Jean-Marie Dedecker (LDD)

‘Transfers: 185 jaar eenrichtingsverkeer van Vlaanderen naar Wallonië’

Wie Vlaanderen gebrek aan solidariteit verwijt kent zijn geschiedenis niet, schrijft Jean-Marie Dedecker in zijn wekelijkse bijdrage voor het Schaduwparlement van Knack.be.

Het is precies tien jaar geleden dat de N-VA met een symbolische lading nepbankbiljetten naar de scheepslift van Strépy trok om de miljardenstroom aan transfers van Vlaanderen naar Wallonië aan te klagen. Vandaag zijn de transfers van noord naar zuid nog toegenomen ,en de stroom zal nog vergroten door de uitwerking van de zesde staatshervorming die door de N-VA slaafs wordt uitgevoerd. De Vlaams-nationalisten hebben hun communautaire agenda in de koelkast gestopt, en aanbidden vandaag wat ze gisteren hebben verketterd. Ze hebben ons geld en hun principes in het Canal du Centre gegooid en wachten nu in Antwerpen tot het weer boven komt. Het wordt wachten op Godot.

Transfers: 185 jaar eenrichtingsverkeer van Vlaanderen naar Wallonië

Als we over belastingen praten, valt altijd het woord solidariteit, zeker om de transfers van noord naar zuid te verrechtvaardigen. Dan gaat het altijd over emotionele argumenten en nooit over rationele, om de Vlamingen met een schuldgevoel op te zadelen als ze aan deze vorm van hulpverslaving een einde willen maken. Solidariteit vereist echter wederkerigheid anders is het verlicht egoïsme.

Volgens professor economische geschiedenis Juul Hannes is er zelfs nooit een omgekeerde steun geweest, t.t.z. van het zuiden van het land naar het noorden. Ook niet in de hoogdagen van de Waalse metallurgie. Anders was ons land al lang gesplitst. In de negentiende eeuw, tussen 1832 en 1912, betaalde een gemiddeld Vlaams gezin 16,7% meer ‘personele’ belasting en 25,4% meer erfenisrechten dan een Waals gezin. Wallonië was toen de derde rijkste regio van de wereld en Vlaanderen lag onder de armoedegrens. Vandaag praat men over een vermogens(winst)belasting, en weerom dreigt de Vlaamse middenklasse het gelag te betalen.

We herdenken WO I in 1914 maar gaan achteloos voorbij aan de sociale situatie van deze periode. Wie zijn geschiedenis niet kent ,begrijpt het heden niet. De belastingwetten werden toen geschreven door een francofone nomenclatura.

Zo ontdekte Hannes dat er in 1914 op een reusachtige hoogoven 84,8 frank bedrijfsbelasting moest betaald worden, evenveel als op een bakkersoventje in 1819. De fiscus belastte het aantal ramen en deuren en achtervolgde straatventers, marktkramers en scharenslijpers. Industriële NV’s maakten in 1910 al 452 miljoen goudfrank winst en betaalden daar ocharme twee procent belasting op. ‘LuxLeaks avant la lettre’.

Arm ruraal Vlaanderen, dat in de negentiende eeuw nog met hongersnood had af te rekenen, betaalde meer aan de Belgische schatkist dan de opkomende Waalse staal- en kolenindustrie. Leven en dood in de ast, een Vlaams fenomeen. Het is echter nooit anders geweest. Vlaanderen houdt als een gulle schenker de collectivistische Waalse verzorgingsstaat op gang met het emotionele maar oneerlijke argument van de nationale solidariteit.

We herdenken WO I in 1914 maar gaan achteloos voorbij aan de sociale situatie van deze periode.

Het Pamflet ‘Waarom? – Claudius Severus’ van ‘Den Vlaamschen Landsbond’ en van ‘Vrij & Jong Vlaanderen’, opgesteld door vooraanstaande Vlaamse activisten in 1918 is een verhelderend tijdsdocument . Onder de ondertekenaars bevonden zich heel wat academici zoals Dr. Eugène van Oye, Karel Borms, Dr. Prof. Pieter Tack, Domela Nieuwenhuis Nyegaard en zelfs ene Dr. Prof . Jozue De Decker (what’s in name!). Voor het eerst in de geschiedenis werd toentertijd gepleit voor de splitsing van België wegens de sociale onrechtvaardigheid tegenover Vlaanderen. Ze betoogden dat tussen 1830 en 1918 Vlaanderen 18 miljard in de staatskas stortte, en Wallonië 12. De Walen haalden wel 24 miljard uit de schatkist en de Vlamingen 6. Van wafelijzerpolitiek was geen sprake, zoals bij de scheepslift van Strépy, enkel van eenrichtingsverkeer.

“De provincie Namen met zijne 360.000 inwoners kreeg 566 kilometer ijzerwegen. De provincie Antwerpen met 1.000.000 zielen, 321 kilometer. Namen had 1.216 kilometer steenwegen door den Belgischen Staat aangelegd, Luxemburg 1.175 en Luik 1.127, Oost-Vlaanderen daarentegen 763 en Antwerpen 679”.

De paritaire wanverhoudingen die vandaag nog meespelen in de NMBS hebben historische gronden, net zoals bij De Post : “Het arrondissement Aalst heeft 100.000 inwoners meer dan het arrondissement Dinant, maar toch 15 postontvangerijen minder. En zoo is het heel het land door. West-Vlaanderen met zijn 900.000 inwoners heeft 15 postburelen minder dan de provincie Namen. Voor het bouwen van arbeiderswoningen kregen 4.500.000 Vlamingen 16.800.000 frank en 3.000.000 Walen 113.000.000 frank. Tot het bouwen van arbeiderswoningen werden voorschotten verleend : aan Gent 2.391.031 frank en aan Charleroi 21.290.947 frank”. “In den vorm van landbouwkredieten kreeg het Waalsche Genappe 10.926.000 franken, Gembloux 3.257.000 frank, Gent en Brugge, 183.000 en 40.700 frank. Van Antwerpen of Limburg is er geen spraak : die kunnen zichzelve maar behelpen, als zij het land willen bewerken”. “In 1910 had het Waalsch gedeelte van het land 580 gemeenten die eene waterleiding hadden. De Vlaamsche provincies slechts 20 in ’t geheel. En zoo laat de Belgische Staat het manna over onze Waalsche gouwen vloeien. Voor het uitvoeren van gezondheidswerken, zoals aanleggen of vergrooten van kerkhoven, afvoer van waters, riolen, mestputten, enz heeft de Staat hulpgelden verstrekt in 1910, 1911, 1912, aan Antwerpen 162.764 frank, aan Oost-Vlaanderen 42.265 frank, aan Namen 637.014 frank en aan Luik 855.590 frank”.

Ook op onderwijsniveau werd er gediscrimineerd.

“De provincie Namen heeft 1.513 lagere scholen voor 70.064 kinderen, de provincie Antwerpen 1.256 voor 198.762 kinderen. De provincie Henegouwen heeft 46 nijverheidsscholen, Oost-Vlaanderen 6 en de provincie Antwerpen 4. dan is het ook niet te verwonderen dat er in Vlaanderen tienmaal meer ongeletterde rekruten zijn dan in Luxemburg”.

De discriminatie was zelfs doorgedrongen tot in het pensioenstelsel. “In december 1913 werd aan de Waalsche metaal- en mijnwerkers een pensioen toegekend van 360 frank ’s jaars op vijftigjarigen ouderdom, onze Vlaamsche werklieden en visschers bekomen slechts het ouderdomspensioen van 65 frank ’s jaars als ze 65 jaar oud zijn. En zoo komt het dat er in de provincie Namen tweemaal zooveel spaarders zijn als in Limburg, en dat elke inwoner van het arrondissement Virton 276 frank op de Nationale Bank heeft staan, en elke inwoner der provincie Antwerpen er 87 frank heeft”.

Wie Vlaanderen gebrek aan solidariteit verwijt kent zijn geschiedenis niet.

Bovenstaande cijfers zijn geen folklore en bevestigen de theorie van Prof. Em. Dr. Juul Hannes in zijn boek ‘De Mythe van de omgekeerde transfers’ dat er nooit sprake is geweest van transfers van Zuid naar Noord : “In totaal werd bijna 12 miljard goudfrank door de overheid geïnd in de periode 1832-1912. Vlaanderen bracht daarvan 44 % op en Wallonië 30,4 %. Het aandeel van Brabant, 25,6 % kan niet zomaar worden opgesplitst in een Vlaamse en een Waals deel”.

Wie Vlaanderen gebrek aan solidariteit verwijt kent zijn geschiedenis niet. Toen het in 1845 hulp vroeg aan Brussel “omdat het geteisterd was door eene aardappelziekte die hongersnood en ellende in ’t land bracht, en dezen werden gevolgd van tyfus – en ander ziekten die ons volk om zoo te zeggen wagmaaiden” antwoordde Charles Rogier :”Dat de Vlamingen Fransch leeren, dan kunnen ze in Wallonië kun kost verdienen als knecht en meid, zolang zij geen Fransch kennen geven wij geen frank”.

Vlamingen waren gastarbeiders in hun eigen vaderland. Behalve de openlijke racistische arrogantie van de Waalse politici is er op het transferbeleid in 185 jaar niets veranderd. Het rapport over ‘Het totaalbeeld van de intergewestelijke overdrachten’ in het Economisch Tijdschrift van de Nationale Bank van België dateert van 18 september 2008 en behandelde de toestand in 2005, dus ten tijde van het legendarische bezoek van Bart De Wever aan Strépy. Dat eerbiedwaardig Koninklijk Instituut, dat bezwaarlijk van enige Vlaamse separatistische sympathie kan verdacht worden, kwam tot de conclusie dat het Waalse Gewest in 2005 de som van 6,1 miljard euro aan intergewestelijke overdrachten ontving. Elke Vlaamse inwoner betaalde 967 euro en elke Waal ontving 1.783 euro. Het staat er zwart op wit. Tien jaar later en een zware economische crisis verder is er weinig veranderd, behalve de Pontius-Pilatushouding van de N-VA. Volgens het Leuvense instituut Vives is het jaarlijkse transferbedrag opgelopen tot 6,4 miljard euro. Dan heeft men nog geen rekening gehouden met de rente op de staatsschuld, want dan loopt de factuur van noord naar zuid op tot 12 miljard euro ! Het is tijd dat men de (Charles) Rogierlaan omdoopt in de Vlaamse Solidariteitslaan.

Als we scheiden, Waalse vrienden, vrees ik echter dat Frankrijk het onderhoudsgeld zal weigeren te betalen. Wees echter niet ongerust.

Meer dan de helft van de Walen wil een aansluiting met Frankrijk als België zou ophouden te bestaan, schrijft Han Renard in Knack (7 januari 2015). Voor ons niet gelaten.. Ze mogen zich laven aan de borst van Marianne en de Marseillaise zingen. Fiscaal zijn ze daar wel beter af. Bij onze Zuiderburen beland je pas in een belastingschijf van 40 % vanaf een inkomen van zo’n 70.000 euro, het dubbele van Belgenland. Er is wel een progressieve vermogensbelasting maar enkel op grote vermogens. Behalve kaviaarsocialisten en kapitalistische baronieën zullen weinig mensen in de Borinage van deze fortuinbelasting last hebben.

Als we scheiden, Waalse vrienden, vrees ik echter dat Frankrijk het onderhoudsgeld zal weigeren te betalen. Wees echter niet ongerust. Bart zal het infuus van de Waalse baxter-economie niet uittrekken. De Vlaming betaalt toch de doktersrekening.

Partner Content