Vrije Tribune
Treinbestuurder richt zich tot NMBS-bashers: ‘Het is hier geen luilekkerland’
‘Wie zich zonder nadenken overgeeft aan nog maar eens een rondje NMBS-bashen, verliest heel wat dingen uit het oog’, schrijft treinbestuurder Jan G. ‘Blijkbaar is elke aanleiding goed om van onze wandeling van perron naar perron nog een langere walk of shame te maken.’
Wij mogen niet zonder toestemming van onze werkgever communiceren over zaken die de NMBS aanbelangen. Daarom blijft het vanuit onze hoek nogal stil. Onze hoek zijnde die van rijdend (en ander) personeel dat – al dan niet overtuigd van het nut van de staking – zich elke dag opnieuw inzet voor zijn job. Wel, bij deze, ik communiceer wel, omdat veel reacties niet langer tegen het bedrijf gericht zijn, maar tegen het personeel. En wanneer slogans de bovenhand krijgen, raakt de nuance ondergesneeuwd. Daarom wil ik graag een poging doen om een aantal vaak gehoorde misvattingen recht te zetten.
Vooreerst, wij zijn NMBS-personeel. Wij zijn niet de vakbond, de vakbond is niet het personeel. Zij worden misschien wel vertegenwoordigd in onze rangen, en omgekeerd, maar zij hebben hun eigen agenda en hun eigen doelstelling waar ik eigenlijk niet al te veel van af weet. Ik probeer de vakbond niet zwart te maken omdat ze staken, maar ik vind staken geen oplossing, dat is mijn mening.
Treinbestuurder richt zich tot NMBS-bashers: ‘Het is hier geen luilekkerland’
Toch merken we dat het onderscheid niet altijd gemaakt wordt, en dat in veel reacties alles op een hoop wordt gegooid. Elke aanleiding is immers goed om van onze wandeling van perron naar perron een nog langere ‘walk of shame’ te maken.
Vervolgens mag ik u het volgende meedelen: wij zijn geen verwende mannen, zoals de afgelopen week hier en daar werd gesuggereerd. Er zullen rotte appels tussen zitten, ongetwijfeld, maar die vind je in elk bedrijf. Maar luistert u even mee.
Ik ben treinbestuurder, maar ik ga niet op 55 jaar met pensioen.
Ik ben op 29-jarige leeftijd toegetreden tot de NMBS, wat maakt dat ik ten vroegste op mijn 59e op pensioen mag gaan. Voorlopig, tenzij de regels veranderen. Maar als ik van de volledige pensioenrechten wil genieten, dien ik tot mijn 65e te werken. Ik besef dat ik niet te klagen heb, dat geef ik grif toe, maar u mag ook wel nuanceren: veel mensen beseffen niet welke impact onze job heeft op lichamelijke en geestelijke conditie. Maar blijkbaar is het not done om als ‘zwaar beroep’ gezien te worden, enkel en alleen omdat wij niét op een bouwwerf of in de haven werken. U mag mijn job komen doen, ik zal u met plezier een maandje laten meedraaien en u dan nog eens om uw mening vragen.
Ik ben treinbestuurder, maar ik werk geen 36u per week.
Ik werk gemiddeld diensten van 8u17, vijf dagen per week, waardoor ik op een arbeidsduur van 41u25 kom. Waarvan ik er echter slechts 36 betaald krijg, want wegens besparingen in het verleden worden wij al lang geen 40u per week meer betaald, ook al werken we die nog steeds. Nee, dat werd ooit 38u/week (met enkele dagen in ruil, want uren die je teveel werkt dienen gecompenseerd te worden) en later nog eens 36u/week. En steeds werd hierop ook loon ingeleverd, mevrouw, dus echt overbeschermd zijn we toch niet.
Ik ben treinbestuurder, maar ik heb geen 65 werkdagen vakantie per jaar.
Integendeel, ik heb er 24. Wat mooi is, daar niet van, want sommigen hebben er maar 20, maar het is nog altijd niet de riante 65 die ik u hoor vermelden. En in elke volgende kwade lezersbrief over de luie spoormannen plakt de volgende briefschrijver er weer een paar dagen bij, en voor je het weet staat op de voorpagina van de krant dat een treinbestuurder 80 dagen per jaar thuis is. Neen. Ik heb recht op 24 dagen verlof (zelf te kiezen), 26 compensatie- of kredietdagen (4u/week x 52 weken op een jaar, teveel gewerkte uren die ook wij verdiénd hebben) en daarbij nog wat feestdagen. Die koningsdag waar iedereen het over heeft, die heb ik niet. Daar heb ik geen recht op, ik heb immers geen administratieve functie. En als wij op een feestdag werken mogen wij die terugnemen op een andere dag, zoals op veel plaatsen in de privé.
Ik ben treinbestuurder en ontvang premies.
Voor nachtwerk, voor weekendwerk. Voor mijn lijnkennis, materiaalkennis, vaardigheden en inzet. Maar niét voor vertraging, niét als de trein te laat is. Maar als die trein te laat is en ik heb een dienst van 9u30 geklopt in plaats van 8u30 (en ik kan zelf niets aan die vertraging doen door bv. een zelfmoord, aanrijding of defect aan de lijn) dan mag ik toch betaald worden voor mijn uur overwerk? Of telt de regel ‘voor niets gaat enkel de zon op’ alleen voor niet-spoorwegpersoneel?
Ik ben treinbestuurder en ik reis niet gratis in eerste klasse.
Ik heb vrijbiljetten in tweede klasse, om van en naar het werk te rijden bijvoorbeeld, en ik heb 24 bonnetjes die ik door het jaar mag invullen om eens in eerste klasse plaats te nemen. Maar ik neem de trein slechts sporadisch voor mijn woon-werkverkeer daar er op de uren dat wij beginnen of eindigen met onze dienst nog geen treintjes rijden. Tevens reis ik ook niet ‘bijna gratis’ door Europa, ik krijg korting op bepaalde spoorwegnetten, ja, maar daar zijn voorwaarden aan verbonden (bijvoorbeeld max. 4 dagen/jaar op een bepaald net) en dat is aardig gelimiteerd. Iemand die bijvoorbeeld bij de Krëfel werkt krijgt daar doorgaans toch ook korting? Mogen wij dat niet omdat vadertje staat ons financiert? Wat dan met al die mensen die een bedrijfswagen hebben, zijn dat niet óók uw centen dan?
Ik ben treinbestuurder maar ik krijg voor zover ik weet geen korting op mijn privé-elektriciteit.
Dat kan – mogelijk – via personeelsvoordelen die in Brussel onderhandeld werden, maar ik ben nog steeds beter af om zoals elk mens te gaan rondshoppen en zelf eens te kijken welke leverancier nu goedkoper is. Die deals, die voordelen, heeft ons bedrijf gesloten met andere bedrijven. Dat kost beide partijen niets, dat is een win-win-situatie. Immers, wij krijgen korting bij winkels, die winkels krijgen nieuwe klanten. Hoeveel mensen krijgen er ecocheques op hun werk? Of korting bij leveranciers? U ziet, blijkbaar is elke reden goed genoeg om met modder te werpen.
Ik ben treinbestuurder, maar in ons bedrijfsrestaurant is er geen sigarenmenu.
Er is een bepaald restaurant in het Brusselse waar de NMBS (via een van haar filialen of onderaannemingen, ik weet er het fijne niet van) in participeert, maar dat heeft niets maar dan ook niets met het reguliere personeel te maken. Immers, dit is geen kantine, dit is een losstaand verhaal. Als u morgen een advocatenkantoor opent en uw man opent zijn eigen restaurant, is dat restaurant dan opeens uw bedrijfsrestaurant? Smakelijk!
Wij vragen niet veel. Gewoon wat respect en empathie voor de mensen die momenteel – dankzij de media en de politiek – zelf in het oog van de storm terecht zijn gekomen.
Wie zich vol overgave overgeeft aan alweer een rondje NMBS-bashen, vergeet na te denken dat wij ook maar mensen zijn, die trouwens hun job met passie en overtuiging uitvoeren. Die ook niet voor ‘niets’ gaan werken, net zoals u waarschijnlijk zal onderhandeld hebben bij uw sollicitatie, waar u ook mag werken. U heeft uw voorwaarden verkregen, wij de onze. U mag perfect jaloers zijn, maar niets houdt u tegen om hier te komen werken, het is hier geen luilekkerland. En u mag dat een belachelijk voorstel vinden, dat is uw volste recht, maar dat geeft u niet het recht om ons als spoormedewerkers in het belachelijke te trekken.
Ik stel voor, neem uw fakkel en riek en ga de varkensstal uitmesten. Maar doe het op de juiste plaats: daar waar ze beslissen over de financiering van ons spoorbedrijf, daar waar ze de klemtoon liever op bedrijfswagens en fiscale voordelen dan op openbaar vervoer en mobiliteit leggen.
(Jan G. is treinbestuurder bij de NMBS. Hij twittert als @jantograaf. Een aangepaste versie van dit opiniestuk verscheen eerst op zijn blog www.jantograaf.be.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier