Jago Kosolosky
‘Vandaag verdampt voor velen (de illusie van) vrede’
Vandaag, zondag 3 september, vindt de 96ste IJzerbedevaart plaats. Hoofdredacteur van MO* Jago Kosolosky is één van de uitgenodigde sprekers rond het thema ‘Onze wapens voor Vrede: Vrijheid en Verdraagzaamheid’. Hier leest u een neerslag van de toespraak die hij in eigen naam gaf.’
Ik open graag met deze woorden van de Amerikaanse auteur James Baldwin.
“Er is iets ingestort in de westerse wereld. Het sociaal contract is verraden. Mensen grijpen krampachtig naar dingen en klampen zich vast aan al wat ze denken te kunnen bemachtigen. In paniek vertrappelen ze hun buren. Er begint iets te barsten. Mensen hamsteren materiële zaken omdat ze niets anders hebben. Ze geloven er niet echt in. Maar toch doden ze om het te bemachtigen. En net dat bewijst het morele bankroet van onze wereld. We lijken nog altijd niet te beseffen dat als ik honger heb, jij in gevaar bent. Als mensen denken dat mijn gevaar hen veilig maakt, zitten ze pas echt in de problemen.”
Baldwin zei dit enkele maanden voor zijn dood in 1987, tijdens een interview op de Britse televisie. Hij wist dat er zonder rechtvaardigheid geen vrede is, kan zijn of zal zijn. En vandaag lijkt elk greintje rechtvaardigheid zoek.
***
Het is niet aan ons om vrede te vrijwaren. Want we kennen ze niet. Niet hier in Vlaanderen, niet hier op deze wereld. Vrede is meer dan de afwezigheid van grootschalig geweld tussen landen. Vrede is de aanwezigheid van rechtvaardigheid voor allen, gevrijwaard van groot en klein geweld.
Wie wil me tegenspreken? Me vertellen hoe fragiel, maar duidelijk aanwezig, vrede is rondom ons? Me overtuigen dat we ze, alsof ze vandaag een garantie is voor allen, enkel moeten beschermen?
Het is een aantrekkelijke illusie. Maar waar is die wereld zonder geweld? Waar is die wereld waarin we niet voortdurend het vloeien van het bloed van anderen vergoeilijken?
Wie die alomtegenwoordige vrede toch waarneemt, mag ze luid verkondigen.
Aan de mensen die enkele dagen geleden werden “opgekuist” aan het Zuidstation in Brussel als deel van wat ik enkel politiek theater kan noemen.
Aan elke oudere die eenzaam wegkwijnt onder Vlaamse daken.
Aan de alleenstaande moeders die brooddozen niet langer gevuld krijgen en momenteel angstig de kosten van schoolboeken aan het optellen zijn.
Aan een derde van de Vlamingen die zeggen dat ze moeilijk een onverwachte uitgave van 1000 euro kunnen betalen.
Aan elk achtste kind in Vlaanderen dat opgroeit in kansarmoede.
Aan de Russische dienstplichtigen die onwillig een slagveld worden opgeduwd, maar niet rijk genoeg zijn om een uitweg te bekostigen.
Aan elke Oekraïener die geen familieleden meer heeft.
Aan de mensen wiens lijf en bloed kookt door de klimaatcrisis en voor wie Europese deuren toch gesloten blijven.
Aan de lijken die zich opstapelen rond Fort Europa, lijven vergeefs op de vlucht. U vindt ze in de detentiekampen in Libië en kan hun bloed proeven in de Middellandse Zee.
Aan de alleenstaande mannen die deze week te horen kregen dat ze in België geen recht meer hebben op opvang nadat ze zich aanmelden als asielzoeker. Dat is nochtans een internationale verplichting. Maar een regering die intussen de Belgische Staat – wij dus – en Fedasil al meer dan 44 miljoen euro onbetaalde dwangsommen opleverde, vindt het niet erg dat bedrag nog wat op te trekken. Nieuwe rechtszaken en veroordelingen staan vast. Spreken van nalatigheid zou veel te aardig zijn.
***
We kiezen met z’n allen, als samenleving, elke dag voor geweld. We tolereren het en accepteren het. Vrede was er nooit, alleen verdampt die illusie pas vandaag voor velen. Sommige mensen dweilen dan misschien met de kraan open, maar ook zij zien hun rode lijn gewoon keer op keer verschuiven.
***
Veel primaten, gorilla’s bijvoorbeeld, kennen een dominantiehiërarchie. Een sociale rangorde die met een ijzeren vuist afgedwongen moet worden.
De hersenen van de mens mogen dan problematisch groot geworden zijn de afgelopen honderden millennia, ook wij blijven primaten. Primaten met de meest basale instincten.
Zoals het instinct om predikers van – al dan niet denkbeeldige – gevaren op een sokkel te hijsen. Of het instinct om ons daarna te verstoppen achter de grootste zilverrug die zich het luidst op de borst weet te slaan.
Die instincten duwen ons steeds weer in de hebberige armen van politici die ze als geen ander weten uit te melken. Het gebeurde in sneltempo, maar de speelplaats is overgenomen door de pesters, de bullebakken. Zij delen nu de lakens uit.
Er is geen beter argument voor een parlement van huismoeders, voor een regering gestuwd door liefde en vertrouwen, dan de toxische cultuur aan de top. Een cultuur waarin een minister kan opstappen omwille van haar eigen mentale gezondheid nadat ze herhaaldelijk toonde dat de mentale gezondheid van haar medewerkers haar niet deerde.
***
If you pay peanuts, you get monkeys. Dat krijg ik dan te horen. Als je met pinda’s betaalt, krijg je apen… Hebzucht is vandaag een keurmerk, toch? Zo weet je dat je kwaliteit in huis hebt. Dààrom betalen we buitensporige sommen aan mensen die ons allen moeten vertegenwoordigen.
Wel, wie containers vol bananen betaalt, krijgt gorilla’s. Gorilla’s die erin slagen het bloed van de extreme inkomensongelijkheid weg te wassen. Gorilla’s die economisch en financieel geweld zonder zorgen laten woekeren. Gorilla’s die ons rechtssysteem durven belasten om hun even onverdedigbare als ondoorzichtige pensioenbonussen te kunnen behouden. De voorbeelden zijn veel te talrijk en niet gebonden aan partijen of personen.
Baldwin zag het al. ‘Ze klampen zich vast aan al wat ze denken te kunnen bemachtigen.’
De mens is niet inherent egoïstisch, er is voldoende solidariteit om ons heen om dat te beseffen. Maar mensen zijn dat wel. New York Times-columnist David Brooks omschrijft het als volgt: ‘Ik zou zeggen dat veel van onze publieke figuren uiteindelijk een zichzelf waarmakende voorspelling in het leven hebben geroepen. Door mensen te vertellen dat ze van nature egoïstisch zijn en omringd zijn door anderen die van nature egoïstisch zijn, hebben we elkaar aangemoedigd om de egoïstische kant van onze aard te vergroten.’
Onze wapens voor vrede, naast solidariteit, zijn vrijheid en verdraagzaamheid. En het is tijd om ze in te zetten. Om er onze ogen en die van anderen mee open te rijten. Opdat we het leed rondom ons zien. Opdat we onze illusie van vrede, enkel omdat grootschalig geweld tussen staten niet in onze straten plaatsvindt, durven toetsen aan de werkelijkheid. Een werkelijkheid van dagelijks en doortastend geweld en leed.
Nooit meer oorlog.
Plus jamais de guerre.
No more war.
Nie wieder Krieg.
We stelden de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog al vaak teleur. Op kleine, maar ook op grote schaal. We deden het me een Tweede Wereldoorlog, in Korea, Congo, Irak, Afghanistan…
Ik veronderstel dat ze ons één laatste oorlog wel kunnen vergeven. Een oorlog waarbij enkel geweld zelf sneuvelt. Een oorlog waarbij geen bloed vloeit. Een oorlog die we kunnen winnen, bewapend tot de tanden met vrijheid en verdraagzaamheid. Eén laatste oorlog.
Want zolang ik honger heb, ben jij in gevaar. Zolang zij honger hebben, zijn wij in gevaar.
Zolang wij honger hebben, zijn wij in gevaar.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier