Topmodel en zangeres Kim Peers: ‘Ik heb lang met een laag zelfbeeld geworsteld’
Ze danst geregeld tot ’s ochtends vroeg en schuwt het naakt niet. ‘Maar met alcohol en andere drugs ben ik al twintig jaar gestopt.’ Topmodel en zangeres Kim Peers: aanbeden op de catwalk, verbannen uit de volkstuin.
Ze had er maanden naar uitgekeken. Haar allereerste tournee. In een busje half Europa door, langs cafés en concertzalen in Parijs, Leiria en Tallinn. Elke avond avond dansen, zingen, leven. Eindelijk volwaardig muzikant, eindelijk met haar nieuw lief op stap.
En nu zit Kim Peers in haar appartement in Gent voor het scherm van haar computer en zegt ze dat ze nog gezond is, voorlopig, maar dat een lichte vorm van paranoia tegenover haar eigen lichaam haar niet vreemd is. ‘Als ik moet hoesten, vrees ik meteen het ergste.’
Samen met haar vriend Mathieu Vandekerckhove, die ook gitarist is bij doommetalgroep Amenra, zette Peers onlangs de band Skemer op. Donkere, maar goed in het oor liggende muziek, je zou er zelfs op kunnen dansen. Bekender is Peers als topmodel. Al meer dan twintig jaar loopt ze modeshows en poseert ze in fotoshoots, vaak voor de allergrootste merken: Prada, Louis Vuitton, Dries Van Noten, A.F. Vandevorst, Veronique Branquinho.
De lockdown voelde aan alsof ze na maanden rijden tegen tweehonderd kilometer per uur ineens, abrupt op de rem moest staan. ‘Ik heb twee weken nodig gehad om aan de nieuwe werkelijkheid te wennen’, zegt Kim Peers. ‘Ik liep compleet verloren, ik wist niet wat ik met de lege dagen moest aanvangen. Als freelancer ben ik het gewoon om veel bewegingsvrijheid te hebben en ik zoek mijn vrienden ook vaak op, maar plotseling mocht dat allemaal niet meer. Na twee weken heb ik me herpakt: ik ben weer gaan joggen, vier keer per week vijfenveertig minuten, en samen met Mathieu ben ik nieuwe nummers voor Skemer aan het maken.’
En ook danst u in uw woonkamer, soms tot ’s ochtends vroeg?
KIM PEERS: Klopt, ik heb dat echt nodig. Normaal ga ik regelmatig dansen, op feestjes of in een club, en omdat ik het te hard miste ben ik dan maar thuis begonnen. Het is natuurlijk niet hetzelfde, maar het doet wel deugd. Al dansend kan ik de wereld rond mij vergeten, alsof ik volledig samenval met de plek en de tijd. Dansen heeft op mij een helend effect.
U drinkt geen alcohol en gebruikt ook geen andere drugs, en bovendien leeft u veganistisch. Vanuit een verlangen naar zuiverheid?
PEERS: Zo goed als veganistisch, om eerlijk te zijn. In mijn voeding wel helemaal, maar in mijn kledij niet altijd. De meeste modemerken hebben helaas nog geen volwaardige vegan kledinglijn en de meeste neplederen designerschoenen zijn esthetisch nog niet helemaal hoe het moet, laten we zeggen.
En ja, ik streef zo veel mogelijk naar zuiverheid. Alcohol of andere drugs gebruik ik al twintig jaar niet meer, ik heb het geprobeerd maar ik vond het op de duur heel saai. Dan doe ik liever een nachtje door op een energiereep en wat smoothies. Ik wil altijd en overal in connectie met mezelf blijven en nooit de controle verliezen, ik wil met mijn hele lijf en hersenen gecentreerd en helder blijven.
Is dat ook de reden waarom u bijna dagelijks mediteert?
PEERS: Meditatie bekijk ik meer vanuit puur pragmatisch oogpunt, minder filosofisch. Het voelt gewoon heel gezond voor mijn lichaam en geest, zoals gezond eten en drinken, als een manier om mezelf niet te veel uit te putten en me vatbaar te houden voor de input van de wereld rondom me.
U brandt geregeld een kaars in de Antwerpse Sint-Carolus Borromeuskerk. Waarom?
PEERS: Het is nu al een tijdje geleden, maar ik heb dat vaak gedaan. Niet zozeer uit christelijke overwegingen, ik zou mezelf geen religieus persoon noemen, maar ik ben wel gelovig. Op zulke plekken voel ik een enorme rust en tegelijk ook de energie van al die andere mensen die er ooit al een kaars hebben aangestoken. Het geeft me kracht.
Hoe ik God zie? Als een beste vriend, met wie ik bel als het goed of slecht met me gaat. Ik zie mijn geloof als een soort diep bewustzijn van de wereld rondom me, een verbondenheid met alles en iedereen. Het helpt me om niets vanzelfsprekend te vinden en me erbij neer te leggen dat je niet alles in het leven in de hand hebt.
Maar toch schuwt u in uw werk het bloot niet. U bent niet preuts?
PEERS: Ik, preuts? Totaal niet. Ik hou niet van alle taboes rond naaktheid, ik vind dat je daar juist heel natuurlijk mee moet omgaan. Wellicht is dat dan een van de slechte gevolgen van religie, dat ingebakken katholieke schaamtegevoel dat nog altijd rond een naakt lichaam hangt. In mijn fotoshoots of de videoclips van Skemer wil ik daar graag komaf mee maken.
U bent intussen de veertig voorbij. Streelt het uw ijdelheid dat u nog altijd meedraait in het circuit?
PEERS: Natuurlijk geeft me dat een goed gevoel, maar ik ga niet naast mijn schoenen lopen. Het is ook het resultaat van een duidelijke langetermijnvisie, van niet om het even welke opdracht aan te nemen en goed te selecteren wat je doet en wat niet.
En ik geloof meer in zelftrots dan in ijdelheid. In jezelf graag zien en verzorgen, niet voor de anderen maar uit liefde voor jezelf. Al zul je me inderdaad niet snel in een joggingbroek zien, ook niet tijdens deze lockdown. (lacht) Ik denk dat ik er zelfs geen heb.
De modewereld is sterk op het lichaam gefocust. Wordt u er ook geestelijk voldoende gevoed?
PEERS: Ja, toch wel. De fixatie op de perfecte lijn, op size zero, wordt vooral door de media uitvergroot. Zelf heb ik in de modewereld veel interessante mensen ontmoet, mensen met een diepgaand verhaal en een koffer vol artistieke ideeën, die me op hun beurt nieuwe inzichten of nieuwe kunst aanreiken. Natuurlijk is er ook oppervlakkigheid, maar die heb je overal, in elke sector.
‘Wie verpleegsters en dokters zich de benen uit het lijf ziet lopen om levens te redden, zou wel eens tot de confronterende vaststelling kunnen komen dat zijn of haar job niet zo heel erg relevant is’, zei de Nederlandse historicus Rutger Bregman onlangs in Knack. Klinkt dat herkenbaar?
PEERS: Ik geloof dat iedereen zijn eigen persoonlijke pad heeft dat hij of zij moet bewandelen. Mijn moeder was verpleegster en ze deed dat heel goed, het was bijna een roeping. Maar ik zou het zelf niet kunnen, vrees ik. Ik heb twee kinderen, drie met de zoon van Mathieu erbij, en ik ben dus wel zorgzaam, maar al bij al ben ik toch te weinig sociaal voor een job in de zorg. Ik zou mijn geduld snel verliezen en gefrustreerd raken wanneer mensen hun kracht niet zouden herwinnen. Ik zou mijn werk ook te veel meenemen naar huis en er een psychologische weerslag van krijgen.
De relevantie van mijn job? Die komt in deze tijd duidelijk naar voren. Probeer deze lockdown maar eens door te komen zonder kunst, zonder muziek, zonder boeken of films. En mode hoort daar voor mij ook bij. Voor veel mensen mag het dan misschien wat ver van hun bed lijken, vroeg of laat sijpelen die kleren in het straatbeeld en in de populaire cultuur door. Het gaat allemaal om ideeën, om schoonheid en om persoonlijke expressie. Minder dringend dan mondmaskers, akkoord, maar zelfs daar zie je dat mensen er hun eigen toets aan geven. We hebben allemaal behoefte aan creativiteit. Het lijkt misschien wat frivool, maar uiteindelijk is gelukkig zijn ook goed voor je immuniteit en je gezondheid.
U werd op uw achttiende ontdekt. Welk toekomstbeeld had u op dat moment voor ogen?
PEERS: Ik had een jaar interieurvormgeving achter de rug en was klaar om Japans te gaan studeren, en daarna wilde ik de wereld ontdekken. Tot dan was ik nooit veel op reis geweest, ik verlangde ernaar om mijn vleugels uit te slaan. Maar dankzij een paar fotoshoots ging de bal ineens aan het rollen en kon ik overal naartoe. Behalve een bankkaart en mijn paspoort had ik niets nodig, en voor ik het wist zat ik in New York. Een heel bevrijdend gevoel.
U lijkt een zondagskind. Hebt u al krassen op uw ziel?
PEERS: Zeker. (denkt na) Ik ben me pas op latere leeftijd echt gelukkig gaan voelen. De zelfliefde waarover ik het zojuist had, was er niet altijd. Ik heb me lang eenzaam en ongelukkig gevoeld, en ik heb lang met een laag zelfbeeld geworsteld, al ben ik pas achteraf gaan inzien dat er vroeger van alles mankeerde. Ik was al 26 toen ik voor het eerst echt geluk voelde. Ha, dacht ik, zo voelt geluk dus?
In die periode kwam ik iemand tegen die me op mijn ongeluk wees en er veel met mij over praatte. Daardoor voelde ik me voor het eerst echt gezien. Tot dan had ik mijn onvrede goed kunnen maskeren en gaandeweg was dat ongelukkig gevoel de normale situatie geworden. Maar vanaf dat moment kon ik stukje bij beetje voor mezelf gaan zorgen. Onder andere door te beginnen joggen, zulke kleine stapjes. Na een tijd voelde ik me als herboren.
Was u dan een ongelukkig kind?
PEERS: Ja, eigenlijk wel. Op zich was alles aanwezig voor een gelukkige jeugd: ik ben de oudste van vijf kinderen en ook al zijn mijn ouders uit elkaar gegaan toen ik drie was, ik ben nooit iets tekortgekomen. Maar als kind heb ik wel veel nachtmerries gehad en op school werd ik dikwijls gepest, vooral op de lagere school. Ik hoorde er niet bij, ze vonden me een rare, terwijl ik nooit goed begrepen heb wat er zo raar aan mij was. Mijn atypische kleren? De sesampasta op mijn boterhammen? Mijn grote mond? Ik weet het nog altijd niet. ‘Jij bent raar’: ik heb dat heel vaak gehoord.
Waarover gingen uw nachtmerries?
PEERS: Ik heb ze nog altijd, af en toe. (denkt na) Het is moeilijk om daarover te praten, maar meestal zijn ze heel akelig, pure horror. Ze zijn altijd heel gedetailleerd en realistisch, de plekken en mensen zijn telkens goed herkenbaar. Of er ook mensen doodgaan? Dat valt nog wel mee; over het algemeen ben ik niet zo bang voor de dood. Mijn dromen zijn gewoon heel angstaanjagend en thrillerachtig.
Hebt u nog altijd zulke momenten van diep ongeluk?
PEERS: Veel minder dan vroeger. Af en toe voel ik het nog eens opkomen, maar ik kan er gemakkelijker afstand van nemen dan twintig jaar geleden. Ik beschouw het en probeer het te analyseren, bijna als een buitenstaander, eerder dan dat ik het nog ten volle beleef.
Uw vriend vertelde me dat hij tijdens jullie allereerste ontmoeting werd afgeschrikt door uw koele uitstraling.
PEERS: (lacht) Ik krijg dat wel vaker te horen. Ik stel me meestal erg gereserveerd op tegenover nieuwe mensen, het duurt een tijd voor ik iemand in vertrouwen neem. Eerst zien met wie ik te maken heb voor ik iets van mezelf blootgeef, die ingesteldheid. Maar zodra ik iemand toelaat, ben ik er wel voor de volle honderd procent. Ik heb de voorbije jaren zo hard aan mijn eigen geluk gewerkt dat ik daardoor misschien wat afstandelijker ben geworden, om mezelf te beschermen.
En daarnaast vind ik rechtuit zijn meestal ook betekenisvoller en liefdevoller dan zacht zijn uit schrik om de ander te kwetsen. Pas door je wat harder op te stellen en het klaar en duidelijk te zeggen als je ergens niet mee akkoord gaat, heb je respect voor de ander.
Houdt u uw hart vast voor de economische fall-out van deze crisis?
PEERS: De concerten van Skemer zijn allemaal geschrapt of verplaatst naar het najaar, maar als freelancer ben ik het gewend om met financiële onzekerheid om te gaan. En de voorbije maanden heb ik bovendien hard gewerkt, ik heb veel modeshows en fotoshoots gedaan, waardoor ik nu wel wat financiële reserve heb. Dat moet dus wel lukken.
U hebt groene vingers. Hoe houdt u die in vorm?
PEERS: Dat ligt nu helaas even stil. Tot voor kort huurde ik een volkstuintje in Antwerpen, maar de leidinggevenden waren heel traditioneel ingesteld over de bewerking van de grond. Ik geloof nogal in de permacultuur: wilde planten zijn volgens mij veel weerbaarder tegenover insecten en ziekten dan al die ‘overkweekte’ groenten die de meeste tuiniers planten. Mijn tuintje lag er dus wat verwilderd bij, met onder andere een kardoen, een soort oerversie van de artisjok met distels van twintig centimeter lang. Dat zagen de leidinggeven niet graag gebeuren. Van brandnetels en paardenbloemen moeten ze blijkbaar niet weten.
U bent verbannen uit de volkstuin?
PEERS: ‘Wegens extreme verwaarlozing’, stond er in de brief. Maar dat was gewoon de natuur die haar werk aan het doen was. (lacht) Zodra Mathieu en ik uit de stad verhuisd zijn en we een eigen tuin hebben, begin ik opnieuw. En dan zal niemand me nog tegenhouden.
Elke week vraagt Knack aan ondernemende mensen hoe ze lijf en psyche in balans houden.
Kim Peers
– 42 jaar
– heeft twee zonen en een pluszoon
– groeide op in Antwerpen, woont in Gent
– werkt al meer dan twintig jaar als model, voor de grootste internationale modehuizen en -merken
– vormt samen met haar vriend Mathieu Vandekerckhove de band Skemer, waarbij zij als zangeres optreedt
– ontwerpt sinds kort ook juwelen voor Wouters & Hendrix
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier