Dirk Holemans

‘Uber en Airbnb hebben een nieuwe, digitale vorm van mijnbouw ontwikkeld’

Dirk Holemans Coördinator Oikos en co-auteur ‘Omgroei’ en 'Voor wie willen we zorgen?' (EPO)

‘Bedrijven als Uber en Airbnb willen ons democratisch rechtsysteem gebaseerd op een sociaal contract onderuit halen’, schrijft Dirk Holemans van de denktank Oikos. ‘Deze winstmarges en marktverstoring zijn maar mogelijk omdat we ons in Europa laten overbluffen en afblaffen door de agressieve disrupters uit Californië.’

Mijnbouw: het is de basis van onze industriële samenleving. We halen immense hoeveelheden ertsen uit de grond als basis voor zowat alles wat we maken. Vroeger was dit zichtbaar in eigen land met de steenkoolmijnen. Maar het was en is vooral het leeghalen van gebieden elders in de wereld. België zou nooit rijkdom vergaard hebben zonder het plunderen van Kongo door bedrijven zoals Union Minière. Ondertussen maken ze onze spullen vooral in China. Maar het kobalt uit je smartphone komt nog altijd uit Midden-Afrika, waarvoor kinderen in gaten van honderd meter diep kruipen. Het is een pijnlijk voorbeeld van extractivisme: het zonder respect weghalen uit andere streken van kostbare grondstoffen. Ondertussen groeit het besef dat het sociaal en ecologisch anders moet. We evolueren (te) langzaam van een wegwerp-economie naar een kringloop-economie, het hoger genoemd bedrijf heet nu Umicore en recycleert zeldzame metalen uit oude mobieltjes. Hopelijk geraken we zo ooit van de klassieke mijnbouw af.

‘Uber en Airbnb hebben een nieuwe, digitale vorm van mijnbouw ontwikkeld’

Ongemerkt heeft zich echter een nieuwe vorm van mijnbouw ontwikkeld. Ook hier gaat het om de eenzijdige extractie van waarde uit samenlevingen. Alleen is het niet direct zichtbaar, je kan geen foto van een boot die wegvaart vol kostbare ertsen op de voorpagina zetten. Bovendien zijn in dit geval de global corporations bij een groot deel van bevolking en politici geliefd. Ze bieden efficiënte diensten aan die heel wat burgers in de rol van consument verleidt. Onze steden zijn hun mijnen die ze met plezier leeghalen, zo toont het succes van de Uber’s en Airbnb’s van deze weeld. Natuurijk groeit het besef dat deze digitale mijnbouw zijn mindere kanten heeft. Dat toonde afgelopen week het stuk van Dorien Knockaert over Airbnb in De Standaard in de toepasselijke rubriek Dilemma: Airbnb is makkelijk en goedkoop als reiziger, maar bij verre van zeker een meerwaarde voor de stad waar je naar toe trekt. De naïviteit over deze vorm van digitale mijnbouw is enorm. Zo laat Knockaert filosoof Rogier de Lange aan het woord die stelt: “het lijkt me net handig dat die markt zo sterk geconcentreerd is bij Airbnb: op die manier heeft de overheid een duidelijke partner om afspraken mee te maken – een partner die trouwens zelf óók rechtszekerheid wil. /…/ Nog een pluspunt is dat de inkomsten van de verhuurders terugvloeien naar de lokale gemeenschap.”

Mij lijkt het verstandig hier heel wat kritischer naar te kijken. De nieuwe digitale mijnbouwers Uber en Airbnb, maar ook Facebook en Google proberen aggressief een businessmodel op te bouwen gebaseerd op monopolievorming. Daar alleen al zouden beleidsmakers en economen het moeilijk mee moeten hebben, zelfs zij van liberale snit. Facebook haalt steeds meer van de reclame-uitgaven naar zich toe, dat is dus geld dat vroeger in eigen land werd (her)uitgegeven en dus de eigen economie stimuleerde. Nu gaat het naar de kleine groep van venture capitalists in Silicon Valley, in feite de grootste cluster aan mijnbedrijven in de wereld.

Te goed om belastingen te betalen

Bij Airbnb, Uber en ook Deliveroo is het nog straffer dan Facebook. Neem de koerier van Deliveroo: die moet voor zijn eigen fiets zorgen (aankoop en onderhoud), eigen smartphone en telefoonabonnement, en ook een eigen verzekering voor arbeidsongevallen. Beeld je dat in bij een klassieke mijn: de kompel die zijn eigen drilboor en helm moet aanschaffen, bij een bedrijfsongeval kan hij zijn plan trekken.

Bij deze digitale mijnbouwbedrijven vloeit zo’n 20 procent procent van de winst onzichtbaar maar permanent weg. Dat is een ongehoord hoog percentage winst in vergelijking met de gangbare financieel economische wereld (die ook niet onproblematisch is). Met aandelen haal je bij succes 8 procent, een verhuur van een eigendom levert 4 procent op. Dus de idee dat er bij Airbnb meer terugvloeit naar de lokale gemeenschap dan bij een klassiek hotel is discutabel, wat wel zeker is dat er reguliere jobs verdwijnen en Airbnb geen of nauwelijks belastingen betaalt en zo de sociale zekerheid ondermijnt, ook van de lokale gemeenschap.

Dat deze digitale players rechtszekerheid willen is dus al helemaal om te lachen. Ze willen net heel ons democratisch rechtsysteem gebaseerd op een sociaal contract onderuit halen.

Ze voelen zich niet gebonden aan regels en vinden zich te goed om belasting te betalen. Want zo stelde Airbnb in een persbericht recent onomwonden: ‘wij zijn anders, dus hoeven we geen belasting te betalen‘. En dus betaalde het bedrijf uit San Francisco afgelopen jaar minder dan 100.000 euro belasting in Frankrijk terwijl het er meer dan 10 miljoen gebruikers heeft. Wedden dat heel de hotelsector net iets meer betaalde?

Regelgeving omzeilen

Deze winstmarges en marktverstoring zijn maar mogelijk omdat we ons in Europa laten overbluffen en afblaffen door de agressieve disrupters uit Californië. Ze gaan bewust op zoek naar wegen om de democratische regelgeving te omzeilen; het maatschappelijk kader af te breken dat we de voorbije eeuwen ontwikkelden om onze samenleving te beschermen tegen deze roofbaronnen. Hun honger naar maximale winst, monopolievorming en dus marktvernietiging staat haaks op het Europese sociale contract, dat oog heeft voor de menselijke nood voor zekerheid en sociale bescherming.

Het is hoog tijd dat Europa – burgers, bedrijven en overheden – de handen in elkaar slaan om twee cruciale zaken te doen. Ten eerste vanuit een trots op onze democratie ervoor zorgen dat de big guys uit Californië zich aan onze normen conformeren. Daar hoort ook het betalen van belastingen bij. Ten tweede – en in feite strategisch nog belangrijker – is werk maken van een digitaal Europees innovatiebeleid. Waar zitten onze slimme ingenieurs, ondernemers en investeerders? Wanneer bouwen we onze eigen digitale platformen waardoor eigenaarschap, beslissingsmacht en meerwaarde in Europa blijft? Het is opvallend dat gewone burgers hier – net zoals in de transitie naar een duurzaam energiesysteem – de weg tonen.

In Amsterdam hebben ze niet alleen last van Airbnb, de bewoners sleutelen ook aan een Fairbnb. Zodat ook de digitale mijnbouw zich omvormt naar een duurzame kringloopeconomie, met gesloten waardecirkels die het fundament kunnen zijn voor een sociale zekerheid voor de 21ste eeuw. Want zaken tegenhouden, daar gaat het niet om. Wel om ze zelf in handen te nemen zodat ze in de juiste richting gaan. Digital Together is dan ook niet toevallig het thema van Ecopolis dit jaar in Brussel.

Dirk Holemans is coördinator van Denktank Oikos en auteur van ‘Vrijheid & Zekerheid. Naar een sociaalecologische samenleving’ (EPO).

Partner Content