Virologe Anne-Mieke Vandamme: ‘Misschien moeten we jongeren een wat grotere bubbel gunnen’
Even leken we weer op weg naar een normaal leven, ondanks het coronavirus. Maar de opflakkering van deze zomer laat zien dat het najaar van 2020 wel eens meer op het voorjaar zou kunnen lijken dan we allemaal wensen. Of is er toch hoop? ‘De bubbel zal kunnen worden uitgebreid.’
Hoe was uw julimaand? Hopelijk hebt u er met volle teugen van genoten. Enkele luttele weken leek het leven met het coronavirus en zonder een snel vooruitzicht op een vaccin toch aardig op ons leven vóór de intrede van SARS-CoV-2. Om de week mochten we vijftien andere vrienden zien – een aantal dat veel mensen in normale tijden zelfs niet halen. De kans dat we die vrijheid snel terugkrijgen, is klein. Ook thuiswerk wordt weer de norm dit najaar. De tweede golf of de nieuwe piek besmettingen, naargelang de expert, van deze zomer heeft velen doen inzien dat we de zogenoemde corona-exit niet goed hebben aangepakt.
‘We hebben een nieuwe snelweg aangelegd voor het virus’, zegt biostatisticus Geert Molenberghs (KU Leuven/UHasselt) over de grote versoepelingen begin juli. ‘Iedereen beseft nu dat we te snel de restricties hebben losgelaten. Wij zagen in mei en juni de daling van de curve al vertragen. Voor statistici gaan er dan knipperlichtjes af, maar het is psychologisch heel moeilijk om op dat moment dat gevoel van aankomend gevaar op andere mensen over te brengen. Zij zien alleen dat de curve blijft dalen en dus klonken wij als zageventen. ‘
De bubbel van vijf zal kunnen worden uitgebreid, maar moet wel constant blijven en niet elke week van samenstelling veranderen.
Pierre Van Damme, epidemioloog
Molenberghs hoopt dat we het deze keer beter aanpakken. Ook in het dal van de eerste corona-uitbraak bleef België rond de 85 nieuwe besmettingen per dag hangen, en dat is eigenlijk te hoog. Zeker omdat het er in werkelijkheid drie tot vijf keer meer kunnen zijn. Dat geeft een land weinig speelruimte als de besmettingscijfers opnieuw omhoog gaan. Epidemioloog Pierre Van Damme van de UAntwerpen denkt dat we het aantal besmettingen moeten terugbrengen tot maximaal 30 per dag. ‘Laten we niet vergeten dat er alleen al in Antwerpen de voorbije maanden geen enkele dag was zonder nieuwe besmetting’, zegt hij. ‘Het virus bleef dus altijd smeulen.’
Zijn de maatregelen van vandaag streng genoeg om het aantal besmettingen in het najaar tot een beheersbaar niveau te doen dalen? ‘Ja en nee’, antwoordt Molenberghs. ‘In de provincie Antwerpen dalen ze alweer, maar in Brussel gebeurt juist het omgekeerde.’ Het is mogelijk dat we in oktober aanbelanden bij een heel laag aantal nieuwe dagelijkse besmettingen, maar aan harde voorspellingen waagt de biostatisticus zich liever niet. En ongeacht de cijfers kunnen we deze herfst niet terug naar de wereld van juli, laat staan naar de wereld van vóór corona . Het risico op nieuwe uitbraken is permanent aanwezig, en één vlammetje volstaat om een hele stad in brand te steken. ‘In Georgia in de Verenigde Staten was één vrouw verantwoordelijk voor een grote corona-uitbraak. Zij vierde carnaval in New Orleans en ging daarna naar een kerkdienst in Atlanta. Dat soort bijeenkomsten kunnen we ons dus ook de komende maanden niet veroorloven.’
‘Maar er is wel degelijk enig perspectief ‘, vult Pierre Van Damme aan. ‘Een sociaal leven is belangrijk, daarvan is iedereen zich bewust. De bubbel van vijf zal kunnen worden uitgebreid, naar acht, tien of misschien zelfs vijftien mensen. Zeker buiten denk ik dat we snel weer meer mensen kunnen zien, mits we duidelijke afspraken maken. Maar die bubbel moet wel constant blijven en niet elke week van samenstelling veranderen. Daarmee zouden we het virus vrij spel geven. We moeten voor dit najaar dus een leefbaar evenwicht zoeken, zodat we ook niet meer doorlopend maatregelen moeten verstrengen en even later weer versoepelen, zoals bij een jojo.’
Ziekenhuisopnames
Intensivist Geert Meyfroidt (UZ Leuven) zet dan weer vraagtekens bij het hele concept van de bubbel – klein of groot. ‘De meeste andere Europese landen kennen helemaal geen bubbels en het maakt de zaken nodeloos ingewikkeld. Je zou mensen beter uitleggen hoe ze elkaar moeten zien, ongeacht het aantal contacten’, zegt hij. ‘Hou afstand van ongeveer iedereen die niet tot je gezin behoort, dat zou de stelregel moeten zijn, en draag een masker als dat niet lukt. Dat is tenminste duidelijk. De overheid zou ook veel sterker moeten hameren op het belang van goede ventilatie, en ter voorbereiding van de herfst zoveel mogelijk activiteiten naar buiten moeten verplaatsen, ook lesgeven bijvoorbeeld.’
Epidemioloog Yves Coppieters (ULB), een prominente Franstalige expert, vindt dat de bevolking te veel angst wordt aangepraat. De focus op het aantal besmettingen vindt hij misleidend. ‘Het probleem is niet het aantal besmettingen. Dat zijn er momenteel gemiddeld 500 à 600 per dag. Zolang dat cijfer min of meer stabiel blijft, is er geen reden tot paniek. Een belangrijkere parameter is het aantal ernstig zieke mensen en dat valt op dit ogenblik heel goed mee. Dat komt omdat vooral jonge mensen besmet raken en ouderen zich goed blijven beschermen.’ Het komt er volgens Coppieters in de herfst dan ook vooral op aan dat jongeren maximaal inspanningen blijven doen om geen kwetsbare mensen te besmetten, door afstand te houden en ook binnen een masker te dragen als ze ouders of grootouders bezoeken. ‘Als het virus zich in de herfst op dezelfde manier zou blijven verspreiden als deze zomer, zou dat op zich een goede zaak zijn.’
Alles wat we nu doen om het coronavirus in toom te houden, moet logischerwijs ook een effect hebben op de omvang van de griepuitbraak.
Steven Van Gucht, viroloog
De corona-uitbraak begin deze maand in Antwerpen leidde tot wat intensivist Meyfroidt ‘een beheersbaar aantal ziekenhuisopnames’ noemt. Of dat ook in Brussel, waar het virus nog steeds aan kracht wint, het geval zal zijn, staat nog te bezien. Op grond van besmettingscijfers het aantal ziekenhuisopnamesvoorspellen is heel moeilijk. Maar feit is dat de voorbije maand vooral jonge mensen met het coronavirus besmet raakten, en die hebben er eigenlijk weinig onder te lijden. Critici van de huidige aanpak vinden dan ook dat je het virus wat meer op zijn beloop kunt laten. ‘Ik snap die redenering’, zegt Meyfroidt, ‘maar alle modellen laten zien dat als je dat doet, jongeren uiteindelijk ook ouderen gaan besmetten en je een grote oversterfte krijgt bij mensen vanaf 50 jaar oud.’
Waarover de meeste experts het wel eens zijn: een lockdown zoals in het voorjaar komt er niet meer. Dat is nochtans de beste en misschien wel enige manier om de curve van besmettingen helemaal te vermorzelen. ‘Puur epidemiologisch is dat inderdaad het ideale scenario, maar de sociale en economische schade zou enorm zijn’, zegt Steven Van Gucht, viroloog bij Sciensano. ‘We moeten dus streven naar een laag en controleerbaar verspreidingsniveau.’
Griepuitbraken
Zolang de temperaturen mild blijven, speelt ons sociaal leven zich in de zomer grotendeels buiten af. Dat is maar goed ook, want de kans op besmettingen is er veel kleiner dan binnen, hoewel ook niet onbestaande. ‘Buiten kan iemand geen honderd mensen in één keer besmetten, ook al vormen massa-evenementen in de openlucht wel een groot risico’, zegt Molenberghs. ‘Als iedereen in een strandbar heel dicht op elkaar begint te dansen, is dat bijna even gevaarlijk als wanneer zoiets binnen gebeurt. Maar zelfs als mensen gewoon op een terrasje zitten om iets te eten of te drinken zonder de nodige afstand, kunnen een-op-een besmettingen voorkomen.’
Niettemin: vanaf oktober verplaatst iedereen zich naar binnen. De besmettingsrisico’s nemen daarmee weer toe in de horeca, ondanks de afstandsregels waardoor cafés en restaurants sowieso al minder omzet zullen hebben. ‘En dus zullen we ons allemaal goed en consequent aan de regels moeten houden’, zegt Steven Van Gucht. ‘Afstand houden, vaste zitplaatsen, mondmaskers, en vooral goede ventilatie. Het wordt heel belangrijk om de lucht in lokalen met voldoende buitenlucht te verversen.’
Met de komst van de herfst zullen ook andere virussen terugkeren. In januari is er de jaarlijkse opflakkering van het griepvirus, maar die samenloop van virussen hoeft niet per se een extreem groot gezondheidsgevaar in te houden. ‘Het wordt nog een rollercoaster’, zegt Van Gucht. ‘Maar alles wat we nu doen om het coronavirus in toom te houden, zou logischerwijs ook een effect moeten hebben op de omvang van de griepuitbraak. Dat virus is bovendien minder besmettelijk dan corona. Ik hoop dan ook dat we het aantal mensen met griep en andere virale infecties dit jaar kunnen beperken.’
Het begint iedereen te dagen dat ook dit najaar het normale leven niet terugkomt. En dus steken nu al steeds meer tekenen van coronamoeheid de kop op. Of het nu gaat over sociale contacten beperken of een mondkapje dragen, nogal wat mensen lappen de regels aan hun laars. ‘Daar maak ik me zorgen over. Want we gaan nog een hele tijd met dit virus zitten, mogelijk ook heel volgend jaar’, zegt Geert Meyfroidt. ‘Daarom is het belangrijk dat coronarestricties proportioneel en draaglijk blijven. De verplichting om op een verlaten landweggetje of in het park een mondkapje te dragen, zal de verspreiding van het virus niet tegenhouden en werkt contraproductief. Dan krijg je tegenreacties en dreigen steeds meer mensen baldadig gedrag te vertonen.’
Psychologische tol
Al tijdens de lockdown in maart werd gewaarschuwd voor de kwalijke psychologische impact van de coronamaatregelen op de bevolking: toenemende stress, eenzaamheid, angst en onzekerheid. Nu we de herfst ingaan zonder goed te weten waar we aan toe zijn, zullen die gevaren niet verdwijnen. Psychiater Dirk De Wachter (KU Leuven) ziet op dit moment nog geen scherpe toename van het aantal patiënten met psychische of psychiatrische klachten, maar denkt dat het een kwestie van tijd is. ‘Het is niet dat als de bubbel verkleint, de dag erna het aantal depressies omhoogschiet of de spoeddiensten door covid-angstige mensen worden overrompeld’, zegt hij. ‘Het werkt veel meer onderhuids. De meesten van ons hebben het ook goed volgehouden. Mensen zijn flexibel en kunnen veel aan. Dat zag je vooral de eerste weken van de lockdown. Er was veel creativiteit en solidariteit. Maar na verloop van tijd gaan de onvoorspelbaarheid, de duur en het gebrek aan perspectief in deze crisis op mensen wegen. Een aantal internationale studies laten zien dat er als gevolg van corona een toename is van angst, depressies, middelengebruik, burn-out – het hele scala eigenlijk van psychische kwetsbaarheid.’
Sommige psychologen uitten de voorbije maanden en weken kritiek. De corona-aanpak zou haast uitsluitend medische of economische doelen in overweging nemen, maar de psychische gezondheid van de bevolking verwaarlozen. De Wachter is het daar niet helemaal mee eens. ‘Om te beginnen heeft de GEES, die de coronastrategie uitstippelt, ook heel wat psychologen en psychiaters om advies gevraagd. Bovendien is de zogenaamde tegenstelling tussen economische realiteit en psychiatrische of psychologische realiteit een schijntegenstelling. Als mensen kunnen werken en zich kunnen ontspannen door bijvoorbeeld naar een restaurant of naar de film te gaan, is dat ook goed voor hun psychische gezondheid. Door corona dreigen er veel faillissementen en ontslagen, met massaal inkomensverlies als gevolg. Daarvan weten we dat het mensen over de grens duwt en ziek maakt. Daarom verwacht ik de komende maanden eigenlijk wel een significante toename van psychopathologische problemen.’
Ouderen versus jongeren
In de eerste coronagolf vielen de meeste doden in de woonzorgcentra te betreuren. Rond hygiëne en andere beschermingsmaatregelen voor kwetsbare ouderen zijn ondertussen lessen getrokken. Maar ook het psychische welzijn en de levenskwaliteit van oude mensen verdienen meer aandacht in de herfst, betoogt Pauline Chauvier, klinisch psychologe in de geriatrische afdeling van het Universitair Ziekenhuis Saint-Luc en bestuurslid van de UPPCF (Union Professionnelle des Psychologues Cliniciens Francophones). Ze behoort ook tot de expertengroep met psychologen van de federale overheid.
‘In mei en juni hebben we in ons ziekenhuis veel ouderen opgenomen die het tijdens de lockdown heel hard te verduren hebben gehad, zowel ouderen uit rusthuizen als mensen die nog alleen wonen maar thuishulp krijgen. Ze waren extreem angstig, depressief en hadden veel van hun cognitieve en fysieke capaciteiten verloren, omdat al hun contacten en collectieve activiteiten maandenlang waren weggevallen. Ze kregen geen externe stimuli meer. Velen van hen hadden zelfs geen boodschappen meer gedaan. Ik heb mensen op onze afdeling zien binnenkomen die wekenlang niemand hadden gezien, die zelfs nauwelijks nog hadden gegeten. We zagen bij patiënten ook veel meer excessief alcohol- en medicijnengebruik’, zegt Chauvier vanuit de Franse Provence aan de telefoon. ‘Bovendien voelden velen zich schuldig, omdat ze zich een last voelden voor de jongere generaties. Anderen hadden dan weer het gevoel dat de samenleving hen had opgegeven.’
Ik heb niemand in de media oudere mensen horen waarschuwen voor de hittegolf. We kunnen alleen aan covid-19 denken.
Roy Remmen, hoogleraar huisartsgeneeskunde
Volgens Chauvier moet het roer om in volgende coronapieken. ‘Dit moet echt beter. Want de psychologische gezondheid van mensen heeft een grote impact op hun immuniteit. We moeten ouderen geruststellen, door bijvoorbeeld sociale contacten in de woonzorgcentra zo veel mogelijk toe te laten, weliswaar in veilige omstandigheden.’
Ook pleit Chauvier ervoor om in aanloop naar de moeilijke herfst gesprekken te voeren met ouderen en hun naasten over welk gezondheidsgevaar ze bereid zijn te accepteren bij een nieuwe corona-uitbraak. ‘We moeten ouderen zelf laten kiezen hoeveel risico ze willen nemen om toch een zekere levenskwaliteit te behouden, en ze dingen blijven geven om naar uit te kijken: een bezoek, een telefoontje, een fysieke activiteit. En vraag vooral niet aan ouderen dat ze uit zichzelf in lockdown gaan om zich te beschermen. Dan sluiten ze zich af en laten ze zich doodgaan.’
Jongeren zitten in een andere situatie. De coronamaatregelen vragen van jonge mensen immense opofferingen – geen sociaal leven, geen studentenleven, geen vakantiejob – terwijl de directe baten voor hen klein zijn. Hoe houden we ook die jonge mensen, van wie het gedrag cruciaal is om de verspreiding van het virus een halt toe te roepen, gemotiveerd? Die vraag houdt ook viroloog Anne-Mieke Vandamme (KU Leuven) sterk bezig. ‘Jongeren hebben het gevoel dat hun leven door de strijd tegen dit virus wordt gehypothekeerd’, zegt zij. ‘En ik begrijp dat ook. Het gaat eigenlijk alleen over wat nodig is om de pandemie in toom te houden, en er is weinig begrip voor de problemen waarmee jongeren te kampen hebben. Misschien moeten we onderzoeken of het praktisch haalbaar is om jongeren minstens een wat grotere bubbel te gunnen.’
Vandamme is dan weer wel, als een van de weinige experts met wie we spraken, een groot voorstander van de algemene mondmaskerplicht, zoals nu in Antwerpen en Brussel. ‘Dat is een fantastisch idee’, zegt ze. ‘Het vergt slechts een kleine inspanning en beïnvloedt de interactie tussen mensen niet fundamenteel, maar maakt toch een gedeeltelijke terugkeer naar een normaal leven mogelijk.’
Spartaans regime
Het is een van de eerste dingen die Pierre Van Damme zegt als hij een blik op het najaar moet werpen: ons individuele gedrag is uiteraard doorslaggevend voor de evolutie van de epidemie, maar het belang van efficiënte contacttracing valt ook niet te onderschatten. Zeker bij een laag aantal nieuwe besmettingen per dag, kunnen dankzij contactspeurders nieuwe uitbraken snel beteugeld worden.
Maar op dit moment is de werking van die contacttracing lang niet optimaal, dat is wel het minste wat je kunt zeggen. Wat ook niet helpt is dat mensen besmet kunnen zijn zonder herkenbare symptomen te hebben en het virus dus onbewust overdragen. ‘Het testdorp in Antwerpen voor asymptomatische patiënten is in die zin zeker een goede stap: dat mag dit najaar niet afgebroken worden’, zegt Van Damme. Maar andere organisatorische problemen blijven legio. ‘Het duurt soms nog vier of vijf dagen voordat mensen het resultaat van hun test krijgen’, weet Van Damme. ‘Dat werkt demotiverend, zowel voor de patiënt als voor de arts.’
Zal het contactonderzoek in het najaar leveren waar we al maanden op hopen? Steven Van Gucht gelooft van wel. ‘Karine Moykens, die nu de dienst contactopsporing leidt, haalt het onderste uit de kan’, zegt hij. ‘Wij zijn er nog niet, maar het systeem verbetert mondjesmaat. Snelheid is cruciaal en dat is niet vanzelfsprekend op zo’n schaal. Met contactopsporing alleen, hoe belangrijk ook, zullen we het dus niet redden.’ Minister Philippe De Backer (Open VLD) belooft in het najaar 90.000 tests per dag te kunnen uitvoeren. Dat is voldoende om alle risicoprofielen te testen, maar niet om massaal groepen zoals leerkrachten of verplegers preventief te checken.
Snel reageren op lokale uitbraken is ook wat professor Yves Coppieters (ULB) graag wil zien gebeuren de volgende maanden. In plaats van een algemene mondmaskerplicht op het hele Brusselse grondgebied, ‘een brevet van onvermogen waarmee het gewest toegeeft dat zijn testing en tracing niet werkt’, had Brussel volgens de epidemioloog sneller gericht een tandje hoger moeten schakelen in de drukbevolkte, arme kanaalgemeenten waar de nieuwe besmettingshaarden zijn begonnen. ‘Je kunt testbussen naar die wijken sturen, medische hulpposten openen, en intensief communiceren, samen met de gemeente en plaatselijke verenigingen.’ Coppieters wijst er ook op dat in landen als Nederland mondkapjes maar op heel weinig plaatsen verplicht zijn. ‘En hun coronacijfers ogen niet slechter dan de onze, wel integendeel.’
Na de eerste coronagolf viel inderdaad te horen dat eventuele volgende golven met meer chirurgische precisie en lokaal maatwerk zouden worden behandeld. Maar uiteindelijk plaatste Antwerps provinciegouverneur Cathy Berx in augustus haar hele provincie onder een spartaans coronaregime. Hoe zit het dan met die lokale benadering? ‘De moeilijkheid is dat Vlaanderen eigenlijk één grote stad is’, zegt Steven Van Gucht. ‘Een gezin in Willebroek met een moeder die in Antwerpen werkt en een vader die naar Brussel moet, en kinderen die in Mechelen naar school gaan, is heel typisch voor dat gebied. Een stad of dorp strengere regels opleggen, zorgt soms ook voor een waterbedeffect: mensen gaan zich verplaatsen en nemen het virus mee. Dat is een van de redenen waarom voor een provinciale aanpak is gekozen.’
Tijdverlies
Is de zorgsector, ten slotte, klaar voor het najaar? Huisartsen waren in Antwerpen de eersten die merkten dat het aantal besmettingen in juli opnieuw omhoogschoot. Ze zullen ook dit najaar in de frontlijn staan, maar de herfst zal hun taak nog aanzienlijk verzwaren. Roy Remmen, huisarts en hoogleraar huisartsgeneeskunde aan de UAntwerpen, maakt zich zorgen over al die mensen die straks verkouden worden. ‘We proberen mensen met een verkoudheid al jaren bij de huisarts weg te houden, er is ook geen behandeling voor’, zegt Roy Remmen. ‘Maar dit najaar zullen die patiënten op corona getest willen worden. Zulke tests zouden niet de taak mogen zijn van artsen die negen jaar hebben gestudeerd. Dat is voor ons zuiver tijdverlies.’
We moeten voor dit najaar een leefbaar evenwicht zoeken, zodat we niet meer doorlopend maatregelen moeten verstrengen en even later weer versoepelen.
Pierre Van Damme, epidemioloog
Remmen behoort tot de groeiende groep kritische stemmen die vragen stelt bij het ‘paniekvoetbal’ van politici en experts tijdens de voorbije zomermaanden. Zo vindt hij dat er soms ‘disproportioneel’ veel aandacht naar het coronavirus gaat. Zijn huisartsenpraktijk ligt op de grens van België en Nederland, en de verschillen zijn groot. ‘Nederland doet een beroep op het gezond verstand van zijn burgers: zij hebben niet zulke stompzinnige regels over mondmaskers. België is veel strenger, maar ik zie vooralsnog geen grote verschillen in de uiteindelijke cijfers.’
Het gevolg is wel, en daar is Remmen ongerust over, dat andere medische zorg in België in het gedrang dreigt te komen. ‘We moeten dit najaar goed uitkijken dat er niet opnieuw grote gaten vallen’, zegt hij. ‘Vaak zijn de meest kwetsbare mensen of patiënten met chronische aandoeningen hiervan het slachtoffer. Neem de hittegolf van vorige week. Ik heb deze keer niemand in de media oudere mensen horen waarschuwen voor de hitte, terwijl daar elk jaar terecht veel over te doen is. Maar we kunnen op dit moment alleen aan covid-19 denken.’
Ook intensivist Geert Meyfroidt maakt zich zorgen over de gezondheidswerkers in de eerste lijn, de huisartsen en het rusthuispersoneel, ‘die al zware maanden achter de rug hebben en er in de strijd tegen corona vaak alleen voor staan’. Maar als het gaat over de ziekenhuizen, waar hij werkt, klinkt hij wel geruststellend. ‘Onze ziekenhuizen hebben het in de eerste golf eigenlijk al vrij goed gedaan, en ditmaal zijn we veel beter voorbereid. Ik geloof dan ook dat bij een nieuwe coronagolf in de herfst niet opnieuw alle andere medische zorg in heel het land zal worden stopgezet. Het is niet dat we er zin in hebben, maar ik kom net uit een vergadering waar een van mijn collega’s zei: laat ze maar komen, we zijn er klaar voor. We hopen natuurlijk dat het er zo weinig mogelijk zijn, maar de patiënten zullen goed worden opgevangen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier