Slechts 1 op 5 Vlamingen gebruikt AI: ‘De overheid kan helpen om de digitale kloof te dichten’
2023 was het jaar dat artificiële intelligentie (AI) breed bekend werd onder de Vlamingen. De populariteit van die technologie zorgt wel voor een extra dimensie in de digitale kloof en komt met een nieuwe reeks uitdagingen.
De lancering van ChatGPT in november 2022 heeft ervoor gezorgd dat artificiële intelligentie – tot dan eerder een abstracte technologie – tastbaar werd voor de Vlaming. Dat is de opvallendste conclusie uit de nieuwe Digimeter die de digitale trends in Vlaanderen in kaart brengt.
Maar liefst 80 procent van de Vlamingen heeft het afgelopen jaar het begrip ‘generatieve AI’ (tools om tekst, beeld of audio te genereren) leren kennen, 34 procent heeft ervan geproefd en 18 procent heeft het geïmplementeerd in het dagelijkse leven en gebruikt de technologie vooral als hulp bij werk of studie. Bij 18- tot 24-jarigen liggen de cijfers nog hoger, daar is 42 procent gewoontegebruiker geworden.
Efficiëntie
‘Wie generatieve AI-tools gebruikt, boekt naar eigen zeggen vooral efficiëntiewinst’, weet professor media en innovatie Lieven De Marez op (imec-mict-UGent). ‘Daardoor voegt artificiële intelligentie een nieuwe dimensie toe aan de digitale kloof.’ Die digitale kloof verwijst klassiek naar de kloof tussen mensen met en zonder toegang tot internet en schermen en de motivatie en de vaardigheden om ze te gebruiken. Door de komst van generatieve AI wordt de kloof nu ook een kwestie van efficiëntie. ‘Wie artificiële intelligentie omarmt, kan zich sneller en efficiënter in de digitale samenleving begeven dan wie dat niet doet’, zegt De Marez.
‘Of generatieve AI een technologie van de niche blijft of een inclusieve technologie wordt van iedereen, zal afhangen van wat de grote groep mensen doet die momenteel neutraal staat tegenover die technologie’, vervolgt De Marez. Een op de twee Vlamingen balanceert nog tussen haat en liefde voor artificiële intelligentie. ‘Hoewel er grote interesse bestaat voor de technologie, staat die niet gelijk aan naïef optimisme. Door de ervaring die mensen hebben gehad met de opkomst van het internet en de smartphone, hebben ze ingezien dat niet alles wat technisch mogelijk is, ook wenselijk is. Daarom zagen we het techno-optimisme verder afnemen en plaatsmaken voor technorealisme. Bovendien bleek al uit de vorige editie van de Digimeter dat de digitale versnelling steeds sneller gaat en de doorbraak van de generatieve AI-tools daar nog verder aan heeft bijgedragen. Dat geeft de Vlaming ook aan: voor 51 procent gaat het allemaal wat te snel.’
Focus is het nieuwe IQ
Vlamingen zijn verknocht aan hun smartphone. 93 procent van de Vlamingen is in het bezit ervan en geeft aan dat het voor hen het meest onmisbare toestel is voor persoonlijk gebruik. Gemiddeld spendeert de Vlaming 182 minuten per dag op zijn mobiel toestel. ‘Daar tekenen zich de contouren af van de afhankelijkheidsparadox’, zegt De Marez. ‘Die gaat in feite over digitaal welzijn. Terwijl we nooit meer méér gebruikmaakten van onze smartphone en sociale media, hebben we ook nooit sterker geklaagd over afhankelijkheid en verslaving. 40 procent van de Vlamingen vindt dat ze te veel tijd doorbrengen op hun smartphone en 25 procent voelt zich eraan verslaafd.’
Opvallend: op twee jaar tijd deed zich op dat gebied een totale ommekeer voor onder jongeren. ‘Tot voor kort was het vooral de maatschappij die een oordeel had over het smartphonegebruik van jongeren, terwijl ze dat niet noodzakelijk bij zichzelf als een probleem beschouwden. Nu is dat helemaal omgekeerd en roepen jongeren het luidst dat ze hun smartphonegebruik niet meer onder controle hebben.’ Onder 18- tot 24-jarigen vindt 63 procent dat ze te veel tijd doorbrengen op hun smartphone en voelt 43 procent zich verslaafd.
De Marez ziet hierin een belangrijke rol weggelegd voor het onderwijs. ‘Dat twaalfjarigen een laptop in hun handen geduwd krijgen zonder dat daar een goed beleid rond is uitgewerkt, is onverantwoord. Iedereen moet de kans krijgen om klaviervaardigheden te ontwikkelen, maar we mogen niet vergeten dat we dat doen op een moment waarop de prefrontale cortex van het kind zich begint te ontwikkelen. Dat is het deel van de hersenen dat nodig is om aandachtig te zijn en om hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden. Focus is het nieuwe IQ.’
Desinformatie
Terwijl de Vlaming graag gebruikmaakt van digitale informatiebronnen, stijgt zijn bezorgdheid over de betrouwbaarheid ervan. Vorig jaar bleek 79 procent van de Vlamingen ongerust over de invloed van valse nieuwsberichten op de maatschappij. ‘Dat weerspiegelt zich in de waarheidsparadox’, legt De Marez uit. ‘Dat kan gaan over desinformatie die op sociale media verspreid wordt door bijvoorbeeld antivaxers of Russische trollen, maar evengoed over phishing (een vorm van internetfraude waarbij u valse berichten ontvangt waarbij geprobeerd wordt om inloggegevens, creditcardinformatie, pincodes of andere persoonlijke gegevens te achterhalen, nvdr), waar 26 procent van de Vlamingen het afgelopen jaar al mee te maken kreeg. ‘Mensen vragen zich steeds vaker af of sms-berichten van de overheid echt zijn en of ze daar wel op mogen klikken. Het gaat dus niet langer alleen over waarheidsgetrouw nieuws, maar ook over waarheidsgetrouwe dienstverlening.’
De doorbraak van generatieve AI heeft nog een extra laag toegevoegd aan die paradox. Zo is 64 procent van de Vlamingen bang om het verschil niet meer te zien tussen wat door de mens is gemaakt en wat door, en is 71 procent bang voor de impact van AI op desinformatie.
Privacy
‘Over het algemeen doet De Vlaming graag een beroep op online dienstverlening, maar dat alle platformen en bedrijven die dat aanbieden ook een profiel van hen opbouwen, baart hen zorgen’, zegt De Marez. ‘Dat is de dataparadox.’
56 procent van de Vlamingen is bezorgd om zijn (online) privacy. 49 procent stoort zich eraan dat er nog oude gegevens van hem circuleren op het internet. 60 procent is bezorgd over de impact van sociale media op zijn privacy en 69 procent stoort zich eraan dat bedrijven niet transparant zijn over welke gegevens ze van hem bezitten en verzamelen.
AI-paradox
‘Al die paradoxen worden door de komst van generatieve AI op scherp gezet’, merkt De Marez op. 56 procent maakt zich zorgen om de impact van artificiële intelligentie op hun privacy, 64 procent maakt zich zorgen over de negatieve impact die artificiële intelligentie kan hebben. Het gaat dan vooral om de bezorgdheid dat AI meer foute informatie kan helpen verspreiden, de bezorgdheid om geen onderscheid meer te kunnen maken tussen wat door een mens is gemaakt en wat door AI en de bezorgdheid dat AI in de toekomst de eigen job zal overnemen.
Tegenover de boost in interesse, staat er voor een groeiende groep Vlamingen ook een rem op het AI-enthousiasme. Die bezorgdheden kunnen verklaren waarom de helft van de Vlamingen die komen snuffelen aan generatieve AI-tools uiteindelijk toch geen regelmatige gebruikers worden. Vooral wie bij de vorige digitale golven al worstelde met zaken als de digitale balans, privacy, fake news en cybersecurity, geeft deze technologie niet het voordeel van de twijfel, en keert terug naar de oude manier om zaken te regelen – zonder AI.
Naar een inclusieve, digitale transformatie
‘Als we naar een inclusieve, digitale transformatie willen, moeten we de technologie vooral inzetten als middel om die paradoxen aan te pakken’, benadrukt De Marez. ‘Technologie mag niet zomaar ontwikkeld worden omdat het mogelijk is, maar moet dat doel dienen.’
De komende tijd zullen er nog meer AI-gebaseerde toepassingen het licht zien. Hoe vermijden we dan dat we eindigen met een gespleten digitale samenleving? ‘Door verder in te zetten op digitale vaardigheden, laagdrempelige diensten als het gratis informatienummer 1700 (vroeger bekend als de Vlaamse infolijn, nvdr) en een doordachte aanpak bij de digitalisering van burgerzaken’, adviseert De Marez. ‘Maar ook attitude speelt een belangrijke rol in de adoptie van nieuwe innovaties. Dat hebben we het afgelopen jaar ook gezien met de generatieve AI-tools, die slechts doorbraken bij een deel van de Vlamingen. De overheid kan een belangrijke rol spelen om de digitale kloof te dichten: de Vlaming ondersteunen om de digitale balans onder controle te krijgen, verder inzetten op mediawijsheid, en oplossingen ontwikkelen die de Vlaming meer controle geven over het gebruik van persoonlijke data.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier