Waarom zijn we geboren als het leven niet voor altijd is?
Waarom zijn we geboren als het leven niet voor altijd is? ’t Arsenaal brengt Ionesco’s ‘De koning sterft’ van het paleis naar de afdeling palliatieve. “We moeten het hem zeggen, zeggen dat hij sterven zal.” Berenger I, koning van een onbestemd land, krijgt te horen dat hij zal dood gaan aan het eind van de voorstelling en zo geschiedt. Er is geen twijfel aan, geen genezing meer mogelijk, geen onverwachtse wending in het verhaal, geen plotse nevenintriges. Over anderhalf uur valt het doek en is de koning dood. Er wordt letterlijk afgeteld in het stuk. Het toneel als metafoor voor het leven en als handleiding bij het sterven. Omdat dood gaan nu eenmaal onlosmakelijk bij het leven hoort. Omdat leven en dood geen tegenstellingen wat ze ons op school ook mogen geleerd hebben. Het is in dat misverstand dat we de dood absurd zijn gaan noemen.
Palliatieve zorg De in Roemenië geboren Franse absurdist Eugène Ionesco schreef ‘De koning sterft’ (1962) in een periode dat hij zwaar ziek was – naar eigen zeggen – “om te leren sterven”.Het is ook daarop dat regisseur Michael De Cock en zijn ploeg focussen in hun versie van Ionesco’s ‘De koning sterft’ (°°°1/2). De Cock, die eerder al een boek en toneelstuk (‘Namaals’) met getuigenissen van palliatieve patiënten bracht, zag het sterven al van heel dichtbij. En dat is voelbaar op de scène.
‘Koning’ Jacques Van Assche zit met zuurstofmasker op in een witte steriele ruimte, die meer weg heeft van een ziekenhuiskamer dan wel van een paleis. Hij wordt omringd door zijn jonge koningin (Marie Vinck), oudere koningin (Mieke De Groote), en de weinig overgebleven onderdanen: de meid (Hilde Van haesendonck), de wachter (Jos Geens) en dokter/waarzegger (Maya Sannen). Vormen ze bij Ionesco nog een hofhouding, bij De Cock zijn ze veeleer een familie die de stervende begeleidt naar het onvermijdelijke.
De twee koninginnen worden respectievelijk dochter en vrouw, de dokter/waarzegger is niet zoals Ionesco in zijn regieaanwijzingen aangeeft ‘een man met een puntmuts met gouden sterren’ maar een jong ding in hip broekpak. En toch wringt het niet wanneer deze dokter over de stand der planeten en kosmische (on)evenwichten begint. Want ad ultimum wat antwoord je op de vraag ‘Waarom ik en niet een ander (die nu sterven moet)?’
Geen trucs Twee jaar geleden voerde NTGent ook al dit stuk op. Toen kwam er een goochelaarsshow en al aan te pas. Dan is deze versie van ’t Arsenaal ingetogener, directer, herkenbaarder, dichtbij. Hoe leren sterven?. De dochter wil haar vader nog laten genieten van het leven zolang het kan, de moeder wil dat haar vent de dood aanvaardt en zich niet langer verzet. Het zijn de krachten waartussen ook de stervende zich verscheurd ziet.
De verschillende psychologische fases van het sterven komen sterk tot uiting: de ontkenning, de woede, de aanvaarding. Van het vastklampen aan het nu, naar het langzame herinneringen ophalen aan het verleden (de rosse kater), van wat heb ik verwezenlijkt tot wat wil ik nog doen voor ik oplos in het ongewisse niets. Want ieder is koning van zijn eigen rijk, mijn wereld is de wereld. Na mij houdt die op te bestaan.
Broos papier
Koning Jacques van Assche is bijzonder in zijn vertolking. Er is natuurlijk de fysiek, het oudere lichaam dat zonder schroom getoond wordt: de uitgezakte buik, de rimpels. Aangrijpend is de scène waarin de dochter zegt haar vader voor altijd graag te zien, dat is tot zijn stoma uitloopt op de vloer: de liefde stoot op de grenzen van afschuw, het witte papier besmeurd.
Het decor van Stef Depover is treffend in zijn eenvoud: witte papieren schermen, wit papier op de speelvloer. Naarmate het stuk – ergo het leven – evolueert nemen de krassen, scheuren, striemen en vlekken toe. Het witte papier broos als het leven, de vloer als gehavend vel, de gescheurde schermen als mager geraamte, gebroken paleisramen waar de wind los door waait.
Een land in crisis Minder dan bij andere interpretaties van Ionesco’s ‘De koning sterft’ komt de andere – politieke – laag naar boven. Maar ze is er wel en niet mis te verstaan. ‘De koning sterft’ gaat niet alleen over de fysieke en mentale aftakeling van een menselijk lichaam, maar ook van een staat. Mens en staat zijn voortdurend elkaars vergelijk.
Het rijke gezonde lichaam takelt af. Na de vette jaren van onbezonnen bals komen de magere jaren. Het ondergoed kan niet worden gewassen want de wasmachine werd in onderpand gegeven en de ministers houden zich ledig met vissen aan de rivier in plaats van te besturen. Klinkt bekend in de oren.
Liv Laveyne
Nog tot 27 januari. www.tarsenaal.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier