De huidige kopstukken van de Open VLD blijven de Belgische weg van Verhofstadt volgen (niettegenstaande de vroegere tricolore goeroe al lang zijn Belgische identiteit heeft ingewisseld voor een alleenzaligmakende Europese visie, samen met zijn parlementszetel). Die dynamiek werd hoofdzakelijk ingezet door de opkomst van de N-VA: die partij werd meer en meer ‘issue owner’ van enerzijds het economisch liberale en anderzijds het Vlaamse thema. Thema’s waar de historische VLD zich op had geprofileerd. In een poging om ruimte te creëren tussen zichzelf en de N-VA (wie stemt nu op een partij als een andere hetzelfde maar beter zegt?) werden nog meer geweren van schouders veranderd. Op het Open VLD-congres van 2013 gooide men het confederalisme uit het programma, op aansturen van voorzitter Gwendolyn Rutten. Het moet in januari van dit jaar geweest zijn, dat Rutten zei dat wie communautair wil veranderen, dat zonder de liberalen zal moeten doen. Het institutionele status-quo moest dus behouden worden. En vorige maand werd zelfs dat overtroefd en deden verschillende liberale kopstukken een oproep tot herfederaliseren (!) van Vlaamse bevoegdheden onder de noemer ‘Plan BE’. Dossiers als energie, buitenlandse handel en veiligheid werden vernoemd.
De vraag is of deze tactiek van Open VLD succesvol zal blijken. Energie bleek vorig jaar een onmogelijk communautair dossier toen Vlamingen en Walen nauwelijks een milieuplan voorstelden op de Klimaattop in Parijs. Ook met hernieuwbare energie lukt het niet. En hoe Vlamingen en Walen het samen doen met betrekking tot veiligheid werd pijnlijk duidelijk bij de aanslagen in november en maart toen Franstaligen koppig weigerden over te gaan tot eenmaking van de Brusselse politiezones. Buitenlandse handel, vraagt u? Vlaanderen was in 2011 verantwoordelijk voor 80 procent van de Belgische export. Daarmee is genoeg gezegd, zeker… Maar de partijpolitieke schaakzet – afstand nemen van Vlaamse thema’s -, kan volgens de eigen geschiedenis van Open VLD alleen tot stelselmatig verlies leiden. De laatste peiling liet Open VLD achter onder het historisch dieptepunt van 2010.
De Vlaamse liberalen zouden er dus goed aan doen om voor eigen rekening een Plan B – een Vlaamser plan – te maken, want het is niet België dat gered moet worden, maar Open VLD zelf.
De Doordenkers van Knack.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier