Vernietigen sociale media ons zelfbeeld? ‘Passief scrollen kan depressieve gevoelens opwekken’
Sociale mediaplatform Facebook blaast vandaag, 4 februari 2019, vijftien kaarsjes uit. Maar wat doen sociale media met onze mentale gezondheid? Een gesprek met klinisch psychologe Lien Faelens: ‘De negatieve emoties komen vooral naar boven bij passieve gebruikers; ze scrollen en klikken van profiel naar profiel zonder interacties aan te gaan.’
Bijna iedereen gebruikt vandaag sociale media en het volgen van al die posts en meldingen neemt heel wat tijd in beslag. Het lijkt vandaag voor velen bijna ondenkbaar om een avond op stap te gaan zonder door Facebook of Instagram te scrollen, een bericht te versturen, iets te delen of te liken. Maar wat is het effect van al dat gebruik op onze mentale gezondheid? Volgens doctoraatsstudent en klinisch psychologe Lien Faelens (25) is dat afhankelijk van persoon tot persoon.
Tijdens haar stagejaar bij de Universiteit Gent kwam Faelens voor het eerst langdurig in contact met een kwetsbare groep mensen. In hun persoonlijke verhalen kwamen sociale mediakanalen heel vaak aan bod en leken ze negatieve gevoelens en gedachten te versterken. Tegelijk zag ze hoe haar eigen generatie opgegroeid was met Facebook en er steeds meer tijd op spendeerde. De combinatie van die twee leidde tot een doctoraatsstudie waarin ze de invloed van sociale media op ons zelfbeeld onderzoekt.
Wat heeft u al ontdekt?
LIEN FAELENS: De invloed van sociale media op ons welzijn bleef tot op heden wat onduidelijk. Sommige studies rapporteerden positieve effecten zoals sociale ondersteuning. Uit andere studies bleek dan weer dat frequent gebruik van deze kanalen over lange tijd gepaard ging met meer angst of depressieve symptomen. Op basis daarvan stelden wij ons dan ook de vraag hoe en wanneer deze negatieve effecten optreden. Zo kwamen we tot de conclusie dat sociale vergelijking en zelfbeeld hierin een belangrijke rol kunnen spelen.
Die zaken verschillen bij iedereen. De ene persoon vergelijkt zich meer en is er gevoeliger voor dan de andere. Facebook en Instagram zijn platformen in ons leven die zich daar perfect toe lenen. Sommige mensen delen wel eens iets negatief, maar dat percentage staat totaal niet in proportie met de realiteit. Gebruikers worden voortdurend blootgesteld aan ‘verbloemde informatie’. Het lijkt alsof iedereen meer vrienden heeft, er beter uitziet, een mooier huis kocht, gaat trouwen, een avontuurlijke reis maakt, de perfecte baby op de wereld zet… Eigenlijk vormt dat een constante stroom om je eigen leven mee te vergelijken.
Welk effect heeft die ‘verbloemde’ informatiestroom op ons?
FAELENS: Het zien van al die levensgebeurtenissen kan heel wat teweegbrengen in je hoofd en kan je de indruk geven dat anderen gelukkiger zijn en het beter hebben dan jou. En dat kan dan weer invloed hebben op hoe jij over jezelf gaat denken en op lange termijn zorgen voor meer angst en depressieve symptomen.
Daarnaast kunnen mensen ook van zichzelf een positief of negatief zelfbeeld hebben, en is er ook een groep bij wie dat sterk fluctueert. Hun zelfbeeld is sterk afhankelijk van externe factoren en ze zoeken vaak bevestiging bij anderen. Wij noemen dat een contingent zelfbeeld. Voor hen is het dan ook extra moeilijk om die bevestiging niet op te zoeken op sociale media.
In hoeverre geldt dat ook voor mensen die zich goed in hun vel voelen?
FAELENS: Een hoog zelfbeeld beschermt je tot een bepaald niveau voor sociale vergelijking: je voelt je goed en laat je minder beïnvloeden door wat er op sociale media gebeurt. Mensen met een laag zelfbeeld vergelijken zichzelf van nature veel meer. Eigenlijk kijk je naar anderen om je beter te voelen, om te kunnen zeggen ‘dat het met jou toch nog niet zo slecht gaat’. Het verschil met de echte wereld is dat mensen op sociale media bijna alleen maar positieve gebeurtenissen posten. Als je gaat vergelijken om je beter te voelen, dan helpt het niet om alleen maar leuke dingen te zien.
Kunnen we dan maar beter allemaal geen sociale media meer gebruiken?
FAELENS: De negatieve emoties komen vooral naar boven bij passieve gebruikers; ze scrollen en klikken van profiel naar profiel zonder interacties aan te gaan. Als je de platformen zo gebruikt, kunnen ze kwetsbaarheden net versterken. Je stelt jezelf bloot aan een eindeloze stroom berichten over de levens van anderen, maar wel bekeken door een roze bril. Hoe meer je op Facebook of Instagram zit overigens, hoe minder kans dat je ze actief gebruikt.
Een hoog zelfbeeld beschermt je tot een bepaald niveau voor sociale vergelijking: je voelt je goed en laat je minder beïnvloeden door wat er op sociale media gebeurt.
Als je positieve effecten wil hebben van sociale media, gebruik je die best actief, en liefst privaat. Dat wil zeggen dat je interacties opzoekt via privé chat of besloten groepen, maar niet openbaar. Op die manier kan je een soort van band creëren, op zoek gaan naar gelijkgezinden, nieuwe mensen leren kennen en je identiteit ontwikkelen. Het zijn ook die connecties die mensen met kwetsbaarheden kunnen helpen. Als je bijvoorbeeld moeilijk contact legt, kan je via sociale media soms gemakkelijker een gesprek voeren. Je kan ook langer nadenken voor je antwoordt en de reacties kunnen sociale en mentale steun geven. Zo kan het net positieve effecten hebben voor mensen die angstig of heel timide zijn.
Waarom blijven mensen scrollen als het hen niet gelukkig maakt?
FAELENS: Daar gebeurt momenteel veel onderzoek naar. Eén van de dingen die daar al uitkwamen is de zogenaamde Fear Of Missing Out (FOMO): de angst om dingen te missen. Op Facebook worden veel evenementen gedeeld, er zijn privé- en groepsgesprekken, nieuwsberichten, meningen… Mensen hebben het idee dat ze alle leuke dingen missen als ze hun notificaties afzetten of hun smartphone in de kast leggen. Ze zien dan misschien niet dat er een evenement was of ze kunnen de volgende keer niet meepraten.
Ook verslavingsfactoren kunnen een rol spelen. Sommige mensen zijn er steeds meer mee bezig en zetten sociale media ook in om zich beter te voelen, net zoals een glas wijn, maar zo ga je steeds meer tijd spenderen op Facebook om hetzelfde effect te bereiken. Neem nu de nood aan likes, die geven je een goed gevoel. Wanneer je je profielfoto verandert, ben je in het begin misschien tevreden met twintig likes, maar die standaard komt steeds hoger te liggen. Voor je het weet heb je heel veel likes nodig om het idee te krijgen dat je foto ‘goed genoeg’ is, om je dus goed te kunnen voelen over jezelf.
Daarnaast kan door je newsfeed scrollen dan weer een gevoel van opluchting geven omdat je op de hoogte bent, maar ook die bevrediging is van korte termijn. Je hebt steeds meer Facebooktijd nodig om er zeker van te zijn dat je mee bent, en wanneer dat niet mogelijk is, kan je van streek raken.
Wat zijn de effecten op lange termijn?
FAELENS: Er zijn al een aantal studies gebeurd die over een langere periode liepen. In Denemarken lieten ze mensen bijvoorbeeld een week stoppen met Facebook. De mensen rapporteerden achteraf over het algemeen een beter gevoel van welzijn. Deze effecten waren sterker voor mensen die Facebook vaker gebruikten, meer scrollden en vaker jaloezie voelden bij het bekijken van foto’s van iedereens ‘perfecte leventje’. Het zou interessant zijn om dat op lange termijn te testen met een groep mensen met depressieve gevoelens.
Voor mensen die actief steun zoeken geldt dan weer het omgekeerde. Zij kunnen er zelfs meer uithalen voor hun welzijn dan wanneer ze sociale media niet gebruiken. Het is dus sterk afhankelijk van de manier waarop je het gebruikt en wat voor iemand je bent.
Wat adviseert u aan cliënten met een laag zelfbeeld, angsten of depressieve gevoelens?
FAELENS: Sta in de eerste plaats stil bij wat sociale media met jou doet, persoonlijk. Hoeveel tijd spendeer je eraan? Hoe gebruik je het? Wat voel je erbij? Sommige mensen scrollen bijvoorbeeld door Instagram om een mooie outfit te vinden, of recepten. Als je sociale media op die manier gebruikt, kan je er positieve dingen uithalen. Wanneer je merkt dat je gaat vergelijken en negatieve emoties voelt, zoek dan dat vergelijkingsmateriaal niet meer op. Breng minder tijd door op sociale media en probeer de platformen actief te gebruiken door interacties op te zoeken.
Het is ook belangrijk jezelf af te vragen in welke mate je die sociale media nodig hebt, er afhankelijk van bent. Als je voelt dat je er steeds vaker op moet zitten om je goed te voelen en het lastig hebt als je er niet op zit, dan is het misschien tijd om er bij stil te staan. Richtlijnen zouden zeker goed zijn, maar het blijft toch altijd belangrijk om per individu stil te staan bij wat het met die persoon doet. Als je sociale media bewust op een functionele manier gebruikt en er niet afhankelijk van bent, dan is er niets mis mee.
Op welke manier heeft uw onderzoek uw eigen gedrag op sociale media veranderd?
FAELENS: Ik ga er bewuster mee om, maar ik ben altijd een actieve gebruiker geweest, vooral privé. ’s Avonds heb ik ook vaak een scrollmomentje, maar ik heb het niet nodig. Meestal leg ik mijn smartphone daarna weg en vind ik hem de hele avond niet meer terug. (lacht) Ik wéét dat alles er positiever voorgesteld wordt dan het is en dat ik me alleen maar slecht ga voelen als ik begin te vergelijken. Het zegt niet veel over de realiteit en ik probeer het zo weinig mogelijk te laten bepalen hoe ik me voel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier