Vrijdaggroep

‘Kunnen we artificiële intelligentie niet inzetten om het onderwijs rechtvaardiger te maken?’

‘Het wordt tijd dat we  ook op Belgisch niveau een sterke visie  ontwikkelen over hoe AI ons onderwijs kan verbeteren’, schrijft Alessandro Drappa van de Vrijdaggroep. De afgelopen weken kwamen er vanuit het onderwijs ongeruste geluiden naar aanleiding van de lancering van Chat GPT.

Hoewel de angst voor de impact van artificiële intelligentie (AI) op het onderwijs begrijpelijk is, moeten we vooral kijken naar de kansen die ze biedt. AI kan immers helpen om de onderwijsongelijkheid te verminderen en ons onderwijsstelsel te verbeteren. Op voorwaarde natuurlijk dat dit gebeurt met een heldere strategie.

De ontdekking van generatieve artificiële intelligentie door het grote publiek, eind 2022, heeft blijkbaar een doos van Pandora geopend in de wereld van het onderwijs. De media pakken gretig uit met verhalen over leerkrachten die ontdekken dat meer dan de helft van hun leerlingen ChatGPT gebruikt om huistaken te maken of hoe mensen dankzij AI slagen voor het toelatingsexamen van prestigieuze universiteiten. Valsspelen leek plots de norm te zijn geworden en bij de leerkrachten heerste een gevoel van onmacht.

In plaats van toe te geven aan de paniek, moeten we onderzoeken of deze technologie ons onderwijs niet rechtvaardiger kan maken. Want hoewel artificiële intelligentie ongetwijfeld problematisch kan zijn voor het onderwijs, kunnen we die ook gebruiken als een bondgenoot om één van onze grootste uitdagingen binnen onderwijs te overwinnen: de strijd tegen het falen op school en de vermindering van de ongelijkheden die eruit voortvloeien.

(Lees hieronder verder.)

Het percentage zittenblijvers in het Franstalige Belgische onderwijs is immers het hoogste van de OESO. Het is, met andere woorden, één van de ongelijkste schoolsystemen. Eén van de belangrijkste maatregelen van het Pacte d’Excellence in het Franstalig onderwijs om deze problemen op te lossen, zal bij de aanvang van het nieuwe schooljaar 2023 worden ingevoerd: het begeleidingsdossier voor de leerling.

Dat dossier moet leerlingen met moeilijkheden een meer gepersonaliseerde begeleiding aanbieden en helpen om hun problemen preventief op te sporen. Het zal een digitaal spoor bijhouden van de steun die het kind al heeft gekregen en van de hardnekkige problemen waarmee het geconfronteerd blijft worden. Dat stelt het onderwijsteam in staat om die leerling een beter aangepaste ondersteuning te bieden.

Jammer genoeg is het verzekeren van een gepersonaliseerde begeleiding van elk kind erg tijdrovend en dwingt het tot het maken van keuzes, gelet op de delicate budgettaire situatie van ons overheidsapparaat. Leerlingen met verschillende behoeften ontvangen daarom niet altijd de aandacht die ze nodig hebben om op schoolvlak te slagen.

AI zou een heel grote hulp kunnen zijn om die grote hoeveelheid gegevens op de best mogelijke manier te doorgronden. In samenspraak met hun leerkrachten zouden leerlingen een gepersonaliseerde begeleiding kunnen krijgen dankzij een virtuele leerkracht, een AI die rekening houdt met hun traject om hun voor en na de lessen een optimale opvolging aan te bieden.

Die virtuele assistent zou, bijvoorbeeld, al bij het begin van het schooljaar, nog voor de eerste toetsen, kunnen beslissen om een leerling die met wiskunde worstelt bijkomende oefeningen te geven. Bovendien zou die assistent het psychometrische profiel van de leerling kunnen gebruiken om een gepersonaliseerd leertraject voor te stellen, gebaseerd op wat in het verleden reeds bij anderen goed heeft gewerkt. Het type voorgestelde oefeningen zou ook rekening kunnen houden met de specifieke leerproblemen van het kind en de manier waarop het kind het beste leert.

Het is daarbij cruciaal om te benadrukken dat AI nooit de plaats van de leerkrachten zal kunnen overnemen. Met hun ervaring en hun passie, die de technologie nooit zal kunnen vervangen, blijven zij de onmisbare hoofdrolspelers van het onderwijs.

(Lees verder hieronder.)

Een andere vaak gehoorde kritiek op het gebruik van AI in het onderwijs, betreffen de risico’s rond het gevoelige karakter van al deze privégegevens die men van leerlingen verzamelt. De bescherming van de persoonsgegevens van de leerlingen is evident van primordiaal belang. Bovendien moeten de algoritmen transparant en rechtvaardig zijn en moeten de leerkrachten kunnen begrijpen hoe en waarom de machine bepaalde beslissingen heeft genomen, zodat elke discriminatie kan worden vermeden. Ook AI kan bepaalde (contextuele) elementen over het hoofd zien.

Terwijl verschillende internationale instanties zoals UNESCO landen aanbevelen om een heldere strategie te ontwikkelen om AI in het onderwijs te integreren, is het betreurenswaardig dat het nationale plan in ons land rond AI deze mogelijkheid niet te baat neemt.

Het is dan ook tijd om ook op Belgisch niveau een sterke visie te ontwikkelen over hoe AI ons onderwijs kan verbeteren. We hebben namelijk de kans om een rechtvaardiger en inclusiever onderwijsstelsel voor alle leerlingen te creëren. Laten we die kans daadwerkelijk grijpen.

Alessandro Drappa is co-founder van Recovr en lid van de Vrijdaggroep.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content