Tom Dechaene, directeur Nationale Bank: ‘Er zullen nog banken in faling gaan’

Tom Dechaene: 'De saneringen bij onze banken zijn zeker nog niet ten einde.' © Hatim Kaghat
Ewald Pironet
Ewald Pironet Senior writer

Niemand heeft beter zicht op de gezondheid van onze financiële instellingen dan Tom Dechaene, directeur bij de Nationale Bank en bevoegd voor het toezicht op de banken. Tien jaar na de bankencrisis neemt Dechaene, exclusief voor Knack, geen blad voor de mond: ‘Ik ben echt gechoqueerd dat zo weinig Belgische bankbestuurders geïnteresseerd zijn in het grote gevaar dat hun banken lopen.’

Zijn vorige grote interview dateert van elf jaar geleden en het zindert nog altijd na. ‘Slechte kredieten zijn zoals het ebolavirus in Afrika in tijden van de jet-flight‘, zei Tom Dechaene in september 2007 in Trends. ‘Een uiterst zeldzame maar potentieel dodelijke ziekte. Statistisch is de kans erg gering dat je het virus opdoet, maar als het uitbreekt, weet je niet waar de epidemie 24 uur later kan eindigen.’ Daarmee voorspelde Dechaene lang voor vele anderen de bankencrisis van 2008, die de wereld in de grootste depressie sinds de jaren 1930 zou storten.

Ondanks alle verbeteringen en het verscherpte toezicht op nationaal en Europees niveau zullen er nog banken failliet gaan.

Toen Dechaene zijn markante uitspraak deed, tierde de hybris nog welig in de financiële wereld. Fortis, bijvoorbeeld, zou een maand later een bod uitbrengen op de Nederlandse grootbank ABN Amro. Maar één jaar later brak de kredietcrisis uit. In de VS ging de zakenbank Lehman Brothers over de kop, bij ons moesten Fortis, Dexia, KBC en Ethias door de overheden worden gered. Dechaene was toen een zakenbankier die zich in de (bio-)techwereld had gestort. Hij pendelde tussen Londen, de VS en Duitsland en kende de financiële wereld als zijn broekzak. ‘Niemand geloofde me toen ik in 2007 de slechte kredieten vergeleek met ebola’, zegt hij nu in een exclusief gesprek met Knack.

Bij het grote publiek is Dechaene een nobele onbekende, maar in de financiële wereld wordt zijn naam met het grootste respect uitgesproken. Sinds 2014 is hij directeur bij de Nationale Bank. Hij is belast met het bankentoezicht in België, en waakt als lid van de Supervisory Board binnen de Europese Centrale Bank (ECB) mee over de ongeveer 125 Europese ‘systemische banken’. Als zo’n systemische bank op de fles zou gaan, zou het hele systeem, de hele economie daar te zwaar onder lijden. In België vallen onder andere KBC, Belfius, Argenta, Degroof Petercam, Axa Bank België, BNP Paribas Fortis en ING België direct of indirect onder het Europese toezicht op de systemische banken. Daarnaast tellen we nog tientallen kleinere banken. Weinigen hebben een betere kijk op de gezondheid van al die financiële instellingen en de risico’s die ze lopen dan Dechaene.

Dechaene werd vier jaar geleden op voordracht van de N-VA directeur van de Nationale Bank, maar hij heeft geen partijlidkaart. Zijn naam wordt genoemd om begin januari de plaats in te nemen van huidig vicegouverneur Pierre Wunsch, van MR-signatuur, wanneer die de opvolger wordt van gouverneur Jan Smets, van CD&V-signatuur. Daarover kan en wil Dechaene niets zeggen. Liever praat hij over een van zijn grootste hobby’s: met zijn Porsche GT3 over het circuit van Spa-Francorchamps scheuren. ‘Jarenlang nam ik deel aan internationale races,’ vertelt hij enthousiast, ‘maar dat doe ik niet meer: het slorpt te veel tijd op. Ooit nam ik het in een Go Kart-race in Monaco op tegen huidig Formule 1-rijder Sebastian Vettel. En het betere verhaal is: wij stonden met ons team achteraf op het podium, Vettel niet. Hij was gecrasht.’ Dechaene geniet er nog van: ‘Ja, ik word niet graag ingehaald, noch in een auto noch in iets anders. Ik ben nogal competitief ingesteld. Maar laten we het over de banken hebben.’

Tom Dechaene: 'Tot nu toe waren de cyberaanvallen nog te vergelijken met een conventionele oorlog. Ooit valt er ergens eens een atoombom.'
Tom Dechaene: ‘Tot nu toe waren de cyberaanvallen nog te vergelijken met een conventionele oorlog. Ooit valt er ergens eens een atoombom.’© HATIM KAGHAT

Hoe kwam het dat u als een van de eersten de bankencrisis en haar verwoestende gevolgen voorspelde?

Tom Dechaene: Ik had in Londen gemerkt dat de Amerikanen de hypotheekleningen waarvan banken wisten dat de kans klein was dat ze allemaal zouden worden terugbetaald, probeerden door te verkopen aan Europese financiële instellingen. Sommige bankiers gedroegen zich toen als stropers. Vooral sommige zakenbankiers verdienden telefoonnummerbedragen, zoals ik dat noem, sommen van acht cijfers. Ze haalden in een paar jaar tijd genoeg binnen om de rest van hun leven zonder zorgen door te kunnen komen. Daarbij trokken ze zich niet veel aan van de mogelijke gevolgen. Hoe meer risico, hoe groter de winst en dus ook de bonus. Dat bleek een dodelijke spiraal. Toen ik zag hoe de banken in korte tijd heel groot werden dankzij zaken die niets met hun eigenlijke business te maken hadden, maar alles met het herverpakken en doorverkopen van die slechte kredieten, wist ik dat het vroeg of laat fout moest aflopen en dat Europa in de brokken zou delen. Ik was helemaal niet verrast toen bijvoorbeeld Fortis gered moest worden van het faillissement.

Hoe gezond zijn onze banken vandaag?

Dechaene: Er is natuurlijk veel veranderd. De Belgische banken nemen niet meer zulke grote risico’s, ze houden het meer bij hun eigenlijke business, de regels zijn strenger, het toezicht scherper… Maar de grootste vernieuwing is misschien wel de oprichting van de Single Resolution Board (SRB), een Europese instelling die kan ingrijpen wanneer het toch verkeerd loopt met een bank. Maar ook in de toekomst zullen er nog banken failliet gaan.

Hebben we dat goed gehoord: er zullen nog banken over de kop gaan?

Dechaene: Ja, ondanks alle verbeteringen en het verscherpte toezicht op nationaal en Europees niveau zullen er ook in de toekomst nog banken failliet gaan. Als het kleine banken zijn, die geen cruciale rol spelen voor de economie, zal de SRB dat laten gebeuren. Als het systemische banken zijn, zal ze wel ingrijpen. In 2008, toen de overheden die grote banken moesten redden, verliep dat zeer chaotisch. Niemand was voorbereid, en men had geen goed kader hoe dat moest gebeuren. Daar zijn lessen uit getrokken. Als het verkeerd loopt, en zo’n bank gaat failliet of lijkt failliet te zullen gaan, wordt de controle toevertrouwd aan de SRB, die met die bank kan doen wat ze nodig acht.

We moeten rekening houden met een scenario waarbij de vastgoedprijzen bij ons plots 20 procent kunnen zakken.

Heeft ze al moeten optreden?

Dechaene: Sinds haar oprichting in 2015 heeft de SRB toch al een paar banken onder haar hoede gekregen. Vorig jaar kwam bijvoorbeeld de Spaanse Banco Popular in moeilijkheden. Op vrijdag was ze nog 2 miljard euro waard op de beurs, maar we zagen dat er massaal geld werd afgehaald en dat de bank wellicht het einde van de volgende week niet zou halen. Daarop heeft de SRB de controle overgenomen en de bank in dat weekend voor 1 euro verkocht aan Banco Santander. Op maandag kon ze gewoon haar deuren openen. De aandeelhouders van Banco Popular waren natuurlijk hun geld kwijt, maar de bank en het geld van de spaarders waren gered. Vanzelfsprekend willen we vermijden dat het zover komt.

Hoe?

Dechaene: We willen dat een bank voldoende kapitaal opzij heeft staan om zichzelf te redden. Daarom zou een bank een buffer moeten hebben van 8 procent van haar balanstotaal, de som van al haar activa. Waarom 8 procent? Omdat het verleden ons heeft geleerd dat dit meestal voldoende is om een crisis op te vangen. En als er toch meer geld nodig is, kan de overheid nog altijd bijspringen. Maar we zijn nog niet zover in Europa, want er bestaat binnen de eurozone geen overeenstemming dat de buffer 8 procent zou moeten zijn.

Hebben de Belgische banken allemaal die buffer van 8 procent?

Dechaene: De meeste wel, maar nog niet allemaal. Maar als ik de statistieken bekijk van alle banken in de eurozone, dan behoren de Belgische banken op de meeste gebieden bij de beste van de klas. We hebben een relatief gezonde banksector.

Toch vindt de Nationale Bank het nodig om de banken geregeld op de vingers te tikken omdat ze te makkelijk hypothecaire leningen verstrekken.

Dechaene: Zeker, want zeepbellen in de vastgoedmarkt, overdreven hoge prijzen voor onroerend goed, hebben het financiële systeem al vaker in moeilijkheden gebracht. En België is samen met Duitsland het enige land in de eurozone waar de vastgoedprijzen na 2008 geen serieuze dip hebben gekend. Bij ons zijn ze zelfs blijven stijgen. Je ziet in andere landen dat tijdens één generatie een daling van 20 procent van de vastgoedprijzen geen uitzondering is. We moeten dus ook rekening houden met een scenario waarbij de vastgoedprijzen bij ons plots 20 procent kunnen zakken. Zo’n schok en meer wanbetalingen bij hypothecaire leningen zouden banken in ernstige problemen kunnen brengen. En meestal gaat zo’n crisis gepaard met nog andere economische problemen, zoals meer werkloosheid, die alles nóg erger kunnen maken. Daarom hameren we erop dat de banken niet te laks mogen zijn bij het toekennen van woonkredieten, en dat ze daarvoor extra buffers moeten aanleggen. Dat blijft een grote bezorgdheid.

Tom Dechaene, directeur Nationale Bank: 'Er zullen nog banken in faling gaan'

Wat zijn andere grote risico’s voor de Belgische banken?

Dechaene: Een cyberaanval staat in mijn top drie van de risico’s. Stelt u zich voor dat een grote bank plots wordt getroffen door een cyberaanval waardoor alle betalingen gedurende een maand platliggen. Als klant zul je dan wel eens nadenken om je loon ergens anders te laten storten. Op die manier kan een kerngezonde bank kapot worden gemaakt. En dan heb ik het nog niet over een cyberaanval die een groot stuk van het bankwezen zou platleggen, met alle gevolgen van dien. Of dat zou kunnen gebeuren? De Nationale Bank laat ethische hackers het systeem testen, maar het is bijna onmogelijk om daar helemaal op voorbereid te zijn. Je weet nooit uit welke hoek zo’n aanval komt en wat die precies zal inhouden. Ik acht de kans dan ook zeer reëel dat er ooit een cyberaanval komt die grote gevolgen kan hebben. Tot nu toe waren de cyberaanvallen nog te vergelijken met een conventionele oorlog. Ooit valt er ergens eens een atoombom.

En wat staat er nog in uw top drie?

Dechaene: De digitalisering. Die gaat zo snel dat ik me niet kan voorstellen dat grote techbedrijven zoals Google, Amazon, Facebook en Apple – de zogenaamde GAFA’s – over tien jaar niet actief zijn in dienstverleningen die vandaag door de traditionele banken worden aangeboden. Waarschijnlijk zullen ze eerst betaaldiensten aanbieden. De GAFA’s hebben daarvoor zeer sterke wapens. Via hun data weten ze vrij goed waarin je geïnteresseerd bent. Houd je van schoenen? Als je dan voorbij een schoenwinkel loopt, zou Facebook je daar via een bericht attent op kunnen maken. ‘En by the way, je kunt betalen door gewoon op een knop van ons netwerk te drukken.’ Je hoeft niet meer langs de bank. Dat stelt de banken natuurlijk voor gigantische uitdagingen. Over tien jaar kunnen ze een groot deel van hun business kwijt zijn. Volgens studies zal zo één derde van de huidige winsten van de banken verdwijnen. De gevolgen zullen dus enorm zijn, zelfs bij de banken die de komst van de GAFA’s overleven.

Zijn onze banken zich bewust van die enorme uitdaging?

Dechaene: De Nationale Bank heeft alle Belgische banken op digitaal vlak met elkaar vergeleken, en heeft nagegaan in hoeverre ze klaar zijn om de uitdaging van de GAFA’s op te vangen. Het was de bedoeling om de uitkomst van die studie te delen met alle banken. Daarvoor hebben we alle niet-uitvoerende bestuurders van de banken uitgenodigd. Weet u hoeveel erop ingingen? Tien! Schrijf maar op: ik ben echt gechoqueerd dat zo weinig Belgische bankbestuurders geïnteresseerd zijn in het grote gevaar dat hun banken lopen. Dus om op uw vraag te antwoorden: een groot aantal van onze banken is zich blijkbaar niet bewust van de gigantische uitdaging waarvoor ze staan met de technologische veranderingen in de financiële sector en bijvoorbeeld de mogelijke intrede van de GAFA’s. Ik ben daar zeer bezorgd over, want dit zal het banklandschap helemaal veranderen.

Het afblazen van de beursgang van Belfius heeft meer gevolgen voor de schatkist dan voor Belfius en zijn klanten.

Er is nog een andere bezorgdheid: de Belgische banken hebben zich voor miljarden ingedekt tegen de schommelingen van de rentevoeten, maar blijkbaar weet niemand wie die risico’s uiteindelijk dekt en dus of ze wel gedekt zijn.

Dechaene: Dat risico is aanzienlijk minder waarschijnlijk dan een cyberaanval of de komst van de GAFA’s, maar als het zich voordoet, zou de impact enorm kunnen zijn. Daarom baart het mij inderdaad zorgen. Het probleem is tweeledig. Alle banken moeten zich indekken tegen de schommelingen van de interestvoeten. Dat gebeurt internationaal, en we weten veel te weinig waar een Belgische bank zich uiteindelijk heeft ingedekt. Dat maakt me nerveus. Daarbij komt nog een tweede probleem: bijna al die risicoverzekeringen lopen via één instelling in Londen. Wat als die instelling ooit in de problemen komt? Wie zal die instelling redden? De Bank of England, om het Europese vasteland een plezier te doen?

Los van al die bedreigingen: komen er nog saneringen bij de banken in ons land?

Dechaene: De saneringen bij onze banken zijn zeker nog niet ten einde. De huidige lage interestvoeten doen de banken pijn. Zeker bij ons: de interestvoeten waartegen banken geld kunnen uitlenen zijn zeer laag en meestal vast, en ze zijn bij wet verplicht om toch een minimuminterest te geven op het spaargeld. Zo worden de banken in de tang genomen. Dan zijn er maar twee grote oplossingen. Ofwel zoek je naar nieuwe inkomsten, en je ziet bijvoorbeeld dat steeds meer banken andere terreinen op de financiële markt verkennen. Ofwel doe je aan kostenbesparing, en dat betekent ook minder kantoren en minder werknemers. Daarnaast verwacht ik nog verdere saneringen zodat de banken hun rendement blijven halen. Wij bij de Nationale Bank vinden het in het belang van de spaarders dat een bank gezonde winstmarges heeft. Ik weet wel dat sommigen vraagtekens plaatsen bij de miljardenwinsten van de banken, maar in verhouding tot hun balanstotaal en eigen vermogen zijn die normaal. En die winsten zijn nodig om verder te kunnen investeren en antwoorden te kunnen zoeken op grote uitdagingen, zoals een cyberaanval of de komst van de digitale concurrenten.

Wijlen gouverneur Luc Coene vond dat van de vier grootbanken in België er ‘minstens één te veel was’, omdat ze een hevige concurrentiestrijd uitvochten, wat de marges naar beneden haalde en de noodzakelijke winst drukte. Vindt u dat ook?

Dechaene: Ik denk dat de huidige concurrentie tussen de grootbanken goed zit: ze maken een gezonde winst, en dat suggereert dat er bij ons niet te veel grootbanken zijn. En als ik naar andere markten kijk, zoals de mobiele telefonie, zie ik dat drie spelers misschien niet voor voldoende concurrentie zorgen. Ik persoonlijk vind dus niet dat er een grootbank te veel is in ons land.

Wat vindt u van het uitstel van de beursgang van Belfius?

Dechaene: Het afblazen van de beursgang van Belfius heeft meer gevolgen voor de schatkist dan voor Belfius en zijn klanten.

Tom Dechaene

– 1959: geboren in Schoten

– 1985: master in de rechten (Centrale Examencommissie)

– 1986: master in de toegepaste economische wetenschappen (UFSIA, Antwerpen)

– 1991: MBA aan INSEAD (Fontainebleau, Frankrijk)

Carrière: werkte onder andere voor Bank Brussel Lambert, Deutsche Bank Londen, Morgan Grenfell & Co en verscheidene (bio-)techbedrijven

– 2014: directeur bij de Nationale Bank van België

– 2017: lid van het Europees Comité dat toezicht uitoefent op de systemische banken

Ondertussen blijft de Belgische overheid nog decennia voor tientallen miljarden garant staan voor verplichtingen van de restbank Dexia. Moeten we ons daar als belastingbetaler zorgen over maken?

Dechaene: Als de markt stabiel blijft, denk ik dat dit avontuur over enkele decennia goed kan aflopen. Maar als het bijvoorbeeld op een bepaald moment in Italië fout loopt, of als de markten zenuwachtig worden en de rente stijgt, dan zou de impact aanzienlijk kunnen zijn. We kunnen dus niet op onze beide oren slapen. Dexia blijft een risico voor onze overheidsfinanciën.

Tot slot, u hebt een patent op uw naam staan.

Dechaene: Inderdaad, ik ben waarschijnlijk de enige centrale bankier die een technologiepatent heeft. (grijpt naar zijn smartphone) U kent natuurlijk dit scherm, met al die icoontjes van apps die u hebt gedownload. Tussen die icoontjes zit nog heel veel ruimte, wellicht de meest kostbare ruimte op onze planeet waar geen gebruik van wordt gemaakt. Bovendien zijn die icoontjes statisch. Als je naar het icoontje van het weer kijkt, schijnt bijvoorbeeld altijd de zon, ook als het buiten sneeuwt of regent. Ik heb samen met twee andere uitvinders in 1999 een patent genomen om die icoontjes om te vormen tot een aaneensluitende mozaïek, waarvan de beelden voortdurend de realiteit weergeven: als het buiten regent, zie je het ook regenen op je scherm. Om een patent te kunnen krijgen, moet je ergens aan denken voordat iemand anders op hetzelfde idee komt maar vooral lang voor het publiek er klaar voor is. Je moet dus jaren in de toekomst denken.

Precies wat u hier doet op de Nationale Bank wanneer u de risico’s voor onze banken probeert in te schatten.

Dechaene: Inderdaad, we proberen lang op voorhand te ontdekken uit welke onverwachte hoek een risico kan ontstaan voor onze financiële instellingen. Dat is niet evident, en het blijft een niet aflatende uitdaging.

Partner Content