Tussenstop Dubrovnik
De weg van Mostar naar Montenegro gaat via Dubrovnik in Kroatië. Bij aankomst in het busstation reppen tientallen kandidaat/kamerverhuurders zich naar de openzwaaiende deur van de bus, met foto’s en folders in alle talen. ‘Room in old city mister?’ ‘Accomodation sir?’ Er wordt gedrumd om bij ons te geraken.
Wanneer we een dame uitkiezen, gaat het er bitsig aan toe. ‘Zelfde prijs, dichter bij de oude stad’, roept een man. ‘Er rijden amper bussen naar haar huis’, snauwt een andere. ‘Ze liegt.’ ‘Crazy man’, lacht het mevrouwtje zenuwachtig. Intussen heeft ze haar man al gebeld om haar verse prooi naar huis te brengen. Welkom in Dubrovnik, Kroatiës toeristische topattractie.
Dubrovnik is een mooie stad. Met verdedigingstorens en marmeren straten, pittoreske stegen, een jachthaventje, en bovendien autovrij. Maar daar is dan ook alles mee gezegd. Wat zich binnen de stadsomwalling afspeelt, vind je ook terug rond het Colloseum, de Akropolis of de Mont Saint Michel. Massatoerisme. Clean en saai. Om op de stadsmuur te lopen, moet je 8 euro ophoesten. Ik slaag er niet in te genieten van de schoonheid. Dit is geen stad, dit is een pretpark. Anja herkent er de sfeer van Maasmechelen Village in.
Misschien moeten we ’s ochtends om 7 uur eens terug komen. Of de stad van op een afstand gadeslaan. Van op de berg Srdj misschien. De kabelbaan naar de top werd 15 jaar geleden al kapot geschoten door de Serviërs. Weinig kans dus dat daar veel toeristen zitten. Een uur klimmen, dat kost moeite.
Voor ons lopen drie katholieke nonnen, zuster Daniella uit Bosnie, zuster Agath uit Kroatie en zuster Louise uit Kosovo, gebeden prevelend het zigzagpad naar boven. Aan elke bocht – er staat telkens een houten kruis, genummerd van 1 tot 13 – houden ze halt, knielen en bidden. Helemaal boven staat een imposant stenen kruis met openlucht altaar, en een ruïne van wat vroeger een klooster was. ‘Een plaats waar bedevaarders overnachtten’, vertelt zuster Daniella. Ze spreekt Frans met een accent dat vele jaren missiewerk in Afrika verraadt. De berg Srdj werd in 1991 door het Joegoslavisch leger bezet. ‘Onze (Kroatische) soldaten hebben hen verjaagd.’
Zuster Louise biedt ons koekjes en fruit aan. Ze geeft me haar digitaaltje en ik maak een vakantiefoto van de drie kwezels met de zee en Dubrovnik in de verte. Ze giechelen als ze het resultaat op het schermpje bekijken, zoals alleen zusters giechelen.
Een taxi komt aangereden. Vier Amerikaanse toeristen stappen uit. ‘Did you walk all the way up here’, vraagt een van hen, alsof we net de top van de Mount Everest hebben bereikt. De taxichauffeur vat het uitzicht samen. ‘That`s Bosnia. There is Montenegro. And then Albania.’ Het viertal stapt in en vertrekt weer.
We dalen ook af. Eens beneden is de top van de Srdj gehuld in een dikke grijze wolk.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier