Ben Weyts (N-VA)
‘U hoeft niet bij N-VA te solliciteren voor minister van Staatshervorming’
Wat is de prioriteit voor N-VA qua staatshervorming na de verkiezingen van 25 mei 2014? Ben Weyts formuleert een antwoord: ‘Wie een ‘boeiende’ carrière ambieert als minister of staatssecretaris voor Staatshervormingen is er aan voor de moeite. U hoeft hiervoor zeker niet spontaan te solliciteren bij de N-VA.’
Wie een ‘boeiende’ carrière ambieert als minister of staatssecretaris voor Staatshervormingen is er aan voor de moeite. U hoeft hiervoor zeker niet spontaan te solliciteren bij de N-VA. België moet ongeveer het enige land ter wereld zijn dat trouwens beschikt over niet één, maar twee staatssecretarissen voor institutionele hervormingen, voor elke democratie één.
Hiermee komen we onmiddellijk bij de kern van het probleem: federalisme is niet langer in staat om de problemen die op ons afkomen grondig aan te pakken. Of het nu gaat over de loonkloof met onze buurlanden, justitie of het beperken van de werkloosheiduitkeringen in tijd: aan beide kanten van de taalgrens houdt men er totaal verschillende opvattingen over na. Voor de PS is er zelfs amper een loonkloof.
De N-VA heeft de voorbije maanden duidelijk aangegeven welke richting we uitwillen met dit land. Met ons confederalisme willen we dat Vlaanderen de sociaaleconomische hefbomen, zoals het arbeidsmarktbeleid en de fiscaliteit, zelf in handen krijgt. Wij passen dus voor een nieuw ‘rondje staatshervormen’ waarbij we bevoegdheden nog meer versnipperen en het institutioneel kluwen alleen maar versterken. Niemand – buiten een handvol juristen die er hun brood mee verdienen – is gebaat met duizenden pagina’s wetteksten waarin de woorden ‘behalve’ en ‘uitgezonderd’ de hoofdrol spelen.
Homogene bevoegdheidspakketten mogen dan klinken als een containerbegrip, maar het wordt duidelijker als u weet dat door de zesde staatshervorming thuiszorg naar de gemeenschappen overkomt – goed – maar dat thuisverpleging federaal blijft. Dus zolang een verpleger helpt met eten klaarmaken en poetsen is dit Vlaams, maar wanneer ze bloeddruk meet of een verband legt, valt dit onder het federale niveau. Kan u nog volgen? Voor dit alles betaalt Vlaanderen dan ook nog eens een extra factuur die voor de volgende Vlaamse regering alleen al 2,5 miljard euro bedraagt. Wat een sociale uitgavenregering had kunnen zijn, zal een besparingsregering moeten worden, dankzij de zesde staatshervorming. En er is weinig beterschap. Door de mechaniek van de nieuwe bijzondere financieringswet loopt de factuur voor de Vlamingen tegen 2030 al op tot 4,5 miljard.
Ons voorstel: we beslissen met de Franstaligen wat we nog samen willen doen. In plaats van af te breken van bovenuit, bouwen we terug op van onderuit. Door te evolueren naar een confederaal model garanderen we ook dat de sociaaleconomische hervormingen die we willen doorvoeren, niet van vandaag op morgen worden teruggedraaid door de PS. En om dit uit te voeren zullen er geen oorlogskabinetten met juristen gevuld moeten worden om nachtelijke compromissen in wetteksten te gieten. Want confederalisme is transparant en eenvoudig.
Het is dan ook bijzonder merkwaardig dat bepaalde partijen – ook zij die het confederalisme bepleiten – deze evolutie krampachtig proberen tegen te houden door het grondwettelijk achterpoortje van artikel 195 te sluiten. Dit grondwetsartikel zegt dat het huidige parlement enkel die artikelen kan wijzigen die het vorige parlement voor herziening vatbaar verklaarde. Een beveiligingsmechanisme dat de negentiende-eeuwse grondwetgever inbouwde om te verhinderen dat de vertegenwoordigers van het volk ondoordachte beslissingen zouden nemen. De meeste andere landen hebben ondertussen hun procedures tot wijziging van de grondwet vereenvoudigd en gemoderniseerd, alleen dit land blijft steken in een negentiende-eeuws systeem. Maar dan wel een systeem dat vandaag handig uitkomt voor de ‘powers that be‘.
Voor de zesde staatshervorming maakten de federale meerderheidspartijen dankbaar gebruik van artikel 195. Tijdelijk werd het artikel even opzij geschoven met een overgangsbepaling. Want in het lijstje dat opgesteld werd voor de verkiezingen van 2010 kwamen enkele artikelen niet voor. De ’truc met artikel 195′ zou te begrijpen zijn, mochten de meerderheidspartijen en de groenen het fatsoen hebben gehad om dit artikel permanent te wijzigen.
Net voor het parlement naar huis werd gestuurd, beslisten dezelfde partijen dat artikel 195 niet wordt opgenomen in de te herziene lijst. Het volgende parlement is dus met handen en voeten gebonden aan de beslissing van de regering-Di Rupo. Een regering die niet eens beschikt over een meerderheid in Vlaanderen, en dit allemaal terwijl de kiezer zich nog niet eens heeft uitgesproken. Kris Peeters gaf aan in februari dat artikel 195 aan te lijst moest gevoegd worden. Maar het Franstalige ‘non‘ was duidelijk krachtiger. Zelfs dat kon CD&V niet uit de brand slepen.
Het klopt dat, zelfs zonder grondwetsherziening, er toch bevoegdheden kunnen overgeheveld worden, via de zogenaamde bijzondere wetten. Maar los daarvan: een grondwet is een contract tussen de staat en de burger. ‘Geen vodje papier’, herinner u nog.
Dat deze door de traditionele partijen wordt ingezet met als enige doel verandering te blokkeren, is op zijn minst discutabel te noemen. Een krachtige stem van de Vlamingen, kan na 25 mei het tij keren.
Regeringsformatie
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier