De drie vakbonden bij De Lijn stappen naar het Grondwettelijk Hof om de minimale dienstverlening bij een staking aan te vechten. “Het decreet is een zoveelste aanval op het stakingsrecht”, zeggen ACOD, ACV en ACLVB in een persbericht.
De Vlaamse regering was lang vragende partij voor een systeem van minimale dienstverlening bij De Lijn, naar analogie met het federale systeem bij spoorwegmaatschappij NMBS. Vlaams mobiliteitsminister Lydia Peeters (Open Vld) gaf het sociaal overleg bij De Lijn eerst de tijd om een voorstel uit te werken, maar in december vorig jaar kwam ze zelf met een voorstel op de proppen.
Die regeling werd uiteindelijk in mei goedgekeurd in het Vlaams parlement. Het decreet voorziet onder meer dat een stakingsaanzegging minimaal 8 dagen op voorhand moet worden gemeld en dat werknemers tot 72 uur voor de staking de tijd krijgen om te laten weten of ze mee staken of niet. Op basis van die informatie tekent De Lijn dan een vervoersaanbod uit, dat minstens 24 uur op voorhand bekendgemaakt wordt aan de reizigers.
‘Het voorstel is een zoveelste aanval op het stakingsrecht en kwam tot stand op voorstel van Vlaams minister Lydia Peeters en dit zonder enig ernstig overleg met de sociale partners’, klinkt het dinsdag bij het gemeenschappelijk vakbondsfront. Daarom hebben de drie vakbonden beslist om het decreet aan te vechten bij het Grondwettelijk Hof.
Het verzoekschrift zal morgen/woensdag worden ingediend in aanwezigheid van een vakbondsdelegatie. In september werd er bij een nationale actiedag van de socialistische vakbond voor het eerst een minimale dienstverlening bij De Lijn uitgewerkt. En ook tijdens een nationale stakingsdag op 6 december werd het systeem toegepast.
‘De (conservatieve) houding van de vakbonden is onbegrijpelijk’, reageert Vlaams minister Peeters. ‘Keer op keer stond de reiziger tijdens stakingen in de kou. Met de continuïteit van de dienstverlening maken we daar komaf mee zonder te raken aan het stakingsrecht: wie wil staken, moet dat kunnen, maar wie wil werken moet dat ook kunnen’, zegt ze.
Peeters ontkent ook dat er geen overleg heeft plaatsgevonden. Directie en vakbonden hebben tijd genoeg gekregen om een akkoord te bereiken, klinkt het. En na haar eigen voorstel zouden de bonden met een eigen voorstel komen, maar daar zagen ze uiteindelijk van af.
In september werd er bij een nationale betoging van de socialistische vakbond voor het eerst een minimale dienstverlening bij De Lijn uitgewerkt. En ook tijdens een nationale actiedag op 6 december werd het systeem toegepast. Toen reed ongeveer 60 procent van het normale aantal bussen en trams van De Lijn.
Voor Peeters het bewijs dat het systeem zijn nuttig is. ‘Reizigers wisten op voorhand of hun bus/tram al dan niet reed. Zo konden ze zich organiseren. Een hele verbetering voor de reizigers die vroeger ’s ochtends pas ontdekten of ze een bus of tram hadden.’
