Philippe Nys, voorzitter van Jong VLD, hoopt dat de pensioenplannen van de federale regering niet opnieuw de rekening zullen doorschuiven naar de volgende generaties. ‘Minister Lalieux zal de partijpolitiek moeten overstijgen.’
Binnenkort presenteert minister van pensioenen Karine Lalieux haar pensioenplan. In tweede zit. Meteen de laatste kans voor haar om het beeld te keren dat ze de zwakke plek van deze regering is, als was ze een tweede Michel Daerden. Want haar vorige poging in september kon je bezwaarlijk ernstig noemen. Toen werd ze snel naar huis gestuurd nadat ze enkele niet doorgesproken, donkerrode pensioenvoorstellen lanceerde. Donkerrood is immers ook de kleur van de pensioenfactuur voor de komende generaties, des te meer mocht dat plan tot uitvoering zijn gebracht.
Is dat zo zwartgallig als het klinkt? Laten we er de cijfers nog eens bijhalen. Tussen 2019 en 2050 zullen de pensioenuitgaven volgens de Studiecommissie voor de Vergrijzing toenemen met 3,5% van ons bruto binnenlands product, zeg maar de totale waarde van onze jaarlijkse productie. In 2019 gaven we in ons land maar liefst 49 miljard euro uit aan pensioenen. Per jaar tikt er bij de pensioenfactuur meer dan 2 miljard euro bij. Ter vergelijking: jaarlijks komt er dus het volledig werkingsbudget van justitie bij. Waanzin.
En dan de hamvraag: wie zal dat betalen? De werkenden van vandaag. Zij dragen in ons repartitiesysteem bij voor zij die vandaag een pensioen ontvangen. In 1990 waren er voor elke 67-plusser nog 5 jongere schouders (18-66 jaar) die de lasten konden dragen. Vandaag is dit 3,72. Tegen 2050 slechts 2,5. Minder en minder actieve werkenden zullen -door de vergrijzing- meer en meer gepensioneerden moeten ondersteunen.
Verbaast het dat jongeren amper nog geloven dat ze zelf een pensioen zullen hebben?
We zijn bovendien koplopers op dat vlak: in geen enkel West-Europees land zal de pensioenfactuur de komende jaren zo sterk stijgen. Vrijwel geen enkel West-Europees land is minder voorbereid op de pensioenfactuur dan wij. En in zulke context komt minister Lalieux met beloftes om de pensioenuitkeringen nog verder te verhogen zonder ernstige hervormingen? Hoeft het dan te verbazen dat jongeren amper nog geloven dat ze zelf een pensioen zullen hebben? Sterker nog, hoe zou het komen dat sommigen zelfs het geloof in de politiek verliezen?
Deze toestand is ronduit dramatisch. We stevenen af op een pensioencrisis. En de weigering om dit te willen zien is wraakroepend. Wij jongeren kunnen niet anders dan vaststellen dat de babyboomers – of toch hun verkozen politici – deze pensioenfactuur al te vaak willen doorschuiven naar onze generatie. Tel daarbij de woningcrisis met steeds hogere vastgoedprijzen, het nu al rampzalig structureel begrotingstekort en de klimaattransitie die we met z’n allen tot een goed einde moeten brengen, en er is weinig nodig om in die context een generatieconflict te zien. Liberalen geloven dat mensen die werken, moeten kunnen vooruitgaan. Dat mensen zich moeten kunnen opwerken van onderaan de ladder. Wel, deze liberale belofte van sociale mobiliteit klinkt elke dag holler.
De regering staat dus voor een cruciale opdracht, die tegelijk een kans is. Een kans om te tonen dat de factuur niet altijd doorgeschoven wordt. Dat de politiek wel nog kan bijdragen tot een sociaal contract over generaties heen. Met de grote krapte op de arbeidsmarkt is er bovendien geen beter moment om de pensioenen te hervormen dan vandaag. Het al lang achterhaalde riedeltje dat ouderen de jobs innemen van jongeren kan definitief naar de prullenmand. Overal schreeuwt men om arbeidskrachten en de ervaring van babyboomers zal daarbij van pas komen.
We weten wat er moet gebeuren. Elke pensioenmaatregel zou moeten getoetst worden aan twee criteria: vermindert de maatregel de totale pensioenlast? En versterkt het de link tussen werken en pensioenopbouw? Zonder een positief antwoord op beide toetsstenen, dient elk pensioenakkoord naar de vuilbak verwezen te worden. Ook het recente CD&V-plan doorstaat deze test niet.
We willen mevrouw Lalieux gerust op weg helpen. Er is laaghangend fruit. Met name de nog steeds te ruime stelsels van vervroegde uittreding. Nog te vaak vervallen we in ons land in stereotypen wanneer het gaat over de competenties van oudere werknemers. Terwijl net een samenwerking tussen werknemers met ervaring en jong bloed voor de beste mix van competenties in een onderneming zorgt. Het brugpensioen, tegenwoordig SWT, heeft dan ook geen plaats in een modern arbeidsmarktbeleid.
Wat we nodig hebben is loopbaandenken. Minder dan de leeftijd moet de lengte van de loopbaan bepalend zijn. Dat Lalieux in september voorstelde om de regels rond vervroegd pensioen te versoepelen, is de komende generaties uitlachen. De steeds terugkomende discussie over de lengtes van loopbaan en pensioenleeftijd kan nochtans elegant beëindigd worden: koppel dit aan de levensverwachting. Worden we ouder, dan werken we langer. Logisch en rechtvaardig.
Betekent dit dat iedereen effectief 45 jaar of langer zou moeten werken? Neen, bij loopbaandenken hoort flexibiliteit. Het moet perfect mogelijk zijn om vroeger op pensioen te kunnen gaan. Weliswaar zolang dit financieel neutraal gebeurt voor de overheid. Met andere woorden: voor elk jaar dat je vroeger uittreedt op de arbeidsmarkt wordt er een pensioenmalus in rekening gebracht. De tijd van de free lunch is voorbij.
Natuurlijk is een omvattend pensioenakkoord breder. De hoogste ambtenarenpensioenen worden afgetopt. De tweede pijler wordt veralgemeend. En we laten periodes van lange inactiviteit minder zwaar meetellen in de pensioenberekening. Dit zijn fundamentele lijnen. Geen enkel akkoord zou onder deze lat mogen.
Mevrouw Lalieux weet wat haar te doen staat: de partijpolitiek overstijgen. Vergeet de mislukte PS-recepten uit het verleden. Wees niet de PS die Frank Vandenbroucke uit de paarse regering liet zetten toen hij de alarmbel over de vergrijzing luidde in 2004. Toon ons visie en staatsmanschap. Een nieuwe PS die bereid is om eindelijk de succesrecepten uit Scandinavië ook hier toe te passen. Denk aan de jongeren en ontmijn de tikkende tijdbom van het pensioendossier.
Philippe Nys is voorzitter van Jong VLD.
Lees ook:
– Hoeveel moet u sparen voor een leefbaar pensioen? Praktische tips en cijfers
– ‘Voor wie hoopt op een mooie oude dag belooft het nog spannend te worden’
– Intergenerationele solidariteit drukt zich uit op manieren die de overheidsbegroting niet vat.
– Iedereen 1500 euro pensioen? ‘Vertrekken van een 1 mei-slogan is niet de goeie aanpak’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier