Sacha Dierckx
”Toplonen’ bij Proximus: waarom laten we dit toe?’
‘De cijfers over de vergoedingen bij Proximus in 2017 tonen mooi aan hoe het bedrijfsleven de burger/werknemer/klant uitlacht in zijn/haar gezicht’, schrijft Sacha Dierckx van Denktank Minerva. ‘Mensen die geacht worden de winsten van de aandeelhouder veilig te stellen, worden daarvoor rijkelijk beloond, terwijl de gemiddelde Belg voor zijn noeste arbeid beloond wordt met loonmatiging en besparingen in de sociale zekerheid en openbare diensten.’
De feiten op een rijtje. ‘Topmanager’ Dominique Leroy kreeg in 2017 een brutovergoeding van 936.903 euro, waarvan 515.108 euro vaste vergoeding. Ze kreeg dat niet als werkneemster, maar wel als zelfstandig manager, en is daarbij dus niet onderworpen aan de socialezekerheidsbijdragen die werknemers betalen. Daarnaast werden ook de vergoedingen van de leden van de raad van bestuur bekendgemaakt. Stefaan De Clerck (CD&V) kreeg 186.244 euro bruto voor acht vergaderingen van de raad van bestuur en elf bijeenkomsten van comités. Karel De Gucht (OpenVld) kreeg 72.000 euro voor acht vergaderingen van de raad van bestuur en twee bijeenkomsten van comités.
Leroy verdiende dus op één jaar tijd waar de gemiddelde werknemer meer dan 20 jaar voor moet werken. Bovendien droeg ze daarbij in verhouding een kleiner deel van haar loon bij aan de sociale zekerheid dan die gemiddelde werknemer. En om het voorbeeld van De Gucht te nemen, die kreeg voor tien vergaderingen ongeveer even veel als de 40% werknemers met de laagste lonen op een jaar tijd verdienen.
Niets dat we nog niet weten natuurlijk. Topmanagers zijn al lang overbetaald, ook (of net zeker) wanneer ze hun werknemers uitpersen als citroenen en minder personeel meer laten doen, en hun klanten zo veel mogelijk kunnen laten betalen voor zo weinig mogelijk dienstverlening. Leroy is nog een kneusje in vergelijking met haar collega’s in de BEL20, waarbij de mediaanbeloning in 2016 al meer dan 2 miljoen euro bedroeg.
We zitten ook al lang met een probleem van vervennootschappelijking, waarbij managers en andere hogere inkomens zich onder meer aan socialezekerheidsbijdragen onttrekken via een vorm van schijnzelfstandigheid die we gelaten aanvaarden (of zelfs aanmoedigen, zoals door de vennootschapsbelasting nog te verlagen). En bestuurders van grote bedrijven krijgen al lang veel te veel geld voor veel te weinig maatschappelijk nut, waarmee vergeleken de zitpenningen van intercommunales in het Brusselse slechts rosse centjes zijn.
Hun verdiende loon?
Sommigen zullen beweren dat de genoemde personen best wel hard werken, dat het werk veel meer omvat dan al die vergaderingen, dat Proximus het goed doet, en dat het populistisch is om zomaar tegen die vergoedingen in te gaan.
Dat ze hard werken zal best zijn. Maar een fulltime job is het blijkbaar allemaal niet. Dominique Leroy is in bijberoep ook nog eens onder meer bestuurder bij Lotus Bakeries, bij Compagnie de Saint-Gobains en bij Ahold Delhaize. Stefaan De Clerck klust bij als gemeenteraad in Kortrijk. En Karel De Gucht is naast docent Europees Recht aan de VUB ook nog eens bestuurder bij ArcelorMittal en bij vermogensbeheerder Merit Capital en adviseur bij investeringsfonds CVC, en was tot eind 2017 columnist voor Het Laatste Nieuws.
Dat het werk meer omvat dan die vergaderingen, zal ook wel kloppen. Net als voor al die mensen die zich vrijwillig en belangeloos inzetten voor vzw’s, ngo’s en sociale bewegingen, en die gratis en voor niets talloze avondvergaderingen per jaar weg van huis doorbrengen.
Dat Proximus het goed doet, zal ook wel kloppen. Voor de aandeelhouders dan toch, met een gemiddelde nettowinst van 725 miljoen euro per jaar in 2008-2017. Het personeelsbestand in voltijdse equivalenten daalde van 17.371 in 2008 tot 13.391 in 2017. Dienstverlening is moeilijk te kwantificeren, maar 30.000 klanten zouden na een groepsvordering van Test-Aankoop alvast een schadevergoeding kunnen krijgen omdat ze te veel betaalden en door Proximus ‘niet correct ingelicht’ werden (‘klanten gegijzeld’, zo stelde Test-Aankoop).
Zelf hielp ik in 2017 klanten van Proximus die een week zonder internet en televisie moesten doen na een kapotte b-box. Want in de winkel kun je zo’n b-box niet meer krijgen, dus moet je wachten tot Proximus hem zelf komt brengen. Na herhaaldelijke publieke pogingen via twitter, werd er uiteindelijk een korting op de factuur toegekend voor die week zonder internet/tv. Maar wat als minder mondige klanten eenzelfde situatie meemaken?
Waarom laten we dit toe?
Naast de hoge vergoedingen zijn er nog twee zaken van belang. Ten eerste: Proximus is voor 53,5% in handen van de Belgische overheid. Dat wil zeggen: van u en ik. Heeft u er ooit mee toegestemd dat Leroy bijna een miljoen euro per jaar mag verdienen, en dat (gewezen) politici de raad van bestuur mogen bevolken en daar torenhoge vergoedingen mogen opstrijken? Ik alvast niet. Dit toont aan hoe zwak onze (economische) democratie is. Burgers hebben niet eens iets te zeggen over de bedrijven die ze in principe zelf in handen hebben.
Ten tweede: partijen van wie je zou verwachten dat ze iets aan dit soort wantoestanden willen veranderen, blijven ook in de laatste peiling samen steken op minder dan 30% van de stemmen. Nochtans blijkt uit alle opiniepeilingen dat een overgrote meerderheid van de Belgen de ongelijkheid te groot vindt, en onder meer veel rechtvaardiger belastingen wil. Volgens een enquête van Knack in 2014 was 84% van de Vlamingen het eens met de stelling “Salarissen/vertrekpremies van topmanagers moeten aan banden worden gelegd”. Nog geen week geleden schroefde de bank ING de loonsverhoging van hun ceo Ralph Hamers terug onder druk van grote volkswoede. Dat progressieve partijen er niet in slagen om die volkswoede electoraal te vertalen, is zeer pijnlijk.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier