Sébastjen Schoenaers
‘Uw belastinggeld gaat naar fundamentele plantwetenschappen, en dat is goed nieuws’
Voor de Universiteit Van Vlaanderen staat Sébastjen Schoenaers stil bij de nood aan fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. ‘Maar als de gevolgen van de klimaatverandering pijnlijk voelbaar worden, zullen we willen dat doeltreffende oplossingen klaar liggen.’
Als moleculair bioloog bestudeer ik hoe planten groeien. Mijn dagen spelen zich af in laboratoria, achter peperdure microscopen waarmee ik inzoom op planten en bestudeer hoe genen en eiwitten er samen, als een ongezien complexe klok, de cel (en dus de plant) doen groeien. Uit mijn onderzoek vloeit geen directe toepassing voort. Afrikaanse boeren zullen er, althans op de korte termijn, niet beter van worden, net zo min als de Vlaamse landbouwers.
Toch betaalt het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) over een periode van drie jaar nagenoeg € 295.000 om dit onderzoek mogelijk te maken. Het grootste deel van dit bedrag is belastinggeld dat uit uw vol gaten gewerkte zakken komt. En dat lijkt soms iets waar in Vlaanderen honderden wetenschappers zich onder het juk van de maatschappelijke verantwoording denken schuldig voor te moeten voelen. In 2020 alleen al vertrouwde het FWO meer dan € 200.000.000 aan belastinggeld (vereffeningskrediet voor mandaten en projecten) toe aan jonge wetenschappers om fundamenteel onderzoek uit te voeren. Lees: onderzoek waar naar alle waarschijnlijkheid geen directe toepassing uit voortvloeit.
Voelt u uw belastingplichtige haren al overeind komen? Ik begrijp het.
Waarom -in godsnaam- beslist de Vlaamse overheid om uw belastinggeld te doneren aan fundamenteel wetenschappelijk onderzoek? Is het dan niet de bedoeling dat we uw zuurverdiende centen zien renderen? Uw kinderen en kleinkinderen moeten er beter van worden, en welk eiwit er dan in zo’n groeiende plantencel van links naar rechts beweegt zal daar zeker niet toe bijdragen…
Of toch?
Staat u me toe om hier een uit het leven gegrepen scenario als illustratie te gebruiken.
In 1892 beslissen de Russische botanicus Dmitri Ivanovsky en de Nederlandse microbioloog Martinus Beijerinck om de bacteriën uit het sap van hun zieke tabaksplanten te filteren. Tot hun grote verbazing merken ze beiden dat het bacterievrije sap infectieus blijft, wat enkel te wijten kan zijn aan een nog kleinere, onbekende ziektekiem. De studie van de virussen oftewel de ‘virologie’ was geboren. Gedurende de 130 jaren die daarop volgen staat de belastingbetaler zonder het zelf te weten miljarden en miljarden aan valuta af om fundamenteel onderzoek naar virussen mogelijk te maken. Met dit geld ontdekken wetenschappers het ene humane virus na het andere. Ze beschrijven tot in het kleinste detail hun vorm, hun genetische code, hoe ze onze cellen infecteren en hoe ons lichaam ze al dan niet bestrijdt. Met die kennis slagen ze erin om door middel van vaccinatie ziektes zoals polio, 79 jaar na de ontdekking van het poliomyelitis-virus, met 99% terug te dringen.
Fast forward 2019-2022. Na maar liefst 130 jaar aan fundamenteel onderzoek hebben we voldoende inzicht vergaard om een overrompelende virale pandemie in sneltempo het hoofd te kunnen bieden. Onze drang naar een oplossing was groot, de publieke argwaan ten opzicht van de schijnbaar ‘overhaaste’ mRNA-vaccins nog groter. De realiteit is echter dat de SARS-COV-2 vaccins het cumulatieve resultaat zijn van 130 jaar aan fundamenteel onderzoek. Zonder Dmitri Ivanovsky, Martinus Beijerinck en een hele reeks aan cruciale fundamentele ontdekkingen hadden we deze pandemie misschien wel blind moeten doorstaan. 130 jaar aan -grotendeels met belastinggeld gefinancierd- onderzoek heeft ertoe geleid dat miljoenen levens werden gered in tijden van globale crisis.
Terug naar de wereld van de planten. Tegen het jaar 2100 zal onze planeet naar schatting met 2 tot 5 graden Celcius opgewarmd zijn, ten opzichte van pre-industriële temperaturen. Het gevolg: tot 90% van de almaar groeiende wereldbevolking zal geconfronteerd worden met een drastische daling in voedselvoorziening ten gevolge van landverlies en suboptimale condities op het veld. Onze landbouwtechnieken en voedingsgewassen, die het resultaat zijn van ruim 12.000 jaar (sinds het ontstaan van de landbouw) aan gewassenteelt en veredeling, zijn niet opgewassen tegen de gevolgen van abrupte klimatologische verandering.
Vandaag al kreunt het Zuiden onder ongeziene oogstverliezen ten gevolge van hitte, droogte, bodemverzilting, overstroming en oprukkende plantenziekten. Iets wat in onze westerse media amper aan bod komt (in tegenstelling tot pakweg het geestverruimende proces tussen Johnny Depp en Amber Heard). Maar als de gevolgen echter ook pijnlijk voelbaar worden in het Westen, zullen we willen dat de kennis die nodig is om snelle en doeltreffende oplossingen te vinden al klaar ligt.
Helaas weerspiegelt de financiering van wetenschappelijk onderzoek maar al te vaak de acute nood van de samenleving. In tegenstelling tot onderzoek naar virussen en ziekten, die altijd als voelbare dreiging zijn gepercipieerd, is de nood naar fundamenteel inzicht in hoe planten functioneren en groeien nooit prioritair geweest. Pas nu, wanneer het akelig dichtbij komt, groeit ook het politieke besef dat belastinggeld investeren in fundamentele plantenwetenschappen misschien toch niet zo’n gek idee is.
De ontdekkingen die wetenschappers zoals ik in de laatste tiental jaar met uw belastinggeld gedaan hebben, hebben onze blik op planten compleet veranderd. Plots leren we dat er achter het statische voorkomen van het meest ordinaire gewas een cellulaire en moleculaire complexiteit schuilgaat die op geen enkele manier moet onderdoen voor wat er zich in ons eigen lichaam afspeelt. Door tot in het kleinste detail te bestuderen hoe duizenden genen en eiwitten samen de cel, en dus bij uitbreiding de plant, doen groeien, leren we hoe planten hun omgeving op het cellulaire niveau waarnemen en hun groei hieraan aanpassen.
We stellen vast dat dit het soort fundamentele kennis is die we nodig hebben om op de uitdagingen van de toekomst een antwoord te kunnen bieden. Om, in het zog van de bewezen en veelbelovende ontwikkelingen op het vlak van GGG (genetisch gemodificeerde gewassen) productie , in sneltempo nieuwe plantenrassen te kunnen ontwikkelen en ze slimmer te kunnen telen en exploiteren. Tegelijk worden we geconfronteerd met een ongenuanceerde terughoudendheid van de EU ten opzichte van moderne GGG’s en vooral, de gevolgen van een chronische onderfinanciering die decennia heeft aangehouden en ook nu, ondanks het groeiende momentum, nog pijnlijk actueel is.
De boodschap is simpel. Door de abrupte klimaatverandering die onze planeet treft, dringt een nieuwe landbouwrevolutie zich op die, net zoals de eerste landbouwrevolutie circa 12.000 jaar geleden, als doel heeft om de bevolking te kunnen blijven voeden. Een nieuwe landbouwrevolutie die, net zoals de mRNA-vaccin revolutie, gedreven wordt door biotechnologische vooruitgang en fundamenteel wetenschappelijk inzicht. Door meer te investeren in fundamentele plantenwetenschappen kunnen we de kenniskloof dichten en voorkomen dat we binnen enkele decennia met lede ogen de mensonterende oogstverliezen moeten aanzien.
Daarom is het goed nieuws dat uw belastinggeld naar fundamentele plantenwetenschappen gaat. Omdat er geen betere manier is om uw zuurverdiende centen te laten renderen dan het te investeren in de voedselzekerheid van uzelf, uw kinderen en kleinkinderen.
Dr. Sébastjen Schoenaers is als moleculair bioloog verbonden aan de Universiteit Antwerpen en het INRAE Versailles.
Universiteit van Vlaanderen: wetenschap in klare taal voor u uitgelegd
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier