Jan Nolf

Tussenkomsten in Justitie: het verschil tussen het telefoontje van John Crombez en de brief van Veli Yüksel

Jan Nolf Erevrederechter en justitiewatcher

Twee Vlaamse parlementsleden, twee tussenkomsten bij magistraten, telkens in een familiaal dossier, over kinderen: er zijn gelijkenissen tussen de tussenkomsten van John Crombez en Veli Yüksel, maar vooral de verschillen zijn belangrijk, schrijft erevrederechter Jan Nolf.

Update: Crombez heeft geen deontologische fout gemaakt door zijn contact met een jeugdrechter, zo heeft de bevoegde commissie van het Vlaams Parlement intussen geoordeeld. Volgens artikel 19 van de deontologische code voor volksvertegenwoordigers mogen parlementsleden ‘gemotiveerde tussenkomsten’ houden. Het kan dan gaan om het vragen van toelichting bij een genomen beslissing of het opvragen van een stand van zaken in een dossier.

De SP.A-fractieleider zal dus ook niet gesanctioneerd worden. Volgens parlementsvoorzitter Jan Peumans (N-VA) was het een ‘boeiende discussie’, maar is de beslissing ‘unaniem’ genomen.

Op het eerste gezicht zijn er gelijkenissen tussen de mediastorm waarin de Gentse CD&V-er Veli Yüksel in oktober 2012 terecht kwam en SP.A-kandidaat-voorzitter John Crombez nu. Twee Vlaamse parlementsleden, twee tussenkomsten bij magistraten, telkens in een familiaal dossier, over kinderen.

Tussenkomsten in Justitie: het verschil tussen het telefoontje van John Crombez en de brief van Veli Yüksel

De Yüksel-brief dook net voor de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 in de media op. Veli Yüksel was toen in Gent lijsttrekker. Het telefoontje van John Crombez weerklinkt nu in volle socialistische voorzitterscampagne.

Misschien zijn vooral de verschillen belangrijk

Op 30 september 2011 neemt Veli Yüksel pen en parlementair papier ter hand voor een brief waarbij ‘de aandacht gevraagd‘ werd van de vrederechter van het vierde kanton Gent voor een vader wiens omgangsregeling met het kind niet gerespecteerd wordt ‘onder het voorwendsel dat het kind ziek is‘.

De brief leest als een plaatsvervangend pleidooi voor de man die ook klacht had neergelegd wegens schijnhuwelijk tegen de moeder van het gemeenschappelijk kind: alle juridische batterijen worden dus tussen de partners ingezet in de bitterste traditie van een vechtscheiding.

De brief van 2011 ziet enkel het mediatieke daglicht door een lek in de loop van de beroepsprocedure. Geen enkel magistraat had enig formeel initiatief genomen in verband met wat moeilijk anders geduid kan worden als een plat geval van politiek cliëntelisme. Veli Yüksel ziet aanvankelijk het probleem niet (‘gewone zaak van dienstbetoon‘ luidde zijn eerste reactie) maar erkent dan toch ‘dat hij een fout heeft gemaakt‘.

Jan Peumans (N-VA), voorzitter Vlaams Parlement
Jan Peumans (N-VA), voorzitter Vlaams Parlement © BELGA

Yüksel verontschuldigt zich in de pers en de zaak zal door de deontologische Commissie van het Vlaams Parlement zelfs nooit opgeroepen worden: case closed, want volgens Vlaams parlementsvoorzitter Jan Peumans (N-VA) is de zaak ‘verjaard’.

Strikt genomen is dat laatste ook het geval voor de klacht tegen Crombez. Net om de deur voor politieke steekspelletjes te sluiten voorziet art. 35 van de deontologische code van het Vlaams Parlement een vervaltermijn van 10 dagen.

Nu dateert dat bewuste telefonisch gesprek van 17 februari 2015. Peumans ontving de brief van de Eerste Voorzitter van het Antwerpse hof van beroep op 3 maart. Te laat dus.

Het zegt ondertussen iets over de piramide van Justitie wanneer een rechter meent eerst heel de hiërarchie af te moeten lopen om zich over een schending van de scheiding der machten te beklagen.

Een mens zou denken dat ‘beïnvloede’ rechters daarvoor zelf volwassen genoeg zijn. Maar nee, blijkbaar blijft de traditie van de ‘hiërarchische weg’ hen bevoogden. Met die vertragende reeks van knipperlichten schiet Justitie zichzelf in de voet.

Veli Yüksel
Veli Yüksel© Belga Image

Dat procedureprobleem zal wel fnuikend zijn voor John Crombez, die zich niet ten gronde zal kunnen verdedigen voor zijn tussenkomst. Die is nochtans interessant.

Niet alleen speelt die tussenkomst zich in Mechelen af, dus voor Crombez ver van enig Oostends electoraal wingewest. Yüksel deed het in Gent. Daarenboven zijn er nog twee essentiële verschillen met de Yüksel-brief.

Vooreerst is de rol van de gecontacteerde rechter totaal verschillend.

Veli Yüksel schreef een vrederechter aan tegenover wie een debat tussen twee strijdende partijen gevoerd wordt. Het kind was daar blijkbaar (naar de enigen woorden van Yüksel) enkel de ‘pasmunt‘ (sic) in. Een vrederechter is als louter burgerlijk magistraat totaal afhankelijk van wat partijen hem vertellen en alle buitenstaanders zijn dus per definitie clandestiene stoorzenders in dat debat.

Dat is fundamenteel verschillend van de tussenkomst bij de jeugdrechter in Mechelen bij wie een zogenaamd VOS-dossier liep (‘verontrustende situatie’, de nieuwe term van het decreet Integrale Jeugdhulp voor POS, ‘problematische opvoedingssituatie’).

De rol van de jeugdrechter is in dat kader helemaal niet ‘passief’ zoals dat bij een klassieke burgerlijke rechter wel het geval is. Zo voorziet art. 51 van de Jeugdbeschermingswet dat de jeugdrechter om het even wie kan ‘horen’ als dat nuttig is. In tegenstelling tot wat in strafzaken met meerderjarigen als regel geldt, kan de jeugdrechter dus ook zelf het vooronderzoek voeren. Vermits het belang van de minderjarige primeert, wordt die dubbele rol als jeugdrechter-onderzoeksrechter ook door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens aanvaard.

Dat betekent concreet dat in jeugdzaken ook ‘buitenstaanders’ een informatieve rol hebben en in de praktijk is die als ‘klokkenluider‘ niet zelden doorslaggevend. Het is aan de jeugdrechter om die gegevens dan in het dossier te vermelden en zo kan iedereen ze raadplegen.

John Crombez
John Crombez© Belga Image

Voor wie tussenkwam geldt dus niet het zwijgrecht, maar het spreekrecht – als het al geen spreekplicht is. Met wat mondiger gebruik van dat spreekrecht waren – ook in West-Vlaanderen – misschien wel de meest hallucinante drama’s van kindermisbruik voorkomen.

Ten tweede is de rol van John Crombez zelf verschillend.

Een rechter vangt zelden zomaar een telefoontje. Via de griffie weet je altijd vooraf wie je aan de lijn hebt. Als dat een politicus is, kan je die dus steeds afwimpelen: dat is het veiligste.

Maar zoals hierboven geduid, kunnen jeugdrechters goede redenen hebben om te luisteren.

In een interview met De Tijd van 12 januari 2013 deed de toenmalige staatssecretaris voor Fraudebestrijding het verhaal van zijn jeugd: hoe hij vanaf zijn vijftiende 10 zomers lang mensen met een mentale beperking op kamp begeleidde. Het leerde hem een totaal andere wereld kennen: ‘Mensen met echte problemen, ongeruste families. Door die verontwaardiging ben ik socialist geworden‘.

In maart 2011 verzette hij er zich tegen dat drie (door hun stiefvader en andere mannen) misbruikte Roemeense meisje zomaar onbegeleid teruggestuurd werden.

Midden 2011 schreef hij over ‘Nieuwe Integrale Jeugdzorg’ samen met Else De Wachter een boek ‘met een hart voor de jeugdzorg‘. In dat boek ‘Kansen voor kinderen’ vind je een pakkende bijdrage van Erwin Mortier en Lieve Blanquaert over minderjarige vluchtelingen: ‘een schreeuw om actie‘ beschreef Bleri Lleshi dat in zijn boekbespreking.

Ver weg van zijn zichtbaar politiek werkveld in fraudebestrijding is de zorg om jongerenwelzijn John Combez dus blijven begeesteren.

Jawel: die inzet bracht hem ook – zonder mediageroffel of camera’s – tot in Kroatië, speciaal voor de twee (toen in Zagreb verblijvende) minderjarigen waarover de Mechelse jeugdrechter zou oordelen.

Het is zijn bezorgdheid die hij wou delen met de jeugdrechter, maar die bleek tijdens het telefonisch gesprek van oordeel dat ze genoeg wist. En ze maakte prompt een proces-verbaal op voor een telefoontje dat ze gewoon had kunnen weigeren.

Misschien zal John Crombez zich dan maar moeten troosten met een van de universeelste wetten ooit: de wetten van Murphy.

Dat weze dan zo. Justitie weet zo vaak ‘genoeg’.

Ik wou wel eens de lijst willen krijgen van de processen-verbaal die door magistraten al opgesteld werden als ze door politici tijdens recepties aan de mouw getrokken werden.

Ondertussen worden in dit land van de Afkoopwet politici blijkbaar €1.000/uur betaald om met parketmagistraten te onderhandelen voor blanco strafregisters voor magnaten.

Misschien zal John Crombez zich dan maar moeten troosten met een van de universeelste wetten ooit: de wetten van Murphy. Eén daarvan stelt: ‘No good deed goes unpunished‘. Gratis verrichte goede daden kunnen inderdaad niet onbestraft blijven. Want hoe oncomfortabel is voor sommige juristen en politici bezieling dan toch.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content