Traangas, bussen en corona: hoe Erdogan vluchtelingen inzet als geopolitiek pressiemiddel
Zo’n 20.000 vluchtelingen kwamen naar de Turks-Griekse grens, in de hoop eindelijk naar Europa te kunnen. Het journalistieke collectief Lighthouse Reports reconstrueerde hoe ze een speelbal werden in een geopolitiek machtsspel.
Op 28 februari 2020 verschijnt president Reçep Tayyip Erdogan op de Turkse televisie. In een korte speech kondigt hij zijn voornemen aan om de grens met Griekenland te openen en aan tienduizenden vluchtelingen vrije baan naar Europa te geven.
Sinds het begin van de Syrische oorlog in 2012 hebben miljoenen Syrische burgers de Turkse grens overgestoken, op de vlucht voor het geweld. Volgens cijfers van het Vluchtelingagentschap van de Verenigde Naties geeft Turkije onderdak aan 3,7 miljoen vluchtelingen. Zij leven verspreid over het hele land, al leven de meesten in de zuidelijke, aan Syrië grenzende provincies. Om te verhinderen dat de vluchtelingen verder reizen naar Europa, heeft de Europese Unie sinds 18 maart 2016 de EU-Turkijedeal afgesloten. Met dat akkoord belooft Turkije om vluchtelingen tegen te houden aan de Turkse grens. In ruil daarvoor krijgen plaatselijke ngo’s Europees geld om de opvang te organiseren.
Maar dat ruimhartige vluchtelingenbeleid wordt ook voor Erdogan een steeds moeilijker verhaal. De vluchtelingen belasten het sociale en economische stelsel in Turkije. Onder impuls van zijn extreemrechtse coalitiepartner MHP én de centrumlinkse CHP staat Erdogan onder druk om de vluchtelingen weg te krijgen. Die druk is een van zijn beweegredenen om in november 2019 een militaire inval in Noord-Syrië te beginnen. Zo wil hij een veilige zone in het Noorden creëren, en hoopt hij een miljoen vluchtelingen te laten terugkeren. Maar de Turkse krijgskansen in Syrië zijn gekeerd. Net voor Erdogans toespraak zijn 33 Turkse soldaten omgekomen bij bombardementen van het Syrische regime. Erdogan eist dat de NAVO tussenbeide komt, hoewel hij weet dat het niet zal gebeuren. Om Europa toch onder druk te zetten, belooft hij de vluchtelingen vrije doorgang.
In de dagen na zijn dreigement zetten tienduizenden vluchtelingen zich vanuit alle uithoeken van Turkije in beweging. De meesten verblijven al enkele jaren in Turkije, maar zijn al te bereid om met hun hele hebben en houden naar Istanbul te reizen. Van daaruit legt de Turkse overheid gratis busjes in, die elke dag honderden vluchtelingen gratis naar de Turks-Griekse grens rijden. De Turkse staatstelevisie brengt gedetailleerd verslag uit van de exodus.
In de eerste dagen van maart komen tienduizenden vluchtelingen naar de Turkse grens. Ze troepen er samen in de velden rond Pazarkule, het laatste stukje Turkije voor de Griekse grens. Slechts een kleine minderheid kan de ‘busdienst’ gebruiken. Het gros van de migranten moet zijn eigen weg zoeken, en is overgeleverd aan de genade van de lokale bevolking. Verschillende vluchtelingen getuigen hoe ze op weg naar Pazarkule het slachtoffer werden van geweld en afpersing. Ahmad Al Hammoud (24), die vanuit Adana meer dan duizend kilometer reist om de oversteek te wagen, vertelt hoe hij onderweg door Turkse agenten in elkaar werd geslagen. ‘Onze soldaten sterven in Syrië, en jij wilt lekker naar Griekenland?’ krijgt hij te horen. Ibrahim Madani (41) vertelt hoe een groep dorpsbewoners hem en zijn vrienden met geweren bedreigden en beroofden. Rima Om Mohammad (45) zegt dat door drie verschillende buschauffeurs een klein fortuin heeft betaald om haar van Ankara, de stad waar ze sinds 2018 verblijft, naar de grens te brengen.
Traangas en kogels
Wanneer Al Hammoud op 1 maart aankomt aan de Turks-Griekse grens is het al duidelijk dat de vluchtelingen hun doorgang zelf moeten forceren. Wanneer hij een van de volgende dagen in de rij staat bij de voedselbedeling, wordt hij aangesproken door de Turkse grenspolitie: ‘Ga naar Griekenland, gooi stenen. In de rij staan voor eten zal je niet in Griekenland brengen.’Al Hammoud ziet hoe migranten traangas krijgen van de Turkse politie, en samentroepen aan het hek aan de grensovergang. Het is in die eerste dagen de beproefde tactiek van de meeste vluchtelingen: in grote groepen proberen om over de grens te raken, in de hoop dat de Griekse politie hun overtal niet aankan. Anderen proberen de Maritsa over te zwemmen, de rivier die de grens tussen Europa en Turkije markeert. Enkelingen slagen erin de overkant te bereiken, maar het gros ziet al snel het zinloze van de onderneming in. Wie toch probeert om de grens over te steken, wordt onthaald op traangassalvo’s van de Griekse politie. Er valt een dode door geweervuur.
Rima Om Mohammad (45), heeft nauwelijks enkele uren nodig om vast te stellen dat er van oversteken geen sprake zal zijn. Om Mohammad, afkomstig uit de Zuid-Syrische stad Daraa, hoopt via Pazarkule finaal naar Zwitserland door te reizen, waar haar zus politiek asiel heeft gekregen. Ze vertelt dat de Turkse overheid niet voorzien is op een plotse toestroom aan de grens. De omstandigheden in het inderhaast opgetrokken vluchtelingenkamp zijn onmenselijk. Ze slaapt er op de grond, onder de blote hemel, met haar rugzak als hoofdkussen. De voedselbedeling is beperkt en verloopt tergend traag. ‘Het was chaos’, vertelt Om Mohammad. ‘Voor eten moest je uren in de rij staan. Als je eindelijk aan de beurt was, was het eten soms op. Afghaanse vluchtelingen vertelden me dat ik kruiden van de grond kon rapen om te koken. Dat zou mijn honger stillen.’
De Turkse autoriteiten beseffen dat de dichte concentraties van mensen in onhygiënische omstandigheden een tikkende tijdbom zijn.
In de weken die volgen, wordt vooral gewacht. De vluchtelingen zijn de inzet geworden van een kat-en-muisspel tussen de Europese Commissie en Turkije, dat door de druk op te voeren extra Europese middelen hoopt binnen te halen. Ook aan de Griekse kant zit de schrik er goed in. Verschillende Griekse media beweren dat Turkije met corona besmette vluchtelingen als een soort biologisch wapen de grens wil overzetten. Als bewijs gebruiken ze een filmpje dat de Syrische vluchteling Mohammad Talal Yusuf heeft gemaakt. Het nieuwsbericht blijkt een kwakkel: Talal Yusuf blijkt nooit covid-19 gehad te hebben, en is stomverbaasd wanneer hij te horen krijgt dat zijn filmpje in Griekenland viraal is gegaan.
De leefomstandigheden aan de grens gaan van kwaad naar erger. Ook bij de Turkse overheid groeit het besef dat de vluchtelingen vooral voor Turkije een probleem zijn. Wie terug wil, krijgt 200 lira (ongeveer 25 euro) en een gratis bus naar Istanbul aangeboden. Duizenden gaan op het aanbod in, maar velen blijven koppig in een betere afloop geloven. ‘Ik kon mijn droom voor een beter leven toch niet opgeven voor 200 lira?’ zegt Al Hammoud. Al snel worden de aanmoedigingen minder vrijblijvend. De voedselbedelingen worden beperkt, en vluchtelingen krijgen het verbod om naar de nabije dorpen te gaan.
Verspreid over Turkije
Halverwege maart begint ook in Turkije het coronavirus te woekeren. Ook in het vluchtelingenkamp worden covid-19-besmettingen vastgesteld. De Turkse autoriteiten beseffen dat dichte concentraties van mensen in zulke onhygiënische omstandigheden een tikkende tijdbom zijn. Op 25 maart wordt duidelijk dat de Turkse politie het geïmproviseerde vluchtelingenkamp zal opbreken. Bij veel vluchtelingen begint te dagen dat het allemaal voor niets is geweest.
In de nacht van 26 op 27 maart wordt het kamp in Pazarkule hardhandig ontruimd. De migranten worden naar klaarstaande bussen gedreven, de Turkse gendarmerie steekt de tenten in het vluchtelingenkamp in brand gestoken. De vluchtelingen worden kriskras en zonder al te veer overleg verspreid over verschillende kampen, die soms meer dan duizend kilometer van de Europese grens verwijderd liggen. Ze krijgen de belofte dat hun verhuizing slechts een tijdelijke quarantainemaatregel is, en dat ze over twee weken opnieuw de oversteek naar Europa zullen kunnen maken. Het blijken loze woorden. De quarantainefaciliteiten blijken weinig meer dan een veredelde gevangenis. Op de meeste plekken blijkt geen medisch personeel aanwezig en is ook dringende medische hulp onmogelijk. De meeste faciliteiten zijn overbevolkt, de angst besmet te worden is groot.
De meeste bussen zetten hun passagiers af in de buurt van Istanbul of aan de Turkse westkust. Mohammad Madani komt terecht in Tuzla, in het Aziatische deel van Istanbul, op drie uur rijden van de grens. Hij moet zijn telefoon afgeven en mag het centrum niet verlaten. Gedurende twee weken krijgen hij en zijn reisgezellen nauwelijks te eten. Maar veel vluchtelingen worden ver van de Griekse grens gebracht en opgesloten. Velen komen terecht in Osmaniye, op vijftig kilometer van de Syrische grens, meer dan 1200 kilometer van Pazarkule.
Griekse media lanceren de kwakkel dat Turkije met corona besmette vluchtelingen als biologisch wapen de grens wil overzetten.
Na twee weken krijgen de vluchtelingen papieren in het Turks om te ondertekenen. Duizenden vluchtelingen zetten hun handtekening. Algauw blijkt het om deportatiepapieren te gaan, waarmee de vluchtelingen zich akkoord verklaren om teruggebracht te worden naar Noord-Syrië. Wanneer duidelijk wordt wat de vluchtelingen ondertekend hebben, breken in Osmaniye onlusten uit, waarbij enkele groepen vluchtelingen slaags raken met de politie. Uiteindelijk sluit de directeur een compromis: de vluchtelingen mogen terug naar West-Turkije, en moeten het daar zelf maar uit zoeken. Mahmoud Al Hammoud krijgt te horen dat hij naar Izmir zal worden gebracht, vanwaar hij de kans zal krijgen om over zee de oversteek te maken. Maar onderweg kondigt de Turkse overheid een volledige lockdown aan. Zijn reis strandt in een buitenwijk van Izmir, op een verlaten universiteitscampus, waar hij samen met zijn metgezellen op straat wordt gezet.
Ook voor Rima Om Mohammad breekt een odyssee aan. Na twee weken quarantaine in Malatya, een stad op ruim 1300 kilometer van Pazarkule, wordt ze overgebracht naar de provincie Trabzon, 600 kilometer noordelijker, aan de Zwarte Zee. Daar krijgt ze te horen dat ze naar huis mag. Alleen: dat huis heeft ze niet meer, en net als de overige vluchtelingen in haar groep is ze totaal berooid. Via de lokale overheden slaagt de groep (50 mensen, onder wie 16 kinderen) erin een lift naar Ankara te krijgen. In Ankara blijkt de bus hen echter af te zetten in een detentiecentrum. Daar worden de passagiers van de bus gedreven en opgesloten. ‘Waarom zet je ons gevangen?’ protesteert ze. ‘Jullie eigen president vertelde ons dat de grenzen opengingen.’ Met blaffende honden dwingen de agenten de groep om te kalmeren. Pas na een tiental dagen wordt Om Mohammad vrijgelaten.
Uiteindelijk besluit de Turkse overheid de quarantainefaciliteiten op te breken. Opnieuw worden de vluchtelingen op bussen geladen. De rit is deze keer een stuk korter, de meesten worden enkele kilometers verder gelost. Velen van hen bevinden zich honderden kilometers van hun verblijfplaats, vaak zonder papieren. Voor veel vluchtelingen eindigt het Pazarkuleavontuur met een financiële kater.
Ondanks de ontberingen en mishandelingen blijven veel vluchtelingen vastberaden om Europa te bereiken. ‘Als ik weer wat geld heb, zoek ik een smokkelaar die me helpt oversteken’, zegt Om Mohammad. ‘Zelfs als dat betekent dat ik mijn leven op zee moet riskeren.’ Als het coronavirus getemd is, probeert hij het opnieuw. ‘In het Arabisch zeggen we: wie verdrinkt, houdt zich vast aan een strohalm. Ik kan hier geen minuut langer blijven.’
Dit verhaal komt voort uit Borders Newsroom, een onderzoeksproject van het journalistiek collectief Lighthouse Reports.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier