Tv-maker Jonas Geirnaert: ‘Ik verdien heel veel geld. En daar worstel ik hard mee’
De humoristische tv-maker Jonas Geirnaert lost dit voorjaar met De Dag zijn eerste dramareeks. Een kerstonderhoud over seksistische moppen, algemeen stemrecht en het belang van twijfel. ‘Ik wil een politieke partij oprichten die Grijs heet.’
In de bast van Jonas Geirnaert, tv-maker, geestelijke vader van Kabouter Wesley en bijzitter in De Ideale Wereld en De Slimste Mens, klopt een geëngageerd, links hart. Maar de revolutie van het lompenproletariaat, als ze al in de steigers zou staan, zal op zijn minst moeten wachten tot februari. Want voorlopig brengt Geirnaert het gros van zijn dagen door in een montagecel, waar hij de laatste hand legt aan De Dag, de reeks die hij samen met zijn vriendin Julie Mahieu schreef en die dit voorjaar eerst op PlayMore en dan op VIER te zien zal zijn.
Bart De Pauw was onze mentor. Ik ben heel hard geschrokken, maar ik wil geen kant kiezen.
Geirnaert stookt het haardvuur op in het clubhuis annex ‘schrijfhok’ in de Gentse tuin die hij deelt met buurman en ander Neveneffect Lieven Scheire. Het merendeel van De Dag is hier geschreven. Het idee rond een gijzeling in een bank stuiterde al jaren in hun hoofd rond, maar in 2013 gingen Geirnaert en Mahieu er echt mee aan de slag, toen ze elf maanden door Australië en Nieuw-Zeeland trokken. Initieel om te onthaasten en fruit te plukken om hun reis te bekostigen. ‘Alleen zijn we erin geslaagd om telkens in het verkeerde seizoen op de verkeerde plek te belanden. Uiteindelijk zijn we dan maar aan de eerste twee scenario’s van De Dag beginnen te werken, in een hutje behangen met Post-Its. “Want dan doen we toch iéts nuttig.”‘
John Porter, ceo van Telenet, noemde u net niet de messias van het kleine scherm: volgens hem zal De Dag de Vlaamse televisie heruitvinden.
Geirnaert: Iemand moest het doen. (lacht) Ik ben blij dat Porter zo enthousiast is, en ik snap wat hij wil zeggen, maar ik had het ook zonder die boude stelling kunnen doen. Het inventieve zit hem in de verschillende vertelperspectieven, buiten en binnen de bank. Films als Pulp Fiction of Vantage Point speelden daar eerder al mee, maar voor televisie is dat zelden gedaan.
Het was de eerste creatieve samenwerking met uw vriendin. Verliep dat vlotter dan de brainstorming met Neveneffecten, die jullie zelf omschreven als ‘even besluiteloos als de Weimarrepubliek’?
Geirnaert: We hebben op voorhand goede afspraken gemaakt. En ik ben er vrij zeker van dat we nooit tot hetzelfde resultaat waren gekomen als we geen koppel waren geweest. Het grote voordeel was dat ik bij Julie nooit de behoefte voelde om het haantje uit te hangen. Ik kan koppig zijn, en een idee desnoods met de ellebogen verdedigen, maar deze keer heb ik die koppigheid laten varen. Julie zei A, ik B en uiteindelijk kwamen we tot een C die helemaal goed zat.
Is De Dag meteen ook uw laatste dramareeks? U doet namelijk zelden tweemaal hetzelfde.
Geirnaert: Ik heb geen idee wat ik hierna ga doen, en dat is een heel aangenaam gevoel. Al pas ik waarschijnlijk even voor drama: het kruipt dieper onder mijn vel dan ik had verwacht. Aangrijpende scènes schrijven doet vreemde dingen met je humeur. Bovendien durf ik niet eens een schatting te maken van het aantal uren dat in het scenario gekropen is, of hoeveel nachtwerk, waarna ik dan om zes uur ’s ochtends hier op het tapijt in slaap viel. Ik heb ook lang gedacht dat ik geen dramareeks aankon, want ik had alleen korte stukjes en losse comedyafleveringen geschreven. Dat ik het uiteindelijk toch heb aangedurfd, heb ik aan Bart De Pauw te danken, die me vroeg om mee te schrijven aan Quiz Me Quick en me bezwoer ‘dat er in comedy ook altijd drama zit’.
Er is haast niemand zo creatief schatplichtig aan Bart De Pauw als Neveneffecten. Het viel op dat niemand van zijn intimi hem afviel. U ook niet.
Geirnaert: Bart was onze mentor. Ik ben heel hard geschrokken, maar ik wil geen kant kiezen. Als ik Bart openlijk steun, geef ik de vrouwen die een klacht indienden het gevoel tegen hen te zijn. Wat ik niet wil. Als ik Bart afval, veeg ik ons gedeelde verleden wel heel makkelijk van tafel. Wat ik ook niet wil. Bovendien denk ik constant aan wat zijn gezin moet doormaken. Het lijkt me duidelijk dat er ontoelaatbare zaken zijn gebeurd, maar heel weinig mensen kennen voorlopig de exacte feiten. Er is vooral veel geventileerd door de verkeerde mensen.
U zette vorig jaar de schouders onder #1is1teveel, een initiatief van de Vrouwenraad. De mannelijke deelnemers beloofden in te grijpen als ze grensoverschrijdend gedrag zagen.
Geirnaert: Ik heb alvast nooit iets opgemerkt, als dat je vraag is. Bart was al vier jaar vertrokken bij Woestijnvis toen ik voor het eerst een zorgwekkend gerucht opving. Ik ben weliswaar altijd de laatste die van zulke zaken op de hoogte is. Dat alles sinds de zaak-Weinstein naar boven is gekomen, en bespreekbaar is geworden, is uiteraard wel een goede zaak.
Ben ik abuis als ik zeg dat in het zog van #MeToo ook het aantal seksistische moppen in De Slimste Mens is afgenomen?
Geirnaert: Ik heb het niet geturfd en zelf heb ik me nooit echt vaak van seksistische moppen bediend: ik kan die niet eens geloofwaardig brengen. Maar als Philippe Geubels of Jeroom dat doen, vaak ten koste van hun vrouwen, is dat geestig. Al merk ik inderdaad dat ze die steeds beter gaan doseren.
Begin december kreeg u de wind van voren wegens een running gag in De Slimste Mens waarin de woorden ‘zuurgooier’ en ‘Delhaize’ voorkwamen. Zowel het slachtoffer van de zuurgooier in 2015 als de supermarktketen was verontwaardigd.
Geirnaert: Een nodeloze hetze, ontstaan toen een journalist van Het Nieuwsblad een brandstuk schreef op basis van zes misnoegde tweets. Ik snap dat die mop gevoelig lag voor sommigen, maar iedereen stoort zich weleens ergens aan: waarom moet je daar een megafoon op zetten? Ik heb me in een open brief verontschuldigd, maar ik vind het nog altijd een geslaagde grap.
Het is u nog wel een paar keer overkomen. Zo reageerde het buitengewoon onderwijs ooit kwaad toen u het als een soort strafkamp voorstelde. De risico’s van het vak?
Geirnaert: Een dankbaar voorbeeld, want daar was ik dus wel duidelijk in de fout gegaan. In het kort: een radiospot waarin Kabouter Wesley tegen kinderen die geen gebruik maakten van het Wesley-kaftpapier bij Humo zei dat ze naar het buitengewoon onderwijs zouden gestuurd worden. Flauw en niet origineel genoeg, en dan kom je daar terecht niet mee weg.
Humor bevindt zich altijd op de grens, wat betekent dat je er soms ook over zal gaan. Zeg dan sorry, doe verder en besef vooral dat het niet de laatste misser zal zijn
Had u een betere grap verzonnen over het buitengewoon onderwijs was er dus geen vuiltje aan de lucht geweest?
Geirnaert: Precies. Je kunt echt met alles lachen, maar dan moet de humor wel op niveau zijn. Humor bevindt zich altijd op de grens, wat betekent dat je er soms ook over zal gaan. Zeg dan sorry, doe verder en besef vooral dat het niet de laatste misser zal zijn. Trouwens, ik ben toch geen fulltime provocateur? Ik sta zelden op met de gedachte: welke bevolkingsgroep kan ik vandaag eens kwetsen?
Zijn we gevoeliger geworden, of gewoon verslaafd aan verontwaardiging?
Geirnaert: Ik merk vandaag meer gevoeligheden dan vijftien jaar geleden, toen ik begon met comedy, en dat is een interessante evolutie. Dit zal heel hoogdravend klinken, maar comedy is een weerspiegeling van de maatschappij – comedy die puur voor de lach gaat even buiten beschouwing gelaten. De maatschappij evolueert, comedy volgt, en als vanzelf lekken de racistische en seksistische moppen op termijn wel weg. Laat comedy gewoon gebeuren: af en toe zal er iemand uit de bocht gaan, maar daarom moet je het niet aan banden proberen te leggen.
Ik kan me amper een jaar herinneren dat meer om satire smeekte dan 2017. Anderzijds: een presidentiële parodie als Donald Trump valt niet meer te parodiëren.
Geirnaert: Ik wacht nog altijd op het moment dat de decormuren wegvallen en ik plots in de studio van de langst uitgesponnen aflevering van Sorry Voor Alles blijk te staan. De realiteit is vandaag inderdaad zo geschift dat je er met De Ideale Wereld amper nog over kunt, maar uiteindelijk maakt een bewogen jaar de job van de redactie wel makkelijker.
De Ideale Wereld legt een humoristische laag op de actualiteit, terwijl buitenlandse collega’s zoals Zondag met Lubach (VPRO) veel maatschappijkritischer te werk gaan, grenzend aan de onderzoeksjournalistiek. Ik vermoed dat u stiekem ook die richting uit wilt?
Geirnaert: Het eerste filmpje dat ik voor De Ideale Wereld maakte, ging over plantenmishandeling, waarbij een verborgen camera mensen ‘betrapte’ die buxussen afranselden. Beantwoordt dat jouw vraag? (lacht)
Het is maar dat de woorden ‘geëngageerd’ en ‘uitleggerig’ regelmatig vallen als het over u gaat.
Geirnaert: Niet elk programma waaraan ik meewerk, moet geëngageerd zijn: gewoon ongegeneerd grappig mag ook. Wat De Ideale Wereld betreft, zal de humor altijd primeren boven de maatschappijkritiek. Zo vond ik het recente filmpje waarin Sociaal Incapabele Michiel een muzikaal drankspelletje maakte met beelden van oorlogsmisdadiger en gifdrinker Slobodan Praljak onovertroffen. Maatschappelijke relevantie? Nihil. Op de grens? Zeker. De man was nog niet koud of we dansten al letterlijk op zijn graf. Maar ik heb al lang niet meer zo hard gelachen.
Ik kijk uit naar de politicus die in De Zevende Dag zegt: ‘Sorry, maar ik weet het niet.
Ik heb ook veel geleerd uit Basta! van Neveneffecten, wat wel geëngageerd was, maar in zijn eerste versie ook zeer uitleggerig. Zo was ik behoorlijk gefrustreerd dat we de mechanismen achter de bankencrisis niet uitgelegd kregen in één aflevering. Wat op zich ook de crisis deels verklaart: net omdat het zo complex was, konden bepaalde zaken heel lang onder de radar blijven.
Hoe langer De Ideale Wereld meedraait, hoe groter de kans op herhaling ook wordt. Ik heb één keer grootschalige belastingontduiking zeer bevattelijk proberen uit te leggen aan de hand van nootjes – je kunt wel raden wie de grote eikels waren – maar het wordt steeds lastiger om bij de elke nieuwe SwissLeaks of Paradise Papers weer wat origineels te verzinnen. Er zijn maar zoveel manieren om te benadrukken dat multinationals crapuleus weinig belastingen betalen. En op persoonlijk vlak word ik er vooral moe van. Elk jaar drijft weer wat boven en laait de verontwaardiging terecht op, maar verandert er weinig. En ik zie dat niet meteen veranderen, zolang toppolitici een fin de carrière voorgehouden wordt bij een of andere multinational.
In de online talkshow Zwijgen is geen optie pleitte u onlangs voor meer twijfel. Verfrissend, in tijden van schijnbaar absolute zekerheden.
Geirnaert: Ik kijk uit naar de politicus die in De Zevende Dag zegt: ‘Sorry, maar ik weet het niet. Dat is een complexe materie maar ik wil me daarover gerust beraden en dan kom ik volgende week terug.’ Debatprogramma’s verwachten puntige instantreplieken en stellig cijfergegoochel, en aan het eind is diegene met de opvallendste quotes de ‘winnaar’. Mag ik even pleiten voor meer twijfel? Of op zijn minst nuance? De wereld is zelden perfect zwart of wit. (denkt na) Ik overweeg de oprichting van mijn eigen partij: Grijs.
Mooi idee, maar een brede volkspartij zal dat niet worden.
Geirnaert: Er schort iets aan ons verkiezingssysteem. Sinds 1948, de invoering van het algemeen stemrecht voor vrouwen, is er eigenlijk niks meer veranderd aan de manier waarop we mensen afvaardigen. Het systeem houdt zichzelf in stand en holt zichzelf tegelijkertijd uit. Al zie ik ook niet overal oplossingen.
Klinkt daar een zweem defaitisme in door?
Geirnaert: Na de laatste verkiezingsoverwinning van N-VA ben ik mentaal misschien wel wat afgehaakt. Ik volg alles, lees heel veel, maar ik probeer het allemaal niet meer zo erg te vinden. Ter zelfbescherming. Al wil ik dat tegelijk nuanceren: Vlaams-nationalisme dekt vele ladingen, en je hebt net zo goed progressieve nationalisten. Ik praat ook graag met N-VA-kiezers, omdat mijn overtuiging er zo haaks op staat dat we er allebei alleen maar uit kunnen leren.
U was rond de eeuwwisseling enkele jaren actief bij de PVDA, en in 2004 stond u nog op een kieslijst van PVDA+. Mogen we u vandaag nog steeds in extreemlinkse hoek plaatsen?
Geirnaert: Zeker. Al staat het woord ‘extreem’ me wat tegen. Toen ik in 1999 in Gent ging studeren, ging ik langs op het partijsecretariaat, waar ze me wat boekjes in de hand drukten die me meteen terug naar de 19e eeuw katapulteerden. (lacht) De partij zat toen nog vol dinosauriërs die heel vreemde zaken verkondigden, maar ik zag toen al een stroming die wou moderniseren, weg van het dogmatische en het barokke taalgebruik.
U zegt: de verpakking is anders, maar de boodschap dezelfde?
Geirnaert: Vandaag hoor ik Peter Mertens ‘Fuck Kim Jong-un’ zeggen, waar ik zeer blij om ben. Ik hoop dat er vandaag de dag geen boekjes meer in omloop zijn die de gewapende revolutie verheerlijken. En maar goed ook: we gaan niet efkes het kapitalistische staatsapparaat met geweld omverwerpen. Ain’t gonna happen.
Maar onze maatschappij is wel verkeerd ingericht en staat in dienst van winst en efficiëntie. Ik zie ons graag evolueren naar een systeem waarin de behoeften van de mens centraal staan en gestreefd wordt naar gelijke toegang van gezondheidszorg en onderwijs. Totale gelijkheid is een utopie, maar dat is het model waarin ik geloof. En dat vind ik enkel bij de extreemlinkse partijen terug.
Het kapitalisme werkt destructief op lange termijn. Zo geloof ik nooit dat we de klimaatopwarming zullen tegenhouden, omdat het systeem het simpelweg niet toelaat: er moeten al een aantal wereldsteden onder water lopen vooraleer het financieel misschien wel interessant wordt om er wat aan te doen.
Die kijk op de zaak geeft het filmpje dat u recent maakte voor 11.11.11 wel een heel cynisch randje.
Geirnaert: (lacht) Zoals ik daarin zeg: als de zee tot in Gent komt, begin ik een handeltje in Calippo’s en strandstoelen voor West-Vlaamse klimaatvluchtelingen. Meer kan ik niet doen.
Heeft Woestijnvis u ooit gevraagd uw politieke discours voor u te houden? U praat daar niet zo vaak over.
Geirnaert: (geveinsd verontwaardigd)Nee, Wouter Vandenhaute heeft me nooit gemuilkorfd, maar in interviews was ik zelf meestal zuinig op het ventileren van mijn politieke overtuiging, omdat ik dat wilde loskoppelen van de rest van Neveneffecten.
U verdient aardig uw brood als tv-maker. Ik las ook dat u steeds vaker uit eten gaat. Wenkt la gauche caviar voor u?
Geirnaert: Ik verdien inderdaad heel veel geld en daar worstel ik hard mee. Ik zou dezelfde job ook voor heel wat minder blijven doen, maar in mijn sector is dat blijkbaar geen abnormaal bedrag. Het is wel een pak meer dan ik nodig heb, dus probeer ik er zo veel mogelijk goede dingen mee te doen, zoals elke maand een kleine som geld aan meer dan vijftien goede doelen schenken. Ik heb met de boekhouder ook afgesproken dat vijf procent van mijn inkomen sowieso moet worden weggeschonken.
Ik heb geen offshorerekeningen, en mijn boekhouder weet dat ik het zo correct mogelijk wil. (lacht)
PVDA-mandatarissen doen het met 1600 à 1700 euro per maand. De rest vloeit terug naar de partij.
Geirnaert: Zodra ons huis afbetaald is, wil ik nog een veel groter deel van wat ik ontvang meteen weer afstaan. Ook uit egoïsme natuurlijk: zo slaap ik veel beter. En die begrenzing van het loon van parlementsleden vind ik uiteraard zeer gezond. Je wilt toch parlementariërs die zich enigszins kunnen indenken dat honderd euro extra op de energiefactuur pijn doet aan het einde van de maand.
Wat zegt u tegen uw boekhouder als hij aanstuurt op fiscale optimalisatie?
Geirnaert: Echt, ik betaal ontzettend graag belastingen, en ik zou het zelfs jammer vinden mocht ik plots maar de helft zoveel moeten afstaan. Ik heb geen offshorerekeningen, en mijn boekhouder weet dat ik het zo correct mogelijk wil. (lacht)
Hoe tuimelt een devote misdienaar die weleens een bedevaart naar Oostakker-Lourdes ondernam eigenlijk van zijn geloof?
Geirnaert: In een dorp als Sint-Kruis-Winkel ging je op zondag naar de kerk, dat was gewoon de norm. Maar zoals de rest van mijn generatie ben ik rond mijn vijftiende van God los gekomen. Mijn ouders zijn zeer gelovig, maar net zo goed progressief en ruimdenkend. Ze zetten zich al heel hun leven in voor de derde en vierde wereld, vanuit hun geloofsovertuiging. Zo heb ik bijvoorbeeld ook drie pleegbroers: mijn moeder gaf onder meer les in het buitengewoon basisonderwijs, waar kansarmoede geen uitzondering is en soms ving ze leerlingen in een moeilijke thuissituatie op. Mijn broer en ik zijn altijd opgevoed met het katholieke idee dat je niet alleen aan jezelf mag denken, wat wij allebei weliswaar vertaald hebben naar het marxisme. (lacht)
Dus godsdienst is niet de opium van het volk?
Geirnaert: Nee. Televisie, da’s pas de opium van het volk. (lacht)
Jonas Geirnaert
– 1982: geboren in Wachtebeke
– 1999-2004: studeert animatie aan het KASK
– 2002: richt samen met Lieven Scheire, Koen De Poorter en Jelle De Beule cabaretgroep Neveneffecten op
– 2004: Flatlife, zijn geanimeerde kortfilm, wint de prijs van de jury in Cannes
– 2005: Neveneffecten tekent bij Woestijnvis, en werkt onder meer aan Het Geslacht De Pauw, Neveneffecten en Willy’s en Marjetten
– 2008: de eerste Kabouter Wesleystrip verschijnt in Humo en groeit uit tot een hype
– 2011: Neveneffecten maakt Basta, dat er onder meer voor zorgde dat de belspelletjes van tv verdwenen
– 2013: staat mee aan de doopvont van De Ideale Wereld
– 2015: schrijft mee aan Quiz Me Quick van Bart De Pauw
– 2018: De Dag, de dramareeks die hij met Julie Mahieu schreef, komt op tv
De kerstinterviews van Knack
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier