‘De manier waarop onze overheden ingaan tegen fake news en complottheorieën, stelt niet gerust’, schrijft Vlaams parlementslid Celia Groothedde (Groen).
Je zal maar een westers viroloog zijn in het afgelopen jaar. Je waarschuwingen voor een pandemie worden eerst gezapig genegeerd. Nadien word je gevolgd met argusogen en wrijft men je elke inschattingsfout of halve uitspraak per aangetekend screenshot aan. Je draaft netjes op bij TV en kranten om de bevolking samenhorig te houden, maar wordt beloond met rechtszaken van ondernemers en bedreigingen. De politiek commandeert je in en uit allerlei overlegorganen en vervangt je door mensen die gedwee maatregelen voorschrijven à la tête du client. En ondertussen blijf je een half jaar de klok rond doorwerken. En toen hadden we de complottheorieën nog niet gehad.
Tegen complottheorieën kan je kritisch nadenken inzetten. Maar wat als dat niet genoeg is?
Mogelijk zijn complottheorieën voor u iets van de afgelopen paar jaar. Ik ben erin opgegroeid. Een bankkaart diende om al je gegevens te centraliseren zodat de overheid je kon straffen, de Joden hielden de wereld in handen en manipuleerden de media, rock ’n roll was muziek van de duivel. De Illuminati doken onlangs op in covid-19-complotten; ik kende ze nog van toen ze met de Rothschilds de Nieuwe Wereldorde planden. Als die mensen werkelijk een samenzwering hebben, moet ze bijzonder inefficiënt zijn, want na al die decennia hebben ze die totalitaire samenleving nog steeds niet voor mekaar. Als tiener was ik van die en vele andere radicale ideeën stilletjesaan afgebracht. Het hielp dat leraars me stelselmatig informatie gaven, soms kortweg zegden dat wat ik zei onzin was, vragen stelden waarop ik geen antwoord had. Maar het meeste hielp het om de samenleving te leren kennen. Dat je niet elke naaste hoefde te wantrouwen. Dat de goedheid van sommige mensen zonder achterliggende bedoelingen was en hun welmenendheid niet betekende dat je bang voor hen moest zijn. Experts zeggen dat deradicaliseren niet bestaat. In elk geval verloor ik de radicale overtuigingen ongemerkt, als donkere overbodige sluiers die van me afvielen.
Tijdens de pandemie herkende ik veel. Wat was er weinig veranderd in complottheorieën. Neem nu de enorme mutatiesnelheid van de ideeën: van geloof in een desinformerend China (enigszins plausibel) ging het naar “ontsnapt virus uit Noord- òf Zuid-Korea” (onwaarschijnlijk, maar wie weet) richting “met opzet ontketende pandemie”. Dat ging een belangrijke grens over. Bij rampen wordt vaak gespeculeerd, maar een massamoordende groteske kwaadaardigheid verraadt groot wantrouwen tegenover de mensheid.
Mensen postten waarschuwingen over chips voor tracking in vaccins. Eronder de melding ‘verstuurd met mijn iPhone’. Naasten stuurden me kinderprenten door van naakte mensen, volgens hen aanwijzingen van het pedofiele netwerk dat Trump wil oprollen en dat de pandemie als afleiding gebruikte. Waar kwam de tekening vandaan? Geen antwoord. Wel de eisende vraag: wat is dit??! Zo gaat het met complotideeën: ze stellen wantrouwende vragen, en bij elk antwoord volgt een elfendertigste opvolgvraag. Bij sommige zestigers leken de covid-19-complotten variaties op hun vaste tijdverdrijf.
Maar ik maakte me zorgen over één bepaalde groep: de losvaste groep van jongens in de Amerikaanse rechtse bubbel, aanhangers van alt-right, politiek gedesillusioneerde verbitterd extreem-rechts geworden jonge mannen zoals er ook in Europa steeds meer opgroeien. Al jaren speelden ze met gewelddadige fantasieën. Wat als de complottheorieën hen bereikten? Tot mijn verbazing vond ik in het begin van de pandemie vooral berichten die het hoofd ontzettend koel hielden. Terwijl Trump de economie voor alles liet gaan, portretteerden zij zichzelf als opgeofferd kanonnenvoer, regelrecht tegen hun vroegere held in. Het was een donker beeld. Maar in het groeiend Amerikaans dodental leek het op bitter weinig complot en veel realiteitszin.
Het echte gevaar schuilde, zoals in elke goede horrorfilm, in mijn eigen rugdekking. Mijn eerste columns en boeken schreef ik zoveel jaar geleden als zwangere, zoekend naar een manier om het ouderschap, dat vreemde beest, te beleven mét feiten en zònder de belerende toon die het debat toen overheerste. Tussen alle betutteling was inderdaad veel onderzoek te vinden, maar ook medestanders. Jonge ouders zoals ik, die me warm vertelden dat ze in de zaterdagkrant naar mijn katerntje zochten, herkenning voor hun eigen prille ouderschap. Het waren kritische mensen, hoogopgeleid, vaak ook understated. Misschien hadden we niet veel meer gemeen dan liefde voor onze kinderen en een nieuw soort ouderbeeld waarin een moeder niet als idioot werd gezien, ouderschap een volwaardige, belangrijke taak was, kinderen een gevoel van samenhang meekregen dat wij, kinderen van een gescheiden generatie, vaak hadden gemist.
Het was niet veel gemene grond, maar het bracht een gemeenschap voort. Vandaag, tien jaar later, leek naadloos uit de grondslag van die zoekers een glam Instamommies generatie geboren. Nog altijd hoogopgeleid, de juiste pantonekleuren en accessoires in de aanslag, onderslapen maar met zo veel zelfvertrouwen dat ze zelfs tegenslag en zelftwijfel tegen mekaar durfden te uiten. Wel verdomd: in volle Covidcrisis werd die groep een splijtzwam. Een deel ging aan de complottheorieën die ze volop deelden met hun massale volgerspubliek, verwijzend naar steeds dezelfde videootjes die “de waarheid” aangaven, linkend en teruglinkend naar mekaar. De andere mama’s keken ernaar met schok en horror. En toen er tegenbeweging en protest kwam, toen zetten de complotmama’s hun accounts op slot, hun tienduizenden volgers meenemend achter een muur. Afgesloten in hun bubbel, veilig voor elke andere mening. Een klassiek radicale zet, die ze instinctief leken te adopteren.
Daar had ik niet van terug. Tegen complottheorieën kan je mediawijsheid en kritisch nadenken inzetten. Maar wat als je publiek het vaccin van kritisch en hoogopgeleid al kreeg? Deze vrouwen kozen hun bronnen: mekaar. Zij vertrouwden het middel: mekaar. Sloeg hun gezonde scepticisme tilt tegen de surrealistische realiteit van 2020? In elk geval waren ze doeltreffend. Ze kenden hun publiek zo goed dat ze precies wisten welke snaren te raken bij de jonge mama’s voor wie ze postten. De taal, lettertypes, de gevoelens: ze zouden hun vertrouwen winnen, en de boodschap zou bij velen overkomen.
Het deed me stilstaan. De mamabubbel leek me altijd een van de forten tegen radicale ideeën. Ze wilden de maatschappij bij mekaar houden, hun kinderen gezond verstand, solidariteit en kritisch denken bijbrengen. Hun warme branie was opgewassen tegen extreem-rechts zoals een sociale aap een agressieve aap doet inzien dat hij zich aanstelt. Nu zag ik ze afglijden naar heel andere radicale ideeën. Misschien, dacht ik, heeft elke groep zijn eigen weke delen, kwetsbaar voor precies dat ene radicalisme dat hen doeltreffend verwondt. Bij de instamama’s schoot deze ernstige gezondheidscrisis raak.
Is dat omdat vrouwen zorgzaam en zachter zijn? Dat weet ik zo niet. Wij drijven in onze samenleving overdreven wiggen tussen man-vrouw alsof we zwart-wit of plus-min waren. Ook hier was de cosmetische laag misschien anders, maar schuilde eronder dezelfde gewelddadigheid. In extreem-rechtse middens zie je jonge mannen mekaar opjutten tot terreurdaden met wapens. Onder covid-complottheoristen is de gewelddaad het niet dragen van maskers, het ontkennen van het virus. Dat lijkt onschuldig. Maar hoeveel slagen en verwondingen kan één superverspreider aanrichten? Hoeveel ongemerkte terreurdoden heeft die op zijn schijnbaar smetteloze geweten?
Eronder lijkt een nog groter gevaar te schuilen in twijfel en wantrouwen zelf. Dat is de echte allesverterende veelvraat, die onze samenleving potentieel kan slopen ver voorbij maatregelen, ziekte en pandemie zelf. Het geloof in expertise zagen we in het begin van de crisis hoopvol schijnen, maar dat valt het nu blind aan. Universiteiten en wetenschappelijk onderzoek noemt het ‘door lobby’s beïnvloed’. Journalistiek? ‘De media schrijven toch alleen maar wat ze mogen.’ Democratische instellingen, de rechtsstaat? Nee hoor, we leven ‘in een totalitaire staat die burgers zomaar muilkorft’.
Hoort u in die aanvallen ook iets echoën? Hoe vaak hebben extreemrechts en rechts populisme die instellingen, basissen van onze samenleving, de laatste jaren niet aangevallen? De ‘wereldvreemde rechters’. De ‘subsidieslurpers’. Het middenveld en al die vzw’s die zich altijd maar met alles moeien. De kiezer heeft toch gesproken zeker? Die academici en universiteiten in hun ivoren toren. De potsierlijke uitspraak dat de Orde der Advocaten links was. En natuurlijk hoe ik me door mijn vrienden de twittertrollen laat noemen: ‘linkiewinkie feminazi multiculti bomenknuffelende Ms. Gutmensch‘.
Wat lopen er veel ‘wereldvreemde mensen’ in Vlaanderen. Van de zorg tot de asielopvang, van onderzoek tot rechtbanken. Wie blijft er eigenlijk over om te vertrouwen? Was de Vlaming niet al uitstekend getraind in wantrouwen door een hele stroming rechtse politici, met elke slogan een beuk? Vertrouw hen maar niet. Wij zijn de enigen die je kan vertrouwen. Deel de maatschappij maar op in goed en kwaad. Geef maar toe aan die oude instincten. En als wij eenmaal iets doen dat je niet meer aanstaat, wie vertrouw je dan nog? Zie je jezelf dan nog wel als deel van de maatschappij, of word je opgejaagd wild dat alleen nog in angst en wantrouwen handelt?
In Nederland lijkt de “viruswaanzin” amper twee maand eerder begonnen, maar daar staat het al veel verder dan in België. Politici worden er elke dag beschimpt en bedreigd aan de tweede kamer. Experts krijgen er doodsbedreigingen. Extreemrechtse partij Forum voor Democratie sympathiseert met de complotbeweging en moedigt mensen aan in hun wantrouwen tegenover hun eigen maatschappij, zelfs in het midden van deze pandemie. In Vlaanderen gedroeg extreemrechts zich lang als een bondgenoot in de strijd tegen het virus, maar vorige week uitte Tom Van Grieken opmerkelijk wantrouwen in de “staatscontrole” door de corona-app. Des te opmerkelijker omdat die app dankzij experten en waakzame privacy-activisten blijkbaar erg privacyvriendelijk werkt. Is onze hele maatschappij uiteindelijk niet gebouwd op zo kritisch en zorgvuldig mogelijk opbouwen, en dan vertrouwen in je medemens? In geloven dat de euro die je vandaag krijgt ook morgen uitwisselbaar zal zijn voor brood. In de scholen voor je kind, de zorg voor de ander, het vangnet voor mekaar.
De goedheid of welwillendheid van je medemens, het geloof van wat we samen opbouwden op de schouders van wie ons voorging: ik geloof werkelijk dat dat me ooit deradicaliseerde. Wat rest er ons, als dat vertrouwen wegvalt? In het parlement vroeg ik de minister regelmatig hoe hij inging tegen de complottheorieën. Die man heeft natuurlijk andere zorgen, maar intussen zwol de epidemie aan nepnieuws in stilte aan. Zijn antwoord over websites met correcte info en standaard meldingen op social media stelde niet gerust. Die influencers en jongeren, vertrouwden die niet eerder mekaar om lekker in hun vertrouwde bubbel info te krijgen? Was een standaard boodschap over de basismaatregelen wel genoeg influencercampagne? Zouden mensen echt zo’n site gaan opzoeken?
En is het na al die maanden niet te laat? Youssef Kobo contacteerde tijdens de afgelopen weken influencers om de maatregelen te ondersteunen en jongeren een hart onder de riem te steken. Volgens hem gelooft 60-70% van die mensen met tienduizenden volgers nu al niet in de maatregelen en zijn ‘mordicus tegen alle social distancing-regels en covid-campagnes’. Deze week diende ik nog een vraag over fake news in bij het parlement. Een dag later een mailtje: ze was afgekeurd omdat het onderwerp voldoende behandeld zou zijn. Zelf had ik daar mijn twijfels bij.
Laat ik u zelf dan maar van één complottheorie afhelpen: dat grootschalig complot onder politici bestaat niet. Ze hadden het in de volgende ochtendkrant al massaal gelekt aan de pers.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier