
Resultaten nieuwe Digimeter: de Vlaming omarmt generatieve AI (maar is kritisch)
Na een vliegende start zijn generatieve AI-tools volledig doorgebroken bij de Vlaming, zo blijkt uit de nieuwe Digimeter van onderzoekscentrum imec. Vandaag is één op vier een gewoontegebruiker en onder jongeren is dat zelfs twee op drie. Opvallend: bijna een op de acht jongeren betaalt daar ook voor. ‘De tijd van experimenteren is voorbij, de Vlaming is vol overgave in het AI-bad gesprongen.’
In 2024 heeft de Vlaming generatieve AI – artificiële intelligentie om tekst, beeld, muziek of spraak te genereren – omarmd. Dat blijkt uit de nieuwe Digimeter van onderzoekscentrum imec, die het bezit en het gebruik van media en ICT in Vlaanderen monitort en peilt naar de attitude van de bevolking tegenover technologische ontwikkelingen. Imec bevraagt daarvoor jaarlijks minstens 1500 Vlamingen van 18 jaar of ouder.
‘In november 2022 kwam generatieve AI in de vorm van ChatGPT met een big bang onze levens binnen’, zegt Lieven De Marez, onderzoeksdirecteur maatschappij en innovatie (imec/UGent). In het jaar dat daarop volgde wisten generatieve AI-tools – in de slipstream van ChatGPT – 18 procent actieve gebruikers te bekoren.
Waar Netflix en TikTok respectievelijk 3,5 en 6 jaar voor nodig hadden, kreeg ChatGPT het op een jaar klaargespeeld. Nooit eerder brak een technologie in Vlaanderen sneller door. Het is maar de vraag of het een hype was of een blijver.
De gevaren van ChatGPT: ‘We dreigen collectief dommer te worden’
Grote sprongen
‘Generatieve AI is een blijver’, stelt De Marez vastberaden. Bijna elke Vlaming (93 procent) kent het, 71 procent zegt het te kunnen uitleggen en bijna één op twee (45 procent) heeft generatieve AI-tools zoals ChatGPT vorig jaar gebruikt. ‘2024 was daarmee het jaar van de bevestiging’, aldus De Marez. ‘De tijd van experimenteren is voorbij, de Vlaming is vol overgave in het AI-bad gesprongen.’
In 2024 steeg het aandeel actieve gebruikers van de generatieve AI-tools tot 28 procent. Vooral in de twee jongste leeftijdscategorieën groeiden de cijfers sterk: ruim twee op de drie 18- tot 24-jarigen (+26 procentpunt) en bijna de helft van de 25- tot 34-jarigen (+14 procentpunt) gebruikt generatieve AI-tools op dagelijkse basis. Onder studenten gaat het zelfs om 72 procent (+23 procentpunt). ‘Ik denk dat scholen het gebruik van AI door studenten schromelijk onderschatten’, aldus De Marez.
13 procent van de 18-24-jarigen heeft toegang tot de betalende versies van AI-tools.
‘We hebben in de Digimeter nog nooit zulke grote sprongen gezien’, vervolgt de Marez. ‘We zien dat een groot deel van de gebruikers van generatieve AI-toepassingen vrijwel meteen gewoontegebruiker wordt en de tools integreert in het professionele werk of het werk voor school.’
Opvallend: 13 procent van de 18- tot 24-jarigen heeft toegang tot de betalende versies van AI-tools. Onder studenten gaat het om 11 procent. ‘Frappant, zeker omdat jongeren doorgaans niet het grootste budget hebben én omdat er van zulke tools meestal ook een gratis versie beschikbaar is’, aldus De Marez. ‘Het wijst erop dat ook jongeren meer doen dan zomaar wat experimenteren met generatieve AI.’
Bang voor artificiële intelligentie? Werk aan uw EQ
Sneller en efficiënter
Toch blijkt niet iedereen in staat om (optimaal) in te tappen op het potentieel van die efficiëntie. Zelfs niet alle gewoontegebruikers. Terwijl meer dan de helft van de Vlamingen overtuigd is van de efficiëntiewinst die het gebruik van generatieve AI met zich kan meebrengen, weet slechts 28 procent hoe ze dat voor elkaar krijgen. Zij spreken van een efficiëntiewinst van gemiddeld twintig minuten per dag.
Van alle werkende en studerende Vlamingen geeft 36 procent ook expliciet de nood aan om opleidingen te krijgen over hoe die AI-tools te gebruiken. Onder de mensen die de AI-tools nu al actief gebruiken, is dat percentage zelfs 44 procent. ‘Dat gaat dan bijvoorbeeld over hoe een goede prompt eruitziet’, zegt De Marez.
Terwijl meer dan de helft van de Vlamingen overtuigd is van de efficiëntiewinst die het gebruik van generatieve AI met zich kan meebrengen, weet slechts 28 procent hoe ze dat voor elkaar krijgen.
‘Bijgevolg ontstaat er in ijltempo een nieuwe dimensie van de digitale kloof’, stelt De Marez. ‘Klassiek werd die kloof bepaald door de mate waarin mensen toegang hebben tot technologie, de vaardigheden hebben om die technologie te gebruiken en de attitude tegenover de technologie’, legt De Marez uit. ‘Onder invloed van generatieve AI kwam daar in 2024 nog een dimensie bij, namelijk die van de efficiëntie. In welke mate is de Vlaming in staat om technologie te gebruiken om efficiënter te worden?’
Enerzijds zijn er mensen die generatieve AI-tools kunnen betalen, de vaardigheden hebben om ze te gebruiken en omringd zijn door mensen die de technologie ondersteunen. Die groep kan profiteren van de efficiëntiewinst. Anderzijds zijn er mensen die wel mee willen, maar die omwille van diezelfde redenen drempels ervaren. Zij boeken die efficiëntiewinst niet.
Het onderstreept volgens De Marez de nood aan opleiding. ‘Willen we de digitale kloof dichten, dan denk ik dat opleiding prompt engineering niet kan ontbreken op scholen en in bedrijven. Dat zorgt voor gelijke kansen.’
Polariserende splijtzwam
Ook het verschil in houding ten opzichte van technologie lijkt onder impuls van de AI-versnelling uit te diepen, met een positief kamp dat sneller groeit dan het negatieve kamp. 32 procent van de Vlamingen is uitgesproken positief over AI, 23 procent is uitgesproken negatief.
Tegenover dat toenemend positivisme, staan ook een reeks aanzwellende bezorgdheden rond generatieve AI. Zo zijn steeds meer Vlamingen bezorgd over de impact ervan op hun privacy, over de taken die AI in de toekomst mogelijk kan overnemen van hun job en over de negatieve impact van AI in het algemeen. Ze zijn bang dat ze het verschil niet meer zullen zien tussen beelden die gemaakt zijn met AI en echte beelden, dat AI foutieve informatie helpt te verspreiden en dat ze tijdens het chatten of bellen geen verschil meer zullen merken tussen een mens en een chatbot. Zowat de helft van de Vlamingen ergert zich aan door AI gegenereerde teksten en beelden die ze ongewild te zien krijgen op websites en sociale media.
De tijd dat men wat naïef positief tegenover de technologie stond, is voorbij.
Lieven De Marez
Onderzoeksdirecteur maatschappij en innovatie
‘Zo blijkt AI een polariserende splijtzwam’, zegt De Marez. ‘De tijd dat men wat naïef positief tegenover de technologie stond, is voorbij.’ Met andere woorden: techno-optimisme heeft plaatsgemaakt voor techno-realisme. Eén Vlaming op vier begrijpt en kent de technologie, maar denkt kritischer na over hoever ze die technologie wil toelaten in zijn of haar leven. Bijna de helft (48 procent) van de Vlamingen blijkt een haat-liefdeverhouding te hebben met AI.
Denken uitbesteden
‘Eerdere digitale golven – zoals de komst van het internet, de mobiele telefoon en de sociale media – hebben we steeds met z’n allen ietwat naïef omarmd’, aldus De Marez. ‘Pas later zijn we tot het besef gekomen dat ze ook ongewenste effecten hebben. Het is nu de vraag of we opnieuw jaren zullen wachten om ons zorgen te maken over de negatieve impact van AI, of dat we daar nu al over willen nadenken.’
Een van die ongewenste effecten is het feit dat we onze cognitieve capaciteiten uitbesteden aan technologie. ‘Met enige zin voor overdrijving: ons geheugen hebben we uitbesteed aan het internet, onze aandacht zijn we verloren aan onze smartphone en onze emotieregulatie laten we over aan de sociale media’, zegt De Marez. ‘Met AI dreigen we ons denken aan de technologie uit te besteden.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier