Tom Van Grieken: ‘Als ik De Crem soms hoor, weet ik dat we invloed hebben’

Tom van Grieken: 'Ik denk dat onze thema's relevanter zijn dan ooit.' © Helena Verheye/Stampmedia
Philippe Mertens
Philippe Mertens Medewerker Knack.be

In 2014 werd Tom Van Grieken (30) de man die het Vlaams Belang opnieuw op de kaart zou zetten, maar vandaag is hij nog niet waar hij wil zijn. ‘De ballonnetjes die de N-VA oplaat om haar rechterflank af te dekken, werken wel.’

Achter hem pronkt de Vlaamse Leeuw, in de boekenkast een foto van hem en Marine Le Pen, op tafel zijn eerste boek (Toekomst in eigen handen, Uitgeverij Van Praag, nvdr.). Veel decoratie heeft Van Grieken niet op zijn kantoor in Brussel, maar wat er te zien is, maakt veel duidelijk. We beginnen bij het begin. Hoe Van Grieken bij extreemrechts terechtgekomen is. ‘Ik ben nog nooit bij extreemrechts geweest’, nuanceert de partijvoorzitter meteen. ‘Dat is een pejoratieve term. Er is niks extreems aan mijn partij.’ We proberen opnieuw:

Bij de Vlaams-nationalistische beweging dan?

TOM VAN GRIEKEN: Ik zag in 2002 dat de lokale afdeling van Vlaams Blok Mortsel een verschrikkelijk lelijke website had. Ik vond dat erg en dacht: ‘Misschien moet ik voor die mannen een website maken.’ Ik heb die op drie diskettes in de brievenbus gestoken bij de lokale voorzitter. Na enkele weken werd ik gecontacteerd om eens op gesprek te komen.

Maar de interesse was er al wel voor je die website maakte, neem ik aan.

VAN GRIEKEN: Ik ben opgegroeid in Antwerpen, een multiculturele stad. Dat heeft voordelen, maar ook zeer veel nadelen. Iedereen mocht zijn identiteit beleven, ik vroeg me af: ‘Wat is mijn identiteit en mijn cultuur?’ Ik definieerde mezelf als Vlaming. Ik zocht dingen op over politiek en heb zo het Vlaams-nationalisme ontdekt. En het nobele idee dat er zoiets bestaat als een volk en dat ieder volk recht heeft op z’n eigen staat. Het was dus een combinatie van enerzijds ernstige vragen bij de multiculturele samenleving, en anderzijds mezelf als Vlaming identificeren.

Wie waren uw rolmodellen?

VAN GRIEKEN: Die vraag is mij al een paar keer gesteld, en ik heb daar lang over moeten nadenken. Nu, ik weet niet of die naam u nog iets zegt: Pim Fortuyn.

Toch wel.

VAN GRIEKEN: Dat was iemand waarvan ik dacht: wauw. Ik vond dat een man met flair, met charisma. Ik kan me nog een prachtig beeldfragment herinneren waar Walter Zinzen, toen de coryfee van de VRT, Pim Fortuyn interviewt. Fortuyn vraagt: ‘En, doe ik het al beter dan Filip Dewinter?’ Waarop Zinzen antwoordt: ‘Ik zou het niet weten, ik heb Filip Dewinter nog nooit geïnterviewd.’ ‘Nou, en jij noemt jezelf een politiek journalist? Die man haalt 33 procent in een stad als Antwerpen, en je hebt hem nog nooit geïnterviewd? Toch gek, jullie Belgen!’ Dat is dus het gevolg van het cordon sanitaire. Walter Zinzen viel daar in stukskes uit elkaar.

Tom van Grieken: 'Ik definieerde mezelf als Vlaming. Ik zocht dingen op over politiek en heb zo het Vlaams-nationalisme ontdekt.'
Tom van Grieken: ‘Ik definieerde mezelf als Vlaming. Ik zocht dingen op over politiek en heb zo het Vlaams-nationalisme ontdekt.’© Helena Verheye/Stampmedia

Heeft u Fortuyn ooit zelf ontmoet?

VAN GRIEKEN: Nee, ik was nog veel te jong toen hij stierf in 2002. Ik was wel al politiek bewust, maar meer ook niet. Het eerste boek dat ik ooit gekocht heb, was wel dat van hem. Het was eigenlijk veel te moeilijk voor mij, maar ik heb het toch uitgelezen.

U bent heel jong voorzitter geworden, op uw 28ste al. Eén van uw belangrijkste taken was om het Vlaams Belang opnieuw relevant te maken. Bent u daar ondertussen in geslaagd?

VAN GRIEKEN: Ik heb de partij altijd relevant gevonden. Alleen hebben de kiezers ons daar de laatste jaren niet meer voor beloond. Ik denk dat onze thema’s relevanter zijn dan ooit. Ze zijn bepalend geweest voor alle verkiezingen in Europa: massamigratie, islamisering, onveiligheid, open grenzen… Die hebben wij op de kaart gezet. Dus ik denk dat onze partij altijd al relevant is geweest.

In de peiling van VRT/De Standaard scoren jullie 7,8 procent: een beetje vooruitgang sinds 2014, maar niet denderend. Heeft u daar een verklaring voor?

VAN GRIEKEN: Nee, het moet hoger. Het is een peiling van de VRT, dan scoren we altijd een beetje lager. In andere peilingen zitten we rond de 10 procent. Maar ik ben blij met de vooruitgang. Laat ons eerlijk zijn: de peilers noemden ons – ik denk dat de Standaard het ook zo beschreef – ‘de enige partij die er significant op vooruitging.’ Maar we moeten er niet flauw over doen: de ballonnetjes die de N-VA soms oplaat om haar rechterflank af te dekken, werken wel, denk ik.

U gaat er prat op te zeggen wat de man in de straat denkt. Andere partijen doen dat veel minder, zegt u. Hoe komt het dat u in peilingen niet beloond wordt voor die houding?

VAN GRIEKEN: In alle peilingen, behalve die van de VRT, verdubbelen wij onze score: ik vind dat niet slecht. Als we met de verkiezingen ook tien procent halen, vind ik dat een beloning en een teken dat wij een belangrijk deel van de bevolking aanspreken.

Maar hoe komt het dan dat die andere partijen wel gekozen worden om te regeren en jullie niet?

VAN GRIEKEN: Hoe meer we in de media komen, hoe meer we onze boodschap kunnen uitdragen.

Een gebrek aan media-aandacht? Zou het ook kunnen dat uw programma beperkter is dan dat van sommige andere partijen?

VAN GRIEKEN: U heeft toch gezien dat ik een boek heb uitgegeven?

Ik heb het gelezen, ja.

VAN GRIEKEN: Vindt u het te beperkt? Dat ik niet bij alle mogelijke aspecten stilsta? Ik heb nog drie hoofdstukken moeten knippen van de drukker omdat het anders te veel werd.

Maar dat is toch eerder een recent gegeven, dat de thema’s breder gaan?

VAN GRIEKEN: Wij hebben al heel lang, al vanaf het bestaan van onze partij, over alle thema’s standpunten. Goed, bepaalde dingen zijn onze core business, en dat blijft nog altijd: de Vlaamse onafhankelijkheid, de migratieproblematiek, en voldoende onafhankelijkheid binnen de Europese Unie. Maar wij hebben over andere thema’s ook dingen te vertellen. En met mijn boek maken we nog eens duidelijk dat er nog wel meer is dan enkel de dingen waarvoor het Vlaams Belang bekend staat.

Tom van Grieken: 'Mijn boek is Vlaams Belang 2.0.'
Tom van Grieken: ‘Mijn boek is Vlaams Belang 2.0.’© Helena Verheye/Stampmedia

Kunnen we uw boek dat een tijd geleden verscheen zien als een programma van het Vlaams Belang?

VAN GRIEKEN: U mag het boek gerust zien – ik ben een beetje pretentieus – als een Vlaams Belang 2.0. Natuurlijk is dit nog niet ons programma, maar er zal wel enige invloed van uitgaan.

Het getuigt ook van een nieuwe stijl. Heeft u het gevoel dat die ook door uw achterban gedragen wordt?

VAN GRIEKEN: Ik denk dat wel, ja, ik weet niet wat uw idee van mijn achterban is?

Ik heb het gevoel dat er nog wel een paar provocateurs tussen zitten.

VAN GRIEKEN: Maar provocatie is soms goed, als het een doel heeft. Als je een debat op gang wil brengen, bijvoorbeeld.

Is met de stijl de partijlijn ook veranderd?

VAN GRIEKEN: Nee, ik vind ons programma zeer goed. Het is ook niet veranderd. We hebben nieuwe mensen nodig en een nieuwe stijl. We zullen durven om andere thema’s te accentueren. Maar ik heb geen Vlaams Belang Light ontworpen. Het Vlaams Belang is nog steeds het Vlaams Belang.

Dus het is vooral betere marketing?

VAN GRIEKEN: We letten nu gewoon vooral op een paar dingen: nieuwe mensen, nieuwe thema’s, nieuwe stijl. En daarnaast nog twee spelregels. Eén: we bekampen een politiek systeem, geen individuen. Twee: we kunnen radicaal zijn – er staan vrij radicale standpunten in mijn boek – maar niet marginaal. Ik stoffeer mijn standpunten met argumentatie. Als we aan die twee dingen vasthouden, moet het programma zeker niet gewijzigd worden.

Hoopt u met die nieuwe stijl het cordon sanitaire te doorbreken?

VAN GRIEKEN: Ik ben geen voorzitter geworden om het cordon sanitaire te doorbreken, maar ik praat met iedereen. En dan zou ik graag hebben dat het over het programma gaat, over de thema’s en niet over andere zaken. Het cordon sanitaire zit niet langs onze kant op slot. Maar als het niet stopt, dan is het ook maar zo. Dan zal ik ervoor zorgen dat ik een hele goeie oppositiepartij ben en dat ik op die manier onze kiezers goed blijf vertegenwoordigen.

Bent u dan bereid om de rest van uw politieke carrière in de oppositie te blijven zitten?

VAN GRIEKEN: Niet van harte, maar ik ben absoluut niet bereid om bepaalde principes te verloochenen of beloftes aan mijn kiezers te breken.

U kreeg de vraag al eerder, maar welke principes zijn dat dan?

VAN GRIEKEN: Ik vind bijvoorbeeld, zonder voor te lopen op enige onderhandelingspositie, dat het eindpunt Vlaamse onafhankelijkheid moet zijn. Alle stappen moeten daartoe leiden. En verder is de migratiestop essentieel voor ons.

Denkt u dat regeringsdeelname iets voor uw partij is? Is die oppositierol niet een beetje deel van jullie identiteit geworden?

VAN GRIEKEN: Dat denk ik niet. Ik doe aan politiek om dingen te veranderen, en dat gaat het beste als je aan de macht bent. Het boek beschrijft ook dat je twee types van partijen hebt. Enerzijds heb je een machtspartij, dat zijn eigenlijk alle andere partijen. Daartegenover stel ik een programmapartij, zoals Vlaams Belang. Politieke macht hebben wij nooit gehad, maar wel veel invloed. Als ik De Crem (Pieter De Crem is federaal staatssecretaris voor Buitenlandse Handel, CD&V, nvdr.) standpunten zie innemen over de dubbele nationaliteit, als ik zie hoe hij de rest vooruitstuwt en bijna echte Vlaams-Blokstandpunten verdedigt, dan denk ik dat wij heel veel invloed gehad hebben. Zonder ooit onze principes te moeten verloochenen voor een ministerpostje of een schepenambt.

Tom van Grieken: 'Ik ben geen voorzitter geworden om het cordon sanitaire te doorbreken, maar ik praat met iedereen.'
Tom van Grieken: ‘Ik ben geen voorzitter geworden om het cordon sanitaire te doorbreken, maar ik praat met iedereen.’© Helena Verheye/Stampmedia

Andere politici nemen aanstoot aan de harde taal van sommige Vlaams Belangers. Wilt u daar iets aan veranderen?

VAN GRIEKEN: (Doet een wenend kind na) Boehoe! Oh nee! Dat past ook weer volledig in onze mietjesmaatschappij. Een harde mening, is daar al eens iemand dood van gegaan? Nee hoor. Dat is wat je doet in een democratie. Ik schrijf in mijn boek ook twee hoofdstukken over vrijheid van meningsuiting. Van mij mag je alles zeggen, behalve oproepen tot geweld.

Akkoord, maar soms gaat het niet per se om de mening, maar om hoe ze geformuleerd is.

VAN GRIEKEN: Ja, goed, ik kan enkel over mijn eigen manier van communiceren oordelen. Ik vind niet dat die soft is, integendeel. Maar ik heb veel meer een problemen met het discours dat iedereen van alles een slachtoffer zou zijn. Dingen zoals ‘het slachtoffer van een boze tweet’ en heel die onzin, daar doe ik niet aan mee.

Vlaams Belang presenteert de ‘gewone Vlaming’ toch ook als slachtoffer van de massamigratie.

VAN GRIEKEN: Maar dat is ook zo. Er zijn echte slachtoffers. Mijn boek gaat in essentie ook over het ontstaan van een nieuwe breuklijn, namelijk die tussen de winnaars en de slachtoffers van het opengrenzenbeleid. Die slachtoffers zijn bijvoorbeeld de arbeider die zijn job kwijtgeraakt door een multinational die zijn fabriek hier sluit en in Turkije weer opent. Of de bouwvakker die zijn job kwijtspeelt door sociale dumping, gepensioneerden die zich niet meer thuis voelen in hun eigen wijk. Zelfs de eerste en tweede generatie allochtonen die zich niet meer thuis voelen in de wijk waar ze zijn toegekomen.

Even terug: u bent heel jong voorzitter geworden. En u bent nog steeds jong. Hoe moeilijk is het dan voor u om de anciens binnen de partij op de vingers te tikken?

VAN GRIEKEN: Iemand straffen of op de vingers tikken is niet leuk. Ik doe dat niet graag, dat zit ook niet in mijn natuur. Ik denk niet dat ik overkom als een boos mens. Maar goed, je stippelt lijnen uit en ik denk echt dat wij verkiezingen keihard kunnen winnen. Als de trainer de strategie op het bord heeft uitgeschreven en niet iedereen houdt zich daaraan… Tja, als je buitenspel staat, kun je niet scoren, . Dus ik waak over de strategie.

En als er nu iemand is die heel de tijd buiten spel staat?

VAN GRIEKEN: Dan moet daarover gesproken worden.

En wat als die persoon toevallig mee het gezicht van uw partij vormt en bepaalde kansen voor die partij in de weg staat? Om maar iemand te noemen: Filip Dewinter.

VAN GRIEKEN: Ik doe niet mee met de onzin dat een individu een probleem zou zijn. Sorry, ik vind Ben Weyts ook een probleem bij de N-VA. Ik vind zijn manier van aan politiek doen heel irritant, maar ik ga niet zeggen: ‘Die man staat onderhandelingen in de weg.’ De kiezer kiest wie in het parlement zit.

Maar hoe kan u het imago van uw partij verbeteren zolang zulke mensen er mee het gezicht van zijn?

VAN GRIEKEN: Daar moeten andere partijen zich allemaal geen zorgen over maken, dat is een bekommernis voor mij. Ik zou graag hebben dat regeringsonderhandelingen over het programma gaan en over wie een partij vertegenwoordigt.

Dus u zou nooit iemand aan de kant schuiven voor het imago van de partij?

VAN GRIEKEN: Iemand die verkozen is door mijn kiezers: forget it, dat doe ik niet. En al zeker niet als het op vraag komt van politieke tegenstanders.

Tom van Grieken:
Tom van Grieken: © Helena Verheye/Stampmedia

Nog even iets anders: ik zag onlangs proefopnames van Hallo Politici. Een zwart meisje brak tijdens het gesprek met u in tranen uit. Wat voelt u dan?

VAN GRIEKEN: Ik vond dat heel erg voor haar. Zij was persoonlijk geraakt door bepaalde dingen die ze over onze partij gehoord had. En ik vroeg: ‘Heb je dat van ons gehoord?’ ‘Nee,’ zei ze, ‘iedereen zegt dat jullie dat vinden. U heeft iets tegen mij omwille van mijn huidskleur.’ Dat is dus het resultaat van hoe politieke tegenstanders onze standpunten vervormen. ‘Eigen volk eerst’ betekent niet dat we mensen met een andere nationaliteit niet willen helpen. Zie het als een gezin in nood. We gaan eerst onze eigen kinderen helpen en dan pas die van de buren.

Om af te ronden nog een laatste bedenking: het is nogal opvallend dat rechtse partijen de laatste tijd vaak in de bres springen voor de holebigemeenschap.

VAN GRIEKEN: Wij kaarten alle gevolgen van de islamisering aan. Het feit dat sommige moslimjongeren het leuk vinden om homo’s in elkaar te slaan, is er daar maar één van. Het nu omdraaien en zeggen dat wij bewust inzetten op de holebigemeenschap om kiezers te ronselen, is fout. Laat mij de bal eens terugkaatsen. Aangezien links de holebi-organisaties zo domineert… Is het als homoseksueel tegenwoordig niet moeilijker om als rechtse jongen uit de kast te komen dan als homo?

© 2017 – StampMedia – Tekst: Philippe Mertens, foto’s: Helena Verheye

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content