Grete Remen (N-VA)

‘Transparantie in de keten is de enige manier om iedereen waardig te laten produceren en consumeren’

Grete Remen (N-VA) Vlaams Parlementslid voor N-VA

“Vragen als: ‘Wie maakt mijn kleren?’, ‘In welke omstandigheden?’ en ‘Op welke manier verloopt de verloning?’ blijven nog te vaak onbeantwoord”, schrijft Vlaams parlementslid Grete Remen (N-VA).

Deze week is het vijf jaar geleden dat meer dan 1.000 mensen het leven lieten in het Raza Plaza-complex in Bangladesh. Vele van de dodelijke slachtoffers en 2000 gewonden werkten voor Benetton, Primark en andere Westerse kledingbedrijven. Als reactie werd op 15 mei 2013 het Bangladesh Akkoord in het leven geroepen. Ook ons land verbond zich aan de belofte om deze wanpraktijken de wereld uit te helpen. België ondertekende de VN-richtlijnen en Vlaanderen verzekerde acties door het aannemen van de resolutie betreffende het ethisch verantwoord en duurzaam ondernemen.

Die resolutie vraagt Vlaanderen onder meer om er bij de federale overheid op aan te dringen een actieve rol te spelen in het wegwerken van schendingen van mensenrechten wereldwijd, als tevens acties vanuit de textielsector te ondersteunen, lees: Vlaamse textielbedrijven aansporen om de verschillende akkoorden te ondertekenen. Het staat buiten kijf dat deze maatregelen de veiligheid in Bengaalse textielfabrieken hebben verbeterd. De miserie blijft echter voortduren en verplaatst zich buiten het oog van het schaarse maatschappelijke debat dat hieromtrent gevoerd wordt.

Transparantie in de keten is de enige manier om iedereen waardig te laten produceren en consumeren

Zo zijn verhalen over kinderarbeid, mensonwaardige werkomgevingen en barbaarse lonen in Aziatische kledingfabrieken niet uit het nieuws te slaan. Zulke taferelen zijn dan ook onvermijdelijk wanneer we met z’n allen de prultempels in onze winkelstraten aanbidden. Een T-shirt van 3 euro kan nochtans niet ethisch geproduceerd zijn. De gewonnen koopkracht wordt altijd door iemand betaald. De onzichtbaarheid van de zwakste schakel blijkt voldoende om ons geweten te sussen. Ons land moet ondernemers én consumenten wijzen op hun verantwoordelijkheid omtrent deze problematiek. Vrijwillige initiatieven hebben hun limiet bereikt. Een kentering valt niet te bespeuren. De nood aan wetgevende stappen wordt steeds groter.

Transparantie in de keten is de enige manier om iedereen waardig te laten produceren en consumeren. Vragen als: ‘Wie maakt mijn kleren?’, ‘In welke omstandigheden?’ en ‘Op welke manier verloopt de verloning?’ blijven nog te vaak onbeantwoord. Die onwetendheid houdt, samen met de onderlinge prijzenoorlog tussen kledingretailers die de dumpketens aanvoeren, de wanpraktijken in stand. De resultaten van het Bangladesh Akkoord en andere initiatieven ten voordele van een ethische textielsector, zoals de Fair Wear Foundation, De Schone Kleren Campagne en het Nederlandse convenant Kleding en Textiel, worden op die manier zelfs tenietgedaan.

Uit een rapport van eind 2016 van de Landelijke India Werkgroep blijkt dat negen op de tien spinnerijen in Zuid – India gebruikmaken van kinderarbeid. De arbeidsvoorwaarden, werkomstandigheden en de verloning waren er overigens beneden alle peil. Zulke spinnerijen leveren garen voor de illegale fabriekjes in Bangladesh. Garen die op hun buurt in kledingvorm verkocht worden in onze winkelstraten.

Ook recent nog kwam aan het licht dat de ellende van de textielsector zich zeker niet alleen verspreid naar India, maar ook naar buurlanden zoals Pakistan. Daar naaien hele gezinnen van thuiswerksters de nieuwe collecties van H&M en Mango aaneen tegen 3 eurocent per uur. Een toepasselijke quote van Oxfam illustreert de schrijnende problematiek: ‘de rijkste mannen ter wereld steunen op de armste vrouwen.’ Men doelt op een CEO van een topmodeberdrijf die op 4 dagen tijd het equivalent verdient van wat een sweatshopwerker uit Bangladesh in zijn of haar hele leven zal vergaren.

De overheid kan ook een stap verdergaan door slechte leerlingen in de klas, lees: bedrijven die gretig verdergaan met het schenden van mensenrechten, te kijk te zetten op een zwarte lijst.

Doen dergelijke taferelen ons niet denken aan de uitbuiting van kinderen door onze eigen Vlaamse textielfabrieken uit de 19e eeuw? Het zijn situaties die wij als overheid, producenten en consumenten onaanvaardbaar achten. Waarom laten we ze dan wel toe aan de andere kant van de wereld? Wetgeving hoeft niet belemmerend te zijn.

Bij deze problematiek kan ze zelfs zeer bevorderlijk werken. Amper 100 jaar geleden konden we kinderarbeid in onze contreien bannen. Geen haar op een ondernemershoofd dat nu nog met kinderarbeid zou instemmen. Een bewijs dat ondernemers wetgeving niet schuwen. Zeker niet inzake transparantie en duurzaamheid. Met een duidelijk doel voor ogen, zoals schone kleren, zijn ook ondernemers er niet vies van.

In mei loopt het Bangladesh Akkoord af. De genomen initiatieven en geplande acties van dat akkoord zullen voor drie jaar verlengd worden in het 2018 Transition Accord. De weinige kledingmerken die, zonder overheidsoptreden, zich verbinden om blijvende inspanningen te verrichten, lijken dat reeds gedaan te hebben. De overheid mag die 6 Belgische bedrijven gerust in de bloemetjes zetten. De Vlaamse resolutie van 2015 biedt daartoe een mogelijkheid. De overheid kan ook een stap verdergaan door slechte leerlingen in de klas, lees: bedrijven die gretig verdergaan met het schenden van mensenrechten, te kijk te zetten op een zwarte lijst. Kortom: naming and shaming. Die spreekwoordelijke ‘stok achter de deur’ kan ons helpen streven naar ethische producenten.

Naming and shaming geeft ons de kans om zicht te krijgen op het productieproces. Transparantie in de productieketen van de textielsector is de ideale manier om te waken over de duurzaamheid van het kledingstuk én om de consument wakker te schudden. De prijs is geen objectieve maatstaf, een sectoraal label, gecontroleerd door de overheid, wel. Een dergelijk label kunnen we op Vlaams en federaal niveau uitwerken en op Europees niveau promoten. We mogen niet wachten op het volgende drama of de volgende misbruikkrantenkop. Een akkoord ondertekenen om vervolgens niets te doen is even hypocriet als voor hetzelfde doel een petitie tekenen om vervolgens in een dumptempel te gaan shoppen. Het is tijd voor echte actie.

Grete Remen is Vlaams parlementslid voor N-VA en lanceerde in 2015 een resolutie inzake ethische verantwoord en duurzaam ondernemen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content