Theo Francken (N-VA): ‘Ik zal Paars-Groen bestrijden te land, ter zee en in de lucht’
Theo Francken (N-VA) had liever gezien dat zijn partij mee aan tafel zat bij de regeringsonderhandelingen. Maar nu dat mogelijk niet zo is, maakt hij zich op voor een stevige oppositie tegen de zevenpartijenregering die in de steigers staat: ‘Natuurlijk is het zuur dat het historische akkoord tussen de N-VA en de PS er niet gekomen is.’
Hij zal het misschien niet graag horen, maar er is veel aan Theo Francken dat aan Louis Tobback (SP.A) doet denken. Allebei zijn ze op hun manier voorstander van law-and-order, zeker in asiel- en migratiedossiers. En net zoals Louis Tobback journalisten bij voorkeur ontving in de stad waarvan hij burgemeester was, ook toen hij eigenlijk in de eerste plaats partijvoorzitter was, zo ontvangt Theo Francken graag in ‘zijn’ Lubbeek, ook als het gesprek gaat over nationale politieke thema’s. In een hoek van de ruime tuin van herberg Het Bed van Napoleon blikt Francken terug op het politieke strijdperk dat de federale regeringsvorming de voorbije maanden was, een strijdperk dat voor zijn partij uitgedraaid is op een Waterloo. Francken blijft er strijdvaardig bij, en zelfs optimistisch. ‘Weet u’, grinnikt hij, ‘dat ik hier al lekker ben komen eten met Georges-Louis Bouchez? Ik ken Bouchez redelijk goed. Een paar jaar geleden al voorspelde ik: “Hij wordt nog eens voorzitter van zijn partij.” Bart De Wever keek mij toen meewarig aan.’ (lacht)
Toen plots uit peilingen bleek dat niet hij, maar Wilmès de populairste politicus was in Wallonië, besloot Magnette om toch maar opnieuw te praten met de N-VA.
Theo Francken: Bouchez is een politicus van het type dat blijft gaan. Vorige week noemde hij de PS nog doodgemoedereerd een partij van postjespakkers. Paul Magnette heeft niet gereageerd, maar een PS-voorzitter vergeet zo’n uitspraak niet. We zullen zien hoelang de zeven partijen van Paars-Groen (socialisten, liberalen, groenen en CD&V, nvdr) elkaar blijven verdragen.
Waarom heeft de N-VA het niet over Vivaldi, maar over Paars-Groen? Die naam verwijst naar de regering-Verhofstadt I, maar het is een foute framing. De belangrijkste tegenstander van het historische Paars-Groen destijds was de CD&V, en nu hoort de CD&V wel bij die coalitie.
Francken: En dan? De CD&V is mathematisch niet nodig, die partij zit als vijfde wiel aan de wagen in een ethisch-progressieve, belgicistische regering om daar het ‘conservatief-ethische’ en het ‘Vlaamse’ te belichamen. En dat vier jaar lang . Bonne chance, in een regering met zéven vicepremiers. In de regering-Michel hadden we er ‘maar’ vier, en toen zat het er al geregeld bovenarms op. Wat wordt dat straks met Ecolo aan tafel, een partij met een haast communistisch programma, of op zijn minst een zeer doctrinaire kijk op de zaken?
De nieuwe regering kon er maar komen nadat Bart De Wever en Paul Magnette als informateurs de kans op een ‘grote’ coalitie rond de as N-VA-PS verkeken hadden. Hoe ver waren de onderhandelingen tussen PS en N-VA eigenlijk gevorderd?
Francken: Er was nog geen gebeiteld akkoord, maar over de grote contouren zaten we op één lijn. Helaas kregen we onze meerderheid net niet rond. Er ontbraken nog zes zetels. Ook inhoudelijk zat het goed. Het wordt vaak vergeten, maar het Vlaams-nationalisme heeft altijd oog gehad voor sociale accenten. We waren het erover eens dat de pensioenen opgetrokken zouden worden tot 1500 euro per maand voor werknemers en zelfstandigen met een volledige loopbaan. Er zat ook een lastenverlaging in van 2 miljard euro, want de economische relance is de beste garantie om onze werkgelegenheid op peil te houden. Tegelijk was ook de PS vragende partij voor een verdere regionalisering van een aantal bevoegdheden. Onder Elio Di Rupo was er bij de Franstalige socialisten weinig appetijt voor het communautaire werk, met Paul Magnette als voorzitter is dat helemaal veranderd. Vandaar dat er een afspraak was om belangrijke stappen te zetten in de defederalisering van onder meer de gezondheidszorg.
Een aantal top-PS’ers trekt inderdaad openlijk de communautaire kaart. De N-VA plaatste op de sociale media zelfs beelden van Marc Uyttendaele, echtgenoot van PS-politica Laurette Onkelinx, die op tv zei: ‘Het confederale model is veel democratischer dan dat van de herfederalisering. Alleen zo kunnen het noorden en het zuiden van het land het beleid krijgen waarvoor ze gestemd hebben.’
Francken: Dat was mijn idee. (wijst naar zijn woordvoerder) Wij waren in de studio aanwezig: mijn wekelijkse programma op LN24 (Franstalige nieuwszender,nvdr) zou in de ether gaan net nadat Uyttendaele die woorden had uitgesproken. Aan het einde van zijn betoog riep hij zelfs op zijn eigen, flamboyante manier: ‘Et tout le monde qui ne voit ça, est un idiot!’ Dan is het dus niet onlogisch dat de N-VA en de PS elkaar konden vinden in gesprekken over de defederalisering van de gezondheidszorg en een hernieuwd respect voor de taalwetgeving in Brussel, in het bijzonder inzake aanstellingen van overheidspersoneel. Of dat we er allebei voor gewonnen waren om de organisatie van de politie en het veiligheidsbeleid meer te schoeien op leest van de deelstaten.
Klopt het dan niet wat Magnette zo vaak heeft herhaald: dat het wereldbeeld van de PS en dat de N-VA nu eenmaal te ver uit elkaar liggen om samen een regering te kunnen vormen?
Francken: Waarom zou dat wetmatig zo moeten zijn? Ik pleit al jaren voor het Deense model: daar trekken ze voluit de kaart van de sociale correcties, zodat de basis van de sociale zekerheid sterk blijft. Tegelijk laten ze geen compromissen toe inzake veiligheid en grensbewaking, en zijn ze streng voor nationaliteitsverwerving.
Waren de PS en de SP.A echt bereid om daarover een regeringsakkoord af te sluiten?
Francken: SP.A-voorzitter Conner Rousseau zit sowieso op die lijn. Bij de PS ging het over de formulering, en de manier waarop het gezegd moest worden. Maar au fond hadden ze geen wezenlijk probleem met onze eis dat de volgende ambtstermijn er één zonder collectieve regularisatie zou zijn en dat er een rem moet komen op de gezinshereniging. Ik ben ervan overtuigd dat zo’n akkoord op een congres het fiat zou hebben gekregen van de N-VA-leden.
U bent er zeker van dat een N-VA-congres groen licht zou geven aan een coalitie met de PS? Bart De Wever begon toch pas verkiezingen te winnen toen hij de PS expliciet uitriep tot volksvijand nummer één van Vlaanderen?
Francken: Een akkoord sluiten met je voornaamste politieke tegenstander is nooit gemakkelijk. Zeker niet in onze partij: de N-VA-statuten bepalen dat een regeerakkoord goedgekeurd moet worden met een tweederdemeerderheid. Dat kan dus alleen als de partijleiding de N-VA-leden kan overtuigen met de inhoud van het akkoord. Ik ben er zeker van dat dat gelukt zou zijn. Uit een enquête in Het Laatste Nieuws bleek al dat 80 procent van de N-VA-burgemeesters de knop had omgedraaid: ‘Een akkoord met de PS sluiten we af met de dood in het hart, maar we doen het omdat het Vlaanderen vooruithelpt.’ Het is spijtig dat geen enkele krant eenzelfde enquête heeft georganiseerd bij de PS-burgemeesters. De PS stond namelijk nog niet zo ver als wij: Magnette had zijn achterban nog niet voorbereid op wat er zou komen. Het water in de Schelde is diep, dat van de Maas nog veel dieper.
Vandaar dat Magnette in maart, bij het begin van de covidepidemie, een bijna gelukte poging om een noodregering te maken op het laatste nippertje afwees. Hij dacht toen nog: We doen het wel met de relatief onbekende Sophie Wilmès (MR)’. Tot plots uit peilingen bleek dat Wilmès de populairste politicus was in Wallonië, terwijl Magnette al jarenlang onafgebroken de nummer één was. Ineens besloot Magnette om toch maar opnieuw te praten met de N-VA. (lacht) Ik lach wel, maar natuurlijk is het zuur dat die historische regering met de N-VA en de PS er niet gekomen is.
Was het geen zware inschattingsfout van Bart De Wever om een jonge voorzitter als Egbert Lachaert (Open VLD) voor schut te zetten toen hij aarzelde om mee te stappen met de PS en de N-VA?
Francken: Nee. De Wever heeft gezegd dat het crimineel onverantwoordelijk is om niet te kiezen voor het grote akkoord tussen de PS en de N-VA, dus voor een akkoord waarover eindelijk een consensus bestond tussen de grootste partijen in het zuiden en het noorden van het land. Dat was een historische kans en die is niet gegrepen. Lachaert heeft Barts opmerking zo geframed alsof hij het slachtoffer werd van een persoonlijke afrekening. Dat is politiek slim gespeeld, maar het was feitelijk onjuist.
In uw partij stond Lachaert als kandidaat-voorzitter bekend als ‘een N-VA’er zonder partijkaart’, terwijl Bart Tommelein, zijn uitdager als Open VLD-voorzitter, voor een paarse formule wilde kiezen. De N-VA heeft zich vergist in Egbert Lachaert.
Francken: En de Open VLD-leden niet? Egbert Lachaert zal vooral aan zijn eigen achterban moeten uitleggen waarom hij campagne voerde rond standpunt A en meteen na de verkiezingen is gegaan voor B. Dat is een scherpere draai dan een haarspeldbocht in de Ardennen. Ik snap het niet.
Intussen ís Paars-Groen er nog niet. Op zijn persconferentie als informateur kondigde Lachaert aan dat ‘positivisme’ de rode draad wordt van de nieuwe regering. ‘Positivisme’ is toch geen ernstige basis voor een stabiele regering die de gevolgen van de covidcrisis moet bestrijden? ‘Positivisme’ is hoogstens een laagje vernis. Blijkbaar willen de paars-groene partijen het beeld ophangen van de regering als een leutige, positieve bende. Illustratief daarvoor was de gretigheid waarmee Conner Rousseau tijdens Gert Late Night een Samson-imitatie weggaf met het lied: ‘Hey, waar is de chocolade? Op, op, alles is op.’ Hoe infantiel was dat? En dat net nu veel mensen zich afvragen of hun bedrijf zal overleven en of ze straks nog werk zullen hebben.
Blijkbaar wil Paars-Groen het beeld ophangen van de regering als een leutige, positieve bende. Kijk naar de gretigheid waarmee Conner Rousseau tijdens Gert Late Night een Samson-imitatie weggaf.
Intussen was het ook niet de droom van de N-VA om oppositie te moeten voeren tussen het Vlaams Belang en de PVDA in.
Francken: Het VB zit inderdaad op een wolk en laat ons bloeden op onze rechterflank. Maar we zullen binnen vier jaar zien of die état de grâce blijft duren. En de PVDA… (zucht) Ze organiseren blijkbaar tochten langs villa’s van rijke mensen. Wat is het volgende om zogenaamde ‘kapitalisten’ te stigmatiseren? Een ratel? Een ster? Lijsten op sociale media gooien met naam en toenaam, tot gsm-nummers en e-mailadressen toe?
Maar ik kijk liever niet naar andere partijen. Na twintig jaar politiek heb ik geleerd dat je het best uitgaat van je eigen sterkte. Als die zeven paars-groene partijen menen een nieuwe regering te moeten vormen, moeten ze dat vooral doen. Ze zullen spoedig ondervinden dat de N-VA er stáát: rechtlijnig, rechtvaardig en gewapend met dossierkennis. Wij zullen Paars-Groen bestrijden te land, ter zee en in de lucht, van Opgrimbie tot De Panne. Als de grootste partij van het land staan we klaar om de confrontatie aan te gaan met een regering die de Vlaamse volkswil niet eens vertegenwoordigt.
De ‘V-partijen’ vertegenwoordigen de Vlaamse volkswil ook niet. Anders hadden het VB en de N-VA samen wel een Vlaamse regering kunnen vormen.
Francken: Geen enkele partij kan namens alle Vlamingen spreken, maar ik blijf erbij dat het signaal van de kiezer Vlaams en rechts was. Ik heb intensief campagne gevoerd, van Bachten de Kupe tot de Maaskant. Honderden mensen hebben mij aangeklampt: ‘Sorry Theo, het moet nog straffer en strenger rond migratie en asiel. Je hebt je best gedaan, maar deze keer stemmen we VB.’ Dat heb ik net iets te vaak gehoord. Deze regering is de negatie van dat signaal van de kiezer. Paars-Groen wordt de regering van het morele vingertje.
De winnaars waren partijen die zich afzetten tegen ‘het politieke systeem’. Ook nu weer verheugen het VB en de PVDA zich op nieuwe verkiezingen.
Francken: Ik heb ook liever nieuwe verkiezingen dan een regering die van start gaat zonder Vlaamse meerderheid. Ik ben niet zegezeker, maar een beetje politicus is nooit bang voor verkiezingen.
Vreest u niet dat het zich in deze covidtijden kan herhalen: mensen die ‘de toestand’ grondig beu zijn?
Francken: Veel mensen geloven niet meer in het covidbeleid omdat er geen lijn meer in zit. Je mocht niet samenzitten op een voetbaltribune, maar wel in een vliegtuig. In eigen land vond geen enkel zomerfestival plaats, terwijl ze aan de Côte d’Azur zaten te fuiven. En waarom stelde de provincie Antwerpen in godsnaam een avondklok in? Ik heb gezegd tegen Jan Spooren (de nieuwe N-VA-gouverneur van Vlaams-Brabant, nvdr): ‘Ik zal u altijd steunen, Jan, maar begin alstublieft niet met een avondklok.’
De Antwerpse gouverneur Cathy Berx (CD&V) voerde dergelijke maatregelen in op verzoek van de burgemeester van Antwerpen. Bart De Wever drong al in maart aan op de invoering van ‘een samenscholingsverbod en een avondklok’.
Francken: Daar heb ik geen weet van. Hoe dan ook, het is niet aan een onverkozen ambtenaar als een gouverneur om zulke drastische maatregelen op te leggen. Als het Kamerlid met de meeste voorkeurstemmen denk ik dan: wat gebeurt hier? Dergelijke ingrijpende vormen van vrijheidsberoving zijn sinds de Tweede Wereldoorlog nooit meer doorgevoerd, en ze werden niet eens besproken in de regering of in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken. Het is bovendien een slippery slope. Als we nu al een avondklok doorvoeren, hoe gaan we dan reageren als er binnen vijf jaar opnieuw een aanslag plaatsvindt?
U lijkt te vinden dat premier Sophie Wilmès de zaken niet onder controle heeft?
Francken: Als eerste minister heeft zij enorm veel speelruimte gegeven aan de virologen en andere experts. Zogezegd geven zij ‘slechts’ advies. Is dat zo? Twee keer is de Veiligheidsraad tegen hun advies in gegaan, telkens zat het spel op de wagen. In elke tv-studio kwamen experts klagen over de regering. De facto eisen zij dat politici zich beperken tot de gehoorzame uitvoering van hun adviezen. Wie is dan de baas? Op die manier maken we hele economische sectoren kapot: de horeca, de retail, de luchthaven van Zaventem…
De eerste covidmaatregelen dienden nog om ‘de curve te beheersen’. Dat wilde zeggen: het aantal opnamen in de ziekenhuizen en op intensieve zorg zo laag mogelijk proberen te houden, zodat we in België niet in Italiaanse toestanden zouden verzeilen waar mensen in de ziekenhuisgangen lagen te sterven. Dat is geruisloos overgegaan naar de beheersing van het aantal besmettingen. Dat is toch een heel andere zaak? Het aantal mensen in de ziekenhuizen lijkt mij een betere maatstaf dan het aantal besmettingen.
Hebt u daarover Jan Jambon (N-VA) al aangesproken: Als Vlaamse minister-president flankeert hij premier Wilmès na elke vergadering van de Veiligheidsraad.
Francken: Natuurlijk. Maar zoals ik al zei: de eerste maatregelen in maart waren nodig. In Lubbeek telden wij twintig doden in één week tijd. Mensen telefoneerden mij om te vertellen hoe ze hun ouders of grootouders in een woonzorgcentrum niet meer konden zien of horen – stervende mensen zijn vaak niet meer in staat tot een telefoongesprek. Dus na dagen of weken zonder enig contact bleek plots dat die ouders of grootouders gestorven waren, in een lijkzak gestopt en naar het crematorium van Holsbeek gebracht – want ook bij lijken bleef er een risico op covidbesmetting. Het eerste wat die kinderen of kleinkinderen van hun ouders of grootouders zagen, was de urne met as. Vréselijk. Mijn haar komt er nog altijd recht van.
Covid beheerst vandaag het publieke debat: de man op de straat praat over niets anders. Daardoor gaat er minder aandacht naar identitaire discussies, dus naar het thema dat de N-VA groot heeft gemaakt. Vandaag lijken in die discussies zelfs uw tegenstanders de toon te bepalen: getuige de aandacht voor en de invloed van #BlackLivesMatter.
Francken: Het is niet omdat anderen ook het identitaire debat ontdekt hebben, dat wij niet meer meespelen. Ik vind het geen goede zaak dat men standbeelden neerhaalt. Maar hoe woker het protest, hoe beter de N-VA het verschil kan maken met haar identitaire lijn. Natuurlijk begrijp ik de frustraties van gekleurde jongeren, ook in Vlaanderen. Racisme is een probleem en het moet keihard aangepakt worden. Maar de Vlaming pikt het niet dat dat elke dag opnieuw een aanleiding moet zijn om hem af te schilderen als een racist. Daarom zeg ik: laat groenen als Kristof Calvo of Jessica Soors maar op tv komen en de modale Vlaming de les spellen, elke dag als het moet, vanaf nu tot de verkiezingen in 2024. Ze ontmaskeren zichzelf wel. De groenen willen de kernwapens weg uit Kleine Brogel, maar van Ecolo mogen de Franstalige wapenleveringen aan Saudi-Arabië wel doorgaan. En dat terwijl de kernwapens in Kleine Brogel níét bedoeld zijn om te gebruiken, en de wapens van FN elke dag ingezet worden in conflicten op het Arabisch schiereiland.
U maakt zich vrolijk over Groen, maar vergeef me intussen mijn glimlach als ik zie hoe bekommerd sommige N-VA’ers vandaag zijn over beelden van de Belgische koning Leopold II.
Francken: (grijnst) De modale Vlaming is er helemaal mee klaar om afgeschilderd te worden als een geborneerd volkje. Dat zijn we niet! Ik krijg nog kippenvel als ik terugdenk aan de IJzerbedevaart van een paar weken geleden. Een jong, gekleurd meisje zei daar: ‘Hier sta ik. Ik kan niet anders.’ Dát is voor mij het beeld van het nieuwe, moderne, inclusieve Vlaanderen.
De identitaire debatten gaan niet alleen over standbeelden, maar ook over parasols tegen politieagenten in Blankenberge en molotovcocktails tegen brandweermannen in Brussel. Ik denk dat veel mensen de tv-beelden van die rellen associëren met het identitaire debat. En als links die relschoppers blijft verdedigen en goedpraten, zal ik hen niet tegenhouden. Hier lijkt zich te herhalen wat vier jaar geleden al gebeurde in de VS. Hillary Clinton had voortdurend de mond vol van racisme en discriminatie. Donald Trump kreeg toen de raad van Steve Bannon, zijn toenmalige adviseur: ‘If the left goes all the way on identity, then we go nationalist on economics and win the elections.’ Dat is ook gebeurd: niet in de popular vote maar wel in het aantal kiesmannen.
In De Zevende Dag vroeg journaliste Lisbeth Imbo onlangs aan Bart De Wever of zijn tijd als voorzitter niet stilaan gekomen is. Dat is een teken aan de wand dat het niet zo goed gaat met de N-VA, en ook niet met De Wever.
Francken: Dat is de prijs die wij betaald hebben voor het politieke nirwana waarin de Wetstraat nu al veertien maanden rondwaart. Hoe dan ook loopt die periode ten einde, ik vermoed ergens rond 1 oktober, misschien later. Die politieke onduidelijkheid weegt als een loden deken op de grootste partij van het land. Mag ik daarbij zeggen dat ik bijzonder trots ben op mijn voorzitter? Bart De Wever heeft sinds de verkiezingen van mei vorig jaar vooral gezwegen om het akkoord met de PS mogelijk te maken. Bart is een staatsman.
Ik ben voor mijn doen ook heel rustig gebleven op sociale media. Ik heb mijn eigen stijl, maar ik ben bovenal een loyale partijman. Ik heb dus opgelet dat ik niemand zou beledigen, zeker geen partners met wie wij vroeg of laat rond de tafel zouden moeten zitten.
Intussen ziet het ernaar uit dat u zich tevreden moet stellen als de N-VA dossierman rond asiel en defensie. Volstaat dat om vier jaar lang uw politieke drive te vinden?
Francken:(lachje) We zullen zien. Het komt wel goed met mij – het is tot nu toe altijd al goed gekomen. Mijn persoontje is niet belangrijk.
Theo Francken
– 1978: geboren in Lubbeek
– licentiaat pedagogische wetenschappen (KU Leuven)
– 2001-2004 en 2008-2009: wetenschappelijk medewerker van de N-VA-fractie in het Vlaams Parlement
– 2009-2010: adjunct-kabinetschef van Vlaams viceminister- president Geert Bourgeois
– 2010-2014: en sinds 2018: Kamerlid N-VA
– sinds 2013: burgemeester van Lubbeek
– 2014-2018: staatssecretaris voor Asiel, Migratie en Administratieve Vereenvoudiging in de regering-Michel
– sinds 2019: Belgisch delegatieleider in het NAVO-parlement
– Schreef België. Land zonder Grens (2012, met Sarah Smeyers), Continent zonder Grens (2018) en Migratie in 24 vragen en antwoorden (2019)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier