Vrije Tribune
‘Totaalverbod op jacht als antwoord op Afrikaanse varkenspest kan enkel van tijdelijke aard zijn’
‘Zolang in de rest van Wallonië geen besmette gevallen voorkomen, moet de normale jacht op de gewone manier kunnen doorgaan, ook in Vlaanderen’, schrijft Geert Van den Bosch van Hubertus Vereniging Vlaanderen.
Moet Wallonië een totaalverbod op de jacht afroepen, nu in de provincie Luxemburg bij vijf kadavers van wilde everzwijnen de Afrikaanse varkenspest werd vastgesteld? Ja. En Neen.
Ja, als het specifiek om het gebied gaat waar de uitbraak plaatsvond. Namelijk in de bossen van Étalle, een gemeente van vijfduizend zielen die grenst aan Frankrijk en aan het Groothertogdom Luxemburg, en die vredig langs de Semois ligt. Hoe minder de varkens daar opgejaagd raken, hoe minder redenen om te vluchten en nieuw territorium op te zoeken. En hoe minder beweging, hoe minder risico op verspreiding van de uiterst besmettelijke ziekte.
Jagers, bewust van de impact van lawaai of van een drukjacht, vatten maar al te goed die logica.
Totaalverbod op jacht als antwoord op besmetting Afrikaanse varkenspest kan enkel van tijdelijke aard zijn.
Maar een totaalverbod in die regio lost het probleem niet op en kan daarom volgens Hubertus Vereniging Vlaanderen enkel maar van tijdelijke aard zijn. Een besmetting kent namelijk altijd een piek, waarna de epidemie ofwel volledig verdwijnt, en het probleem dus vanzelf oplost. Ofwel endemisch aanwezig blijft -sluimerend, met af en toe een opflakkering. In dat laatste geval kan de jacht volgens deskundigen (van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid) een belangrijke rol spelen bij het onderdrukken van het virus, door de aanwezige populatie kort te houden.
Hoezo?
Vergelijk het met een woonkamer waar de mensen op elkaar geprakt staan, of met een uitgestrekt bos waar maar tien man woont en nog eens verspreid van elkaar -waar gaat een ziekte, die overgedragen wordt via eenvoudig contact, het meeste slachtoffers maken? Toch waar het contact welig tiert? Dat risico verminderen, door onder meer de aantallen te beperken, vermindert de slagkracht van de ziekte.
Bovendien verdubbelt een rotte everzwijnen in een jaar tijd makkelijk van omvang. Indien bejaging uitblijft, groeit de lokale populatie terug razendsnel aan en met de ziektekiemen misschien nog aanwezig dreigt opnieuw gevaar voor een uitbraak -en begint mogelijk alles weer van voor af aan. Om nog maar te zwijgen over landbouwschade.
Om in die fase efficiënt te werk te gaan, pleit Hubertus Vereniging Vlaanderen, samen met de Europese jachtorganisatie Face, om de nachtrichtkijker en de geluidsdemper voortaan toe te laten. Instrumenten die helpen om zo weinig mogelijk verwarring te zaaien bij de wilde varkens.
Een totaalverbod? Ja dus, maar toch vooral tijdelijk.
En ook niet overal. Zolang in de rest van Wallonië geen besmette gevallen voorkomen, moet de normale jacht op de gewone manier kunnen doorgaan, ook in Vlaanderen. Weliswaar met een duidelijke boodschap aan de actieve jagers: meld dode of zieke dieren aan de bevoegde diensten, en neem de aangeraden biosanitaire maatregelen ter harte, zoals het ontsmetten van laarzen en wielen van terreinwagens.
Uitbraken van de Afrikaanse varkenspest in andere landen leren dat rond de gevarenzone best een kordon komt waar totaal geen of toch amper nog zwijnen voorkomen.
En wat ondertussen met de directe ruimte rond de besmette zone? Daar pleit de jachtsector voor allesbehalve een totaalverbod. Uitbraken van de Afrikaanse varkenspest in andere landen leren dat rond de gevarenzone best een kordon komt waar totaal geen of toch amper nog zwijnen voorkomen. Die buffer moet de besmette groep isoleren en spontaan contact met andere groepen bemoeilijken -het moet als het ware de ketting van contacten verbreken, tot zolang de situatie dat vereist.
Tegenstanders van de jacht vinden dat onaanvaardbaar. Maar ook voor de jagers blijft dit een moeilijk gegeven, omdat het enigszins vloekt met de weidelijkheidsregels, die een ethische omgang met het wild vastleggen. Maar in het licht van een gezonde populatie, en in een poging om een praktisch antwoord te bieden op een ziekte waarvoor nog geen vaccinatie bestaat, lijkt het niettemin een noodzakelijke maatregel.
Geert Van den Bosch is directeur van Hubertus Vereniging Vlaanderen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier