Kadri Simson
‘Wereldwijde wedloop naar schone energie? Europa moet meer investeren in vaardigheden’
‘De transitie naar schone energie biedt een unieke kans om hoogwaardige banen te creëren. Als we die vruchten willen plukken voor onze werknemers, moeten we volop in mensen investeren’, schrijven eurocommissarissen Kadri Simson en Nicolas Schmit .
Met de Green Deal en de REPowerEU-agenda is de EU een koploper in de wereldwijde transitie naar schone energie. Deze transitie is niet enkel belangrijk vanuit een ecologisch perspectief, maar ook vanuit een sociaal perspectief, om toegang tot betaalbare energie voor iedereen te garanderen.
Vorig jaar stond de EU, samen met China, aan de top op het gebied van de wereldwijde uitrol van hernieuwbare energie, met de VS op de tweede plaats. 22% van de elektriciteitsproductie in de EU bestond uit wind- en zonne-energie, waardoor aardgas voor het eerst werd ingehaald als hoofdenergiebron.
Hoewel Europa een leider is op het gebied van hernieuwbare energie, is het niet zo sterk wat betreft de productie van netto nultechnologieën. (Dat zijn technologieën die bijdragen aan het koolstofvrij maken van de Europese economie.) Daarom is het een topprioriteit om uit te zoeken hoe we in de EU werk kunnenn maken van een sterke industriële basis in deze snelgroeiende sector, en hoe onze strategische autonomie kan worden gegarandeerd, zonder nieuwe afhankelijkheden te creëren.
In dit debat is er een factor die vaak over het hoofd wordt gezien: het belang van menselijk kapitaal. Het verslag over het concurrentievermogen van schone technologieën van 2023 dat onlangs door de Europese Commissie is gepubliceerd, drukt ons met de neus op de feiten.
De EU zal 3,5 miljoen nieuwe hoogwaardige banen in de hernieuwbare-energiesector moeten creëren om haar doelstellingen te halen. Dit wil zeggen meer dan een verdubbeling van het huidige personeelsbestand in de sector!
In 2021 bedroeg de werkgelegenheid in de hernieuwbare-energiesector van de EU 1,5 miljoen banen, een groei van 12% ten opzichte van 2020, die de werkgelegenheidsgroei in de gehele economie overtrof. De vacaturegraad in de schone-energieproductie is tussen 2019 en 2023 ook nog eens verdubbeld, waardoor er aanzienlijke tekorten aan geschoolde vaklui zijn ontstaan.
De energie- en industriesector behoren tot de sectoren met de grootste opleidingsbehoeften wat betreft technische en beroepsspecifieke vaardigheden, en meer dan de helft van de beroepsbevolking heeft behoefte aan bijscholing. Er moet iets worden gedaan om deze trend om te keren.
In mei 2023 werd door de EU het Europees Jaar van de Vaardigheden ingeluid. Dit initiatief heeft als doel een cultuur van permanente vorming tot stand brengen, en de ontwikkeling van vaardigheden in de hele EU te bevorderen.
In het kader van het pact voor vaardigheden van de EU, hebben we verschillende publiek-private partnerschappen opgezet om onze beroepsbevolking bij en om te scholen, voornamelijk op digitaal, groen en technisch gebied. Deze partnerschappen brengen onder meer werkgevers, vakbonden, openbare diensten voor arbeidsvoorziening en regionale overheden samen. Bedoeling is om na te gaan welke vaardigheden er in verschillende sectoren van de economie nodig zijn, en waar er nood is aan extra opleidingen.
(Lees verder onder de preview.)
Tot dusver telt het pact meer dan 1.500 leden, en zijn er 18 grootschalige partnerschappen opgezet. De leden van het pact hebben tot dusver ongeveer 160 miljoen euro geïnvesteerd in opleidingsactiviteiten; daar hebben al 2 miljoen mensen van geprofiteerd.
De EU-financiering speelt een centrale rol in de Europese revolutie op het gebied van vaardigheden. De EU financiert ongeveer 65 miljard euro voor investeringen in programma’s die de ontwikkeling van vaardigheden ondersteunen. De nationale energie- en klimaatplannen zijn ook een nuttig instrument voor de lidstaten om energiegerelateerde vaardigheden strategisch te plannen.
Eerder dit jaar heeft de Europese Commissie het industrieel plan voor de Green Deal en de verordening voor een nettonulindustrie voorgesteld. Beide zullen het concurrentievermogen van de EU vergroten door de vergunningverlening te versnellen, de toegang tot financiering te vergemakkelijken en de ontwikkeling van vaardigheden in de EU te verbeteren. Een academie die in 2022 door de Europese alliantie voor batterijen is opgericht, coördineert de omscholing al op Europees niveau en biedt hoogwaardige opleidingen in alle lidstaten om te voldoen aan de vraag naar de ongeveer 800.000 geschoolde werknemers die in deze groeiende sector nodig zijn. Door de verordening voor een netto nulindustrie zullen andere nettonulsectoren dit voorbeeld volgen.
Bij de om- en bijscholing moet er vooral op gelet worden dat er in deze sectoren meer vrouwen worden gerekruteerd. De energiesector van de EU kampt met een hardnekkige kloof in arbeidsparticipatie tussen mannen en vrouwen: in 2022 bestond slechts 26,6% van de beroepsbevolking in de elektriciteits-, gas-, stoom- en airconditioningsvoorziening uit vrouwen. Investeringen in de vaardigheden van de beroepsbevolking moeten zich toespitsen op het vergroten van het aantal vrouwen in deze nieuwe banen in de schone-technologiesector. Bijvoorbeeld door schoolcampagnes om meer meisjes te motiveren om STEM-vakken op te nemen.
(Lees verder onder de preview.)
De transitie naar schone energie biedt een unieke kans om hoogwaardige banen te creëren. Als we die vruchten willen plukken voor onze werknemers, moeten we volop in mensen investeren. Daarom moeten de EU-lidstaten nu toekomstgericht denken en een duurzaam actief arbeidsmarktbeleid invoeren zodat Europa in de komende jaren over de wetenschappers, ingenieurs, installateurs en alle andere geschoolde werknemers beschikt die nodig zijn om zijn toekomst op het gebied van schone energie op te bouwen.
Kadri Simson en Nicolas Schmit zijn respectievelijk Europees Commissaris voor Energie en Banen en Sociale Rechten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier