Herwig Reynaert
Verkiezingen: De grootste zijn betekent helemaal niet dat men erbij moet zijn
Verkiezingen winnen is één zaak, winnen aan de onderhandelingstafel een compleet andere, schrijft politicoloog Herwig Reynaert (UGent). ‘Verloren en toch gewonnen. Gewonnen en toch verloren. De volgende dagen zullen heel wat partijen dit aan den lijve ondervinden. Leidt het tot anti-coalities? Het kan.’
Net niet of net wel? Het maakt een wereld van verschil. Vraag het maar aan Thibaut Courtois en Toby Alderweireld van Atletico Madrid. Ze hadden de beker met de grote oren binnen handbereik en toch liep het in extra tijd nog mis. De ‘stadsrivalen’ van de Koninklijke verpestten het feestje. Ook bij verkiezingen is het antwoord op de ‘net niet – net wel’ vraag pas gekend als alle stemmen zijn geteld. Vraag het maar aan Peter Mertens van PVDA+. Hij heeft ongetwijfeld een Atletico-gevoel. Hij zei terecht dat hij werd uitgeteld in de 94ste minuut.
Onder een al bij al stralende zon trokken we naar de ‘moeder van alle verkiezingen’. Aangepast weer voor de topdag van de (representatieve) democratie. Ondanks alle bedenkingen die we kunnen hebben bij ons democratisch model, mogen we nooit uit het oog verliezen dat democratie een luxeproduct is dat we moeten koesteren. Een (voor)recht om te mogen kiezen. Velen in het buitenland benijden trouwens ons systeem.
Was de campagne, waren de politici één pot nat? Absoluut niet. De campagne was, op een aantal momenten na, inhoudelijk sterk gekruid. Het ging wel degelijk over iets. Over de verschillende maatschappelijke modellen, over diverse sociaaleconomische invullingen van hoe onze maatschappij in de toekomst kan evolueren. Wie zich als kiezer de moeite getroostte om zich te informeren, kon dit in overvloed doen. Aan debatten, interviews, reportages,… geen gebrek. De geïnteresseerde kiezer kwam inhoudelijk niet ongewapend aan de start.
Voor politici en politieke partijen is de verkiezingsdag een eigenaardige, ongetwijfeld zelfs wat onbehaaglijke, onwennige dag. Na een loodzware campagne staan ze voor het uur van de waarheid. Wordt N-VA incontournable? Haalt CD&V 20%? Ronden Groen en Vlaams Belang de kaap van 10%? Wie wordt de populairste? Blijft Jean-Marie Dedecker de waakhond in de Kamer? Het bleef bibberen tot de verlossende resultaten binnenkomen.
Waren het ‘historische’ verkiezingen? ‘Verliefd’ is men immers op dit adjectief. In het kamp van de verliezers staat Vlaams Belang met stip op één. De electorale hoogdagen zijn duidelijk achter de rug. Tien jaar geleden haalde men nog rond de 25%. De kiezer zorgde nu nog slechts voor een stokje achter de deur. Voor Vlaams Belang werd 25 mei een ‘gitzwarte zondag’. Het wordt opnieuw puin ruimen. Tot het verliezende kamp behoort zonder enige twijfel ook een vroegere coryfee van de Belgische politiek, Jean-Marie Dedecker. LDD kwam enkel en alleen nog op in West-Vlaanderen voor de federale verkiezingen maar haalde de kiesdrempel niet. Dedecker werd verslagen met ippon.
Over naar de winnaars. Er is er maar één: N-VA, voortaan de grootste Vlaamse politieke partij. Zij speelt straks eventueel de eerste viool. Dan begint voor N-VA het echte en misschien wel het moeilijkste werk. Het waarmaken van de verwachtingen van ‘Verandering voor Vooruitgang’.
CD&V strandt in de buurt van de verhoopte 20% en zal straks ongetwijfeld zowel in de Vlaamse als de federale regering komen.
De partij van Bruno Tobback haalt ongetwijfeld min of meer opgelucht adem, want heeft stand gehouden. Eenzelfde gevoel heerst ongetwijfeld bij Gwendolyn Rutten. De ‘goesting in de toekomst’ zal er ongetwijfeld nog groter door worden.
Voor Groen waren de verkiezingen een uitdaging. In de peilingen deden ze het opvallend goed. Het resultaat is beter dan de vorige keer maar wellicht had men toch op iets meer gehoopt. De verhoopte 10% kwam er niet.
De kiezer heeft in ieder geval de politieke kaarten grondig geschud. De politieke kaarten liggen op tafel. De politici moeten er nu verder mee aan de slag. De machtsverhoudingen tussen en binnen de lijsten zijn bekend. Een ander schouwspel dient zich aan. De coalitievorming kan van start gaan. Een paringsdans van jewelste. Geen wandeling door het park. Het moet leiden tot de vorming van een bestuursmeerderheid op de diverse niveaus. Zeker op federaal niveau wordt dit opnieuw geen sinecure met respectievelijk een gele winnaar aan Vlaamse en een rode aan Waalse kant. Dit belooft. Graag geen nieuw wereldrecord!
De grootste zijn: het betekent hoogstens dat men aan zet is, helemaal niet dat men erbij moet zijn
Wat speelt er zoal bij coalitievorming? Talrijke strategische overwegingen. Bij de eigenlijke partnerkeuze spelen, gelukkig maar, overeenkomsten in het verkiezingsprogramma. In de mate van het mogelijke wil men toch een coherent inhoudelijk verhaal. Goede persoonlijke contacten tussen de sterkhouders van de onderhandelende partners spelen eveneens een belangrijke rol. Goede ervaringen in de meerderheid eveneens.
Verkiezingen winnen is één zaak, winnen aan de onderhandelingstafel een compleet andere. Verloren en toch gewonnen. Gewonnen en toch verloren. De volgende dagen zullen heel wat partijen dit aan den lijve ondervinden. Leidt het tot anti-coalities? Het kan.
Iets nieuws onder de zon? Helemaal niet. Sinds mensenheugenis verloopt het op die manier. Alle partijen doen eraan mee. De grootste, de populairste zijn. Hiermee koopt men niet altijd iets. Het betekent hoogstens dat men aan zet is. Helemaal niet dat men erbij moet zijn. Niet te begrijpen is het voor heel veel kiezers ongetwijfeld wel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier