Van der Straeten: ‘Steunmechanisme voor investeringen energiebronnen geen subsidiekanon’
Het steunmechanisme voor investeringen in energiebronnen dat de uitstap uit de kernenergie moet mogelijk maken, zal niet enkel gericht worden op gascentrales. Dat heeft de nieuwe minister van Energie, Tinne Van der Straeten (Groen), woensdag verklaard in de Kamer. Ze benadrukte ook dat het ‘geen subidiekanon’ wordt.
De nieuwe minister kreeg woensdagmorgen haar vuurdoop in de commissie Klimaat, met Patrick Dewael als kersverse voorzitter, met een gedachtewisseling over dat steunmechanisme – voluit het capaciteitsvergoedingsmechanisme (CRM). Het gaat om een systeem waarin steun wordt voorzien voor investeringen die de bevoorradingszekerheid van ons land moet garanderen. Op de achtergrond speelt de geplande kernuitstap in 2025. De timing voor die CRM is ‘challenging’, gaf Van der Straeten toe.
Tijdens het voorbije jaar is er veel tijd verloren gegaan in het dossier. In oktober volgend jaar staat een veiling gepland van de projecten die in aanmerking komen voor de steun. Intussen is de Europese Commissie een onderzoek gestart en een eerste antwoord van de regering wordt op 22 oktober verwacht. Bij de CRM wordt over het algemeen richting gascentrales gekeken. De minister stelde echter dat het mechanisme marktbreed en technologieneutraal is. ‘Ik zal me ertegen verzetten dat de CRM tot gascentrales wordt herleid’, al zullen er wel projecten van gascentrales zijn, luidde het. ‘Het wordt ook geen subsidiekanon’, onderstreepte de groene politica. ‘De teneur over vele honderden miljoenen… Neen. Het ondersteunt investeringen en moet ervoor zorgen dat de energiebevoorrading gegarandeerd wordt.’
Een belangrijke leidraad voor de minister in het uittekenen van het mechanisme is een resolutie die de Kamer in juli goedkeurde en die mee onder haar impuls – toen nog als Kamerlid – tot stand kwam. Die tekst schrijft voor dat de factuur voor de gezinnen en bedrijven niet mag toenemen. ‘De factuur is een bekommernis die wij delen en die ook de Europese Commissie deelt’, aldus Van der Straeten.
Ze merkte op dat het de bedoeling is van de DG Concurrentie, de afdeling van de Commissie die het Belgische dossier onderzoekt, om te voorkomen dat het systeem aan overcompensatie doet. Dat vermijden moet ook een invloed hebben op de kostprijs, luidde het. ‘Ik ben daarover aan de slag’, stelde ze. Maar het is voor haar van belang ‘stap voor stap’ aan de slag te gaan. Zo moet ook bijvoorbeeld nog de volumebepaling gebeuren. Daarover wordt halfweg november een rapport verwacht. ‘Maar de regering heeft het engagement van de resolutie in het regeerakkoord gestoken. De richting die het parlement heeft aangegeven, wordt gevolgd.’ (