Ine Van Zeeland

‘Toezicht op digitale platformen en Trump? Hoe Europa haar regels onafhankelijk kan blijven controleren’

Ine Van Zeeland Privacyonderzoeker aan de VUB
Bárbara da Rosa Lazarotto Doctoraatsonderzoeker VUB

De nieuwe allianties van de Amerikaanse president Trump met verschillende techmiljardairs stellen de Europese Unie voor een democratisch probleem: de regels die grote platformen als X en Instagram moeten beteugelen en desinformatie pogen te beperken, kunnen mogelijk door niet-Europeanen betwist worden. We hadden beter moeten weten, want het aloude principe van de scheiding der machten had dit kunnen voorkomen. Een pleidooi voor onafhankelijke toezichthouders.

Midden februari 2024, nog geen jaar geleden, werd in de Europese Unie de Digital Services Act (DSA; digitaledienstenverordening) van kracht. Die vereist dat mega-technologieplatformen zoals Amazon, X, YouTube en Instagram, vanwege hun grote invloed op het openbare leven, hun gebruikers moeten beschermen tegen vele online kwaden, zoals desinformatie, haatspraak en wraakporno.

De wet schrijft niet in detail voor hoe dat moet gebeuren, maar wel dat de bedrijven achter die platformen moeten kunnen aantonen dat zij risicoanalyses hebben gemaakt en maatregelen hebben ingevoerd om risico’s te beperken.

In de aanloop tot die nieuwe wetgeving betoogden deze grote platformen dat strenge regels niet nodig waren, want ze hadden immers al jaren eigen richtlijnen, industriebrede gedragscodes, intern beleid met zowel menselijk toezicht als geautomatiseerde filtering, en wat al niet. Meta, het moederbedrijf van platformen als Facebook, Instagram en WhatsApp, sponsorde wereldwijd factcheckers. De zorgen bestonden niet alleen in Europa, werd gesteld, voor de platformen was het ook beter als ze voor alle gebruikers een veilige omgeving konden bieden.

Maar sinds Trumps tweede verkiezing als president van de Verenigde Staten zijn ’s werelds rijkste miljardairs – niet toevallig ook de eigenaars van die grote technologieplatforms – ineens niet meer zo bezorgd om fake news of de veiligheid van onze online omgeving.

Sterker nog, voor X, Instagram en Facebook zijn factchecking en andere maatregelen om nepinformatie tegen te gaan, afgebouwd in de aanloop tot Trumps inauguratie. Dat staat haaks op de DSA, die maatregelen verplicht stelt op straffe van boetes of (in het uiterste geval) zelfs het stilleggen van activiteiten. Moeten we ons afvragen hoe lang Instagram nog beschikbaar is in Europa?

Al voor Trumps inauguratie liep X in Brazilië tegen juridische problemen aan. Hoewel dat land geen speciale wetgeving heeft voor social media zoals de DSA, beval het Braziliaanse Hooggerechtshof een opschorting van activiteiten van X in Brazilië nadat het platform weigerde gerechtelijke bevelen op te volgen om anti-democratische profielen op te heffen die verband hielden met een poging tot staatsgreep op 8 januari 2023, en later weigerde om een wettelijke vertegenwoordiger aan te stellen in het land.

Uiteindelijk, na 39 dagen van opschorting, volgde X de gerechtelijke bevelen op, betaalde het een boete van 4 miljoen euro en wees het een wettelijke vertegenwoordiger aan in Brazilië. Dit geval dient als een waarschuwing voor hoe deze technologiegiganten zich kunnen gedragen in Europa en voor het belang van social media-regulering in Brazilië.

Scheiding der machten

Terug in Europa gebeurt het toezicht op naleving van de DSA voor de zeer grote onlineplatformen hoofdzakelijk door een afdeling binnen de Europese Commissie. Dit is niet geheel in lijn met de leer van de scheiding der machten. De Europese Commissie is immers ook uitvoerende macht en bereid wetgeving voor, wat betekent dat zij niet alleen de regels voorstelt, uitlegt en uitvoert, maar voor de DSA ook controleert op de navolging daarvan.

Dat is veel macht op één plek. De Europese Commissie betoogt dat deze invulling van toezicht efficiënter is en tot meer uniform afgestelde regels voor grote multinationals leidt dan wanneer iedere Europese lidstaat een eigen toezichthouder zou hebben (de lidstaten hebben wel eigen toezichthouders voor kleinere platformen). In het verleden is er echter al op gewezen dat deze aanpak het toezicht op de DSA-regels gevoelig maakt voor druk vanuit de EU-lidstaten of door het bedrijfsleven.

Met de verkiezing van Trump is er nu een nieuwe vrees bij gekomen: politieke druk vanuit derde landen, dat wil zeggen niet-EU-landen, zoals de VS. Die vrees komt vooral doordat hij sterk beïnvloed wordt door de miljardairs achter de grootste technologieplatformen, wat zichtbaar in beeld kwam met hun aanwezigheid bij zijn inauguratie. Meta’s Mark Zuckerberg, bijvoorbeeld, heeft al aangekondigd dat Meta het beleid van factchecking door derde partijen zal beëindigen, terwijl hij het bedrijf herpositioneert om in de smaak te vallen bij de ideologie van Trumps presidentschap rond ongefilterde ‘vrijheid van meningsuiting’ online.

Trump heeft op zijn beurt gezegd dat hij zal optreden tegen landen die maatregelen willen nemen tegen Amerikaanse bedrijven. Daarmee dreigt de Europese Commissie in een lastig parket te komen, want Trump zal niet schromen om het navolgen van Europese wetgeving onderdeel te maken van onderhandelingen over andere beleidskwesties. Juist omdat er geen onafhankelijke toezichthouder is, is hij daarvoor bij de Europese Commissie aan het juiste loket.

Dat Europese wetten op deze manier opnieuw onderhandeld zouden kunnen worden, niet door volksvertegenwoordigers, maar door buitenstaanders die hun politieke agenda internationaal willen opleggen, is natuurlijk geenszins de bedoeling van ons democratisch rechtssysteem.

Dat brengt ons bij het belang van onafhankelijke toezichthoudende autoriteiten. Dit model is met succes toegepast in andere reguleringen van online aspecten, zoals de AVG. De Europese Toezichthouder voor Gegevensbescherming (EDPS) bijvoorbeeld, is aangesteld in een gezamenlijke beslissing van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie, in lijn met de democratische keuzes van Europese burgers. De onafhankelijkheid van de EDPS is een essentieel kenmerk van de ‘checks and balances’ in het Europese systeem, waardoor het toezicht kan bestaan uit autonome beslissingen zonder de politieke neigingen van de politieke agenda van de Europese Commissie. Dat was bijvoorbeeld te zien toen deze toezichthouder het Europese grens- en kustwachtagentschap Frontex op de vingers tikte omdat het niet voldeed aan de regels bij het verzenden van persoonsgegevens van verdachten van grensoverschrijdende criminaliteit aan Europol.

Amerikaanse machtspolitiek

De EDPS is enkel de toezichthouder voor Europese instellingen, terwijl voor bedrijven de nationale autoriteiten voor gegevensbescherming van de lidstaten het toezicht uitvoeren. Daardoor ontstaan inderdaad soms verschillen in de handhaving tussen lidstaten, maar in principe voorziet de AVG voor mechanismen om die verschillen recht te trekken. Die mechanismen beter aangescherpt kunnen worden, maar dat zijn geen onoverkomelijke problemen – ze zijn in ieder geval minder lastig aan te pakken dan Amerikaanse machtspolitiek.

Onafhankelijk toezicht is broodnodig in een wereld waarin grote technologieplatformen steeds verder verweven raken met politieke agenda’s (zoals al eens bleek in het Cambridge Analytica-schandaal). Door het toezicht op de DSA in de handen van de Europese Commissie te leggen in de naam van efficiëntie en homogeniteit, brengen we de Europese democratische beginselen serieus in gevaar.

Prof. Dr. Ine van Zeeland is postdoctoraal onderzoeker bij imec-SMIT, VUB, en de School voor Sociale Wetenschappen van UHasselt.

Bárbara da Rosa Lazarotto is doctoraatsonderzoeker bij de onderzoeksgroep Law, Science, Technology & Society aan de faculteit Recht en Criminologie van de VUB.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content