Verkiezingen 2024: waarom winst voor het Vlaams Belang geen zegen zou zijn voor de N-VA
Als Bart De Wever in 2024 samen met de PS een historisch akkoord wil sluiten dat een einde maakt aan het huidige Belgische bestel, moet hij ‘zijn’ N-VA’ers in de hand kunnen houden, ver weg vooral van het Vlaams Belang.
Het was te voorspellen dat er extra media-aandacht zou zijn voor de verkiezing van Jeroen Bergers tot nieuwe al- gemeen voorzitter van Jong N-VA. In 2018 dook Bergers op in de beruchte Pano-documentaire over Schild & Vrienden. Bergers verontschuldigde zich daarvoor publiekelijk. Bij de N-VA bleef hij welkom, bij de Vlaamse Jeugdraad niet.
Vier jaar later kiezen de Jong N-VA’ers Bergers dus als algemeen voorzitter. Vanzelfsprekend kwam zijn S&V-verleden opnieuw ter sprake. Zijn medestanders wezen erop dat een jongeman die jaren terug in de fout ging een tweede kans verdient. Tegelijk was er protest tegen het onregelmatige verloop van de verkiezingen: Bergers zou leden van andere partijen (met name de Open VLD en het Vlaams Belang) hebben laten meestemmen, net als een groep bevriende Leuvense studenten die verder niet geïnteresseerd bleken in de N-VA. Na een woelige afdelingsraad (de ‘algemene vergadering’) van de Jong N-VA blijft Bergers erbij dat hij de nieuwe voorzitter is. Andere Jong N-VA’ers laten de pers weten dat ze vinden dat het zo niet verder kan.
Conner Rousseaus poging om de lokale coalities met de PVDA op te blazen werd begrepen als een geste naar Bart De Wever.
Dergelijke twisten komen wel vaker voor in jongerenafdelingen. De vraag is in hoeverre Bergers zijn radicaliteit verloren heeft. Als militant van het Taal Aktie Komitee (TAK) steekt hij zijn afkeer voor België niet weg. Op het internet staan oude foto’s waarop Bergers letterlijk zijn voeten veegt aan de Belgische driekleur. Voor TAK-leden én sommige N-VA’ers is daar niets mis mee. In 2019 wilde Vlaams Parlementsvoorzitter Liesbeth Homans (N-VA) ook niet op de foto ‘voor die Belgische vod’. Vandaar dat niemand ervan opkeek dat Bergers zichzelf vorige week omschreef als ‘een activist die de vinger op de Belgische wonde legt’. En eraan toevoegde: ‘Die activistische houding zal Jong N-VA de komende jaren meer dan ooit aannemen.’
Zou het? Bergers’ mandaat loopt tot en met het verkiezingsjaar 2024: in mei zijn er regionale, federale en Europese verkiezingen en op 13 oktober volgt de gemeentelijke stembusgang. Het is maar de vraag of de N-VA uitgerekend dan gediend is met opzichtig anti-Belgisch gestook. In 2024 zullen al die verkiezingen haast wetmatig met elkaar interfereren. Winnaars in mei kunnen in oktober hun voorsprong vergroten. Omgekeerd hebben verliezers nog één grote kans om de winnaars neer te halen. Intussen zijn wel al de Vlaamse en federale regeringsvormingen bezig. In Vlaanderen leidt de grootste partij de eerste onderhandelingen. Volgens de peilingen zou dat het Vlaams Belang kunnen zijn.
Blank en moslimvrij
Het wordt dus simultaanschaken voor N-VA-voorzitter Bart De Wever. Hij moet ‘scoren’ bij de verkiezingen, dus op zijn minst in het zog blijven van het Vlaams Belang. Hij moet vervolgens zijn partij op zo veel mogelijk niveaus mee in het bestuur krijgen: in Vlaanderen natuurlijk – waar de N-VA sinds 2014 de minister-president levert – maar ook in het federale België. De Wever neemt het Open VLD-voorzitter Egbert Lachaert nog altijd kwalijk dat hij in september 2020 koos voor een federale regering met de groenen en zonder de N-VA. In 2024 heeft De Wever nog één goede kans om de slag te slaan die hij vóór het ‘verraad’ van Lachaert aan het voorbereiden was met de socialisten, dus met Paul Magnette en Conner Rousseau. Ook in 2024 moet het gaan om een historisch communautair akkoord dat een einde maakt aan het bestaande federale België met zijn overlappingen, bevoegdheidsconflicten en blokkeringen. Zo’n akkoord is complex en vraagt tijd om uitgewerkt te worden. De onderhandelaars kunnen onmogelijk klaar zijn als de Vlaming in oktober opnieuw gaat stemmen. Vandaar de zorg dat de daaropvolgende lokale coalitievormingen geen stoorzender worden voor het ‘grote’ regeerakkoord. En dat een jongerenvoorzitter met een S&V-verleden zijn plaats kent.
Concreet: quid Vlaams Belang? Het is stilaan een obsessie voor De Wever: zullen de N-VA’ers nog voorbehoud maken tegen de omgang met het Vlaams Belangers? Want natuurlijk zal het Vlaams Belang hen uitnodigen om samen te besturen in de gemeentes waar beide partijen de meerderheid hebben. Als het wiskundig kan, zullen er vanaf mei al stemmen opgaan om samen Vlaanderen te besturen en, waarom niet, vanuit het Vlaams Parlement eenzijdig de onafhankelijkheid van Vlaanderen uit te roepen. De Wever gruwt van de idee alleen, en dat om twee redenen. Eén: als de N-VA ergens in zee gaat met het Vlaams Belang is de kans groot dat de PS-top niet anders kan dan alle onderhandelingen af te blazen met de ‘handlangers van het fascisme’. Beneden de taalgrens zal de oorlogstaal niet worden geschuwd. Een historisch akkoord kan De Wever dan wel vergeten. En, nog belangrijker: het zou ook een verraad zijn aan zijn eigen politieke project. De Wever wil zeker géén ‘blank’ en moslimvrij Vlaanderen zoals het Vlaams Belang dat ziet. Toen De Zondag hem vroeg of minister van Omgeving en Energie Zuhal Demir minister-president zou kunnen worden, was het antwoord: ‘Ik ga niet ontkennen dat haar profiel helemaal de identiteit van de N-VA belichaamt: de dochter van een Turks- Koerdische mijnwerker die perfect geïntegreerd is en de harten van de Vlamingen verovert. De idee dat zij op het allerhoogste schavot zou komen, is niet vergezocht voor mij.’ Over huidig minister-president Jan Jambon werd niet gerept.
Demir is vandaag dé troefkaart van De Wever. Ze is een ‘rebelse’ minister die zelfs vanuit het bestuur ‘het systeem’ uitdaagt. Op De Wever na zijn er niet veel die dat kunnen. Tegelijk profileert ze zich zelden als een anti- Belgische furie. Ze beargumenteert haar verzet tegen gascentrales niet als een gevecht van een Vlaamse tegen een federale minister, maar als haar eigen strijd tegen fossiele brandstoffen, dus voor het klimaat, voor bevoorradingszekerheid en voor betaalbaarheid van energie. Dat gevecht voor de ‘gewone Vlaming’ sluit zelfs aan bij wat Vooruit-voorzitter Conner Rousseau zegt.
Zelzate en Borgerhout
In 2003 was de kernuitstap een groen-rood project van Ecolo/Agalev en de SP.A. Dat bleef zo, bijna twintig jaar lang. Onder Rousseau werd Vooruit een minder openlijke voorstander van die kernuitstap. En sinds de Oekraïense oorlog de groenen deed toegeven dat ook zij niet afhankelijk willen blijven van (Russisch) gas, ging Rousseau, nu ja, ‘volle gas vooruit’. Zondagochtend zei De Wever dat vijf kerncentrales mogen openblijven. Zondagmiddag ging Rousseau op VTM voor twee centrales. Verschil moet er zijn.
Een as tussen de N-VA en Vooruit lijkt in wording. In Antwerpen is Vooruit de gedroomde onderaannemer voor de N-VA. In 2024 wordt dan ook een socialistische herintrede in de Vlaamse regering verwacht, hand in hand met een federale rentree van de N-VA. Dat werpt ook een ander licht op de merkwaardige actie van Conner Rousseau. Kort na het begin van de oorlog in Oekraïne, zo bevestigen meerdere bronnen, werd de Vooruitmandatarissen van Zelzate en Borgerhout ‘van hogerhand’ gevraagd om te stoppen met hun lokale coalitie met de ‘Poetinvrienden’ van de PVDA. Dat is niet gebeurd, ‘maar de druk was er wel’. Handelde Rousseau alleen uit solidariteit met Oekraïne – en omdat hij als geboren sociaaldemocraat de PVDA écht niet moet? Natuurlijk kent hij De Wevers bezorgdheid over de lokroep vanuit het Vlaams Belang. Daarbij roept die partij één argument in waartegen De Wever ook voor zichzelf geen goed antwoord heeft: ‘Waarom mogen Groen en Vooruit wel lokaal besturen met de PVDA, en zouden N-VA’ers dat niet mogen met het Vlaams Belang?’ In die zin werd Rousseaus poging om de lokale coalities met de PVDA op te blazen, vooral begrepen als een persoonlijke geste richting Bart De Wever. Een verlovingsring klinkt overdreven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier