Hoe gevaarlijk is Sam Altman, de ceo van OpenAI?

© Getty
Elisa Hulstaert
Elisa Hulstaert Redacteur

Sam Altman is naar eigen zeggen waanzinnig zelfverzekerd en vastberaden om machines te bouwen die even slim, misschien zelfs slimmer zijn dan de mens. Maar tegen welke prijs?

Het was niet de eerste keer dat Sam Altman door een raad van bestuur aan de kant werd geschoven, zo berichtte de Amerikaanse krant The Washington Post. Vier jaar geleden zou het misleidende karakter van Altman, toen nog voorzitter van het kapitaalfonds Y Combinator, aanleiding zijn geweest tot zijn ontslag.

Bij OpenAI, het bedrijf achter het razend populaire ChatGPT, klonk midden november een soortgelijk geluid. Het bestuur had geen vertrouwen meer in ceo Altman, die ‘niet consistent openhartig’ was in zijn communicatie met hen. Daarop raakte Altman verzeild in een dramatische stoelendans. Vorige vrijdag werd hij ontslagen, maandag zou hij starten bij Microsoft, en woensdag keerde hij triomfantelijk terug naar zijn oorspronkelijke positie.

De bestuursleden die hem de deur hadden gewezen – virtueel, want zoals dat in moderne tijden gaat kreeg Altman zijn ontslag gepresenteerd tijdens een videoconferentie – werden intussen zelf weggestuurd of naar minder belangrijke posten verbannen.

Eigen belang eerst

Samuel Harris Altman groeide als oudste van vier kinderen op in een Joods middenklassengezin in een voorstad van St. Louis in de Amerikaanse staat Missouri. Door de manier waarop zijn ouders hem opvoedden, ontwikkelde Altman naar eigen zeggen ‘een absoluut waanzinnig niveau’ aan zelfvertrouwen.

Voor zijn achtste verjaardag kreeg Altman van zijn ouders een computer cadeau. Nog datzelfde jaar ontdekte hij hoe hij die uit elkaar kon halen en leerde hij zichzelf programmeren. De Mac LC II markeert een belangrijke mijlpaal in zijn leven. ‘Er was een tijd voor ik een computer had, en een tijd daarna’, zei hij daarover in het Amerikaanse New York Magazine. Die Mac was meer dan een tijdverdrijf, het was ook zijn redding. ‘Opgroeien als homo in het Midden-Westen van de jaren 2000 was niet de meest geweldige ervaring’, aldus Altman in het tijdschrift The New Yorker.

Hoewel Altman intussen 38 jaar oud is, wordt hij nog steeds als ‘jongensachtig’ omschreven. Zijn kledingstijl – doorgaans een jeans, T-shirt en hoodie met rits – zit daar wellicht voor iets tussen.

Vandaag staat Altman bekend als een man die zijn tijd efficiënt besteedt. In 2016 liet hij in The New Yorker horen dat hij geen geduld heeft voor dingen die hem niet interesseren, zoals feestjes, en de meeste mensen.

Dat verklaart misschien waarom Altman tijdens zijn tweede jaar computerwetenschappen aan de universiteit van Stanford de brui gaf aan zijn studie om zich samen met zijn toenmalige vriend Nick Sico op de ontwikkeling van Loopt te storten, een mobiele app waarmee vrienden je locatie konden zien. Om zo weinig mogelijk tijd te verliezen, leefde Altman van noedels en koffie, tot hij er scheurbuik van kreeg. Toch kon zijn sociale netwerk niet opboksen tegen Facebook, dat een jaar eerder het levenslicht had gezien. Na zeven jaar verkocht Altman Loopt voor 43 miljoen dollar. Zijn relatie overleefde de uitverkoop van het bedrijf niet.

Maar Altman was intussen niet onopgemerkt gebleven. In 2014, toen nog net een twintiger, werd hij door ondernemer Paul Graham aangesteld als topman van het kapitaalfonds Y Combinator. Onder andere Airbnb en Dropbox konden dankzij Y Combinator uitgroeien tot de bedrijven die ze vandaag zijn. Als voorzitter van Y Combinator drukte Altman meteen zijn stempel: de ambities van het bedrijf werden groter en het aantal start-ups waarin geïnvesteerd werd, schoot de hoogte in.

Maar vijf jaar later vloog Graham van het Verenigd Koninkrijk naar San Francisco om Altman – toen nog in persoon – zijn ontslag te geven. De reden: Altman zou zijn eigen belangen boven die van Y Combinator geplaatst hebben. Samen met zijn broer Jack richtte hij namelijk een apart fonds op waarmee ze investeerden in beloftevolle start-ups die Sam Altman via Y Combinator op het spoor kwam.

‘Dat Altman zijn eigen belangen steeds vaker op de eerste plaats zette, hangt samen met de persoonlijkheidscultus die in Silicon Valley aan de basis ligt van het ondernemerschap’, zegt de Belgische AI-pionier Jonathan Berte, oprichter en voorzitter van Robovision. ‘Kijk naar figuren als Elon Musk en Mark Zuckerberg, die voor Altman als voorbeeld fungeerden.’

Kapitalisme

In 2015, nog tijdens zijn periode als voorzitter van Y Combinator, startte Altman samen met enkele vrienden, onder wie ondernemers Elon Musk en Peter Thiel, een non-profitorganisatie met als missie om een computer te bouwen die op alle vlakken denkt als een mens en die de hele mensheid ten goede komt. Die organisatie werd OpenAI genoemd.

Die veilige ontwikkeling van artificiële intelligentie mocht dan wel het ideologische uitgangspunt zijn van OpenAI, na een tijd begonnen de belangen te verschuiven. ‘OpenAI botste op een tekort aan mensen en rekenkracht’, zegt professor Bart Preneel, hoofd van het COSIC-lab dat zich buigt over computerbeveiliging en industriële cryptografie (KU Leuven). ‘Om dat op te lossen, moest OpenAI op zoek naar geld. Altman – altijd al een groter commercieel dan technologisch genie – bedacht een verdienmodel waarmee hij grote investeerders aantrok.’ Met succes: intussen investeerde Microsoft al 13 miljard dollar in OpenAI.

Samen met dat nieuwe verdienmodel werd er ook een nieuwe structuur voor het bedrijf uitgetekend. Onder de non-profitorganisatie kwam daarom het bedrijf OpenAI LLC te staan, dat wel winst mocht maken. De commerciële tak van OpenAI bleef evenwel onder de controle staan van de non-profit.

Maar die nieuwe structuur zorgde voor wrijving binnen OpenAI. Terwijl de non-profitorganisatie (lees: de raad van bestuur) inzette op veiligheid en ethiek, trok Altman steeds vaker de commerciële kaart. ‘Onder de originele raad van bestuur zorgde de nieuwe kapitalistische koers al een tijdje voor nervositeit’, weet Berte. ‘De bestuursleden wilden niet dat Altman zonder overleg bepaalde innovaties in de markt zette. Maar gezien zijn persoonlijkheid was dat niet naar de zin van Altman. Hij wilde dat de raad van bestuur hem volgde en hem geen beperkingen oplegde.’

Die wrijving zorgde voor een interne oorlog, die midden november tot een hoogtepunt kwam. ‘In dat theater zagen we dat de raad van bestuur eigenlijk gewoon zijn verantwoordelijkheid opnam’, zegt Preneel. ‘De belangen van de non-profit lagen niet langer in lijn met Altmans activiteit, namelijk: geld verdienen.’ Het bestuur kon dus niet anders dan Altman de laan uitsturen.

Amper vijf dagen later maakte OpenAI bekend dat er een principeakkoord werd bereikt om Altman toch opnieuw te benoemen tot ceo en om het bestuur te hervormen. Het illustreert hoe machtig Altman is. ‘Hij heeft zijn zin gekregen en kan nu binnen OpenAI doen wat hij wil’, zegt professor data-ethiek David Martens (UAntwerpen), medeoprichter van het Antwerp Center for Responsible AI. ‘Bij OpenAI was het de bedoeling dat de raad van bestuur de ceo kon ontslaan, maar wanneer hij dat doet, verschuift alles. Vandaag zie je dat de mensen die Altman genegen zijn nog op hun plek zitten, en dat de rest is moeten vertrekken. Er zitten nu geen wetenschappers meer in het bestuur, alleen ondernemers en een econoom. De macht van Altman is daarmee nog groter geworden.’

‘Het humanisme en het kapitalisme zijn met elkaar in gevecht gegaan, en het kapitalisme heeft gewonnen’, besluit Preneel. ‘Dat verbaast niet. Altman is zeer succesvol en heeft fantastische resultaten geboekt. De waarde van OpenAI wordt vandaag geschat op 80 miljard dollar. Hij wil niet bekritiseerd worden, hij wil doorgaan.’

Q*

Nu de rust min of meer lijkt weergekeerd, gaan er geruchten de ronde dat er meer speelde dan alleen botsende ideologieën. OpenAI wil een vorm van artificiële intelligentie ontwikkelen die het denkvermogen van de mens evenaart en misschien zelfs overtreft. Zoiets heet artificial general intelligence of AGI. Het is de heilige graal onder AI-bedrijven. Wie als eerste AGI ontwikkelt, heeft de toekomst in handen.

Maar AGI houdt ook enorme risico’s in. ‘Op het moment dat AGI er is, krijgen we potentieel te maken met runaway AI’, legt Berte uit. ‘Dat is intelligentie die in staat is om de volgende versie van zichzelf te ontwikkelen en zo steeds intelligenter wordt, zonder dat daar nog een mens een rol in speelt. Zoiets kan bijzonder disruptief zijn voor de samenleving.’

Die existentiële dreiging werd extra voelbaar toen nieuwsdienst Reuters donderdag rapporteerde dat onderzoekers binnen OpenAI het bestuur waarschuwden voor een grote doorbraak die enkele weken voor het ontslag van Altman had plaatsgevonden. ‘De raad van bestuur zou zenuwachtig geworden zijn door het nieuwe, bijzonder krachtige algoritme Q* (uitgesproken als Q-star, nvdr)’, licht Berte toe. ‘Dat algoritme zou in staat zijn om pure wiskundige berekeningen te maken, iets wat met de grote taalmodellen vooralsnog onmogelijk was. Aangezien wiskunde de basis is van alles, zouden we met Q* een grote stap dichter bij AGI staan.’

Altman is zich van het gevaar bewust, en zet het graag in de verf om zijn eigen rol in dit verhaal te bestendigen. ‘Ik geloof dat dit de belangrijkste en nuttigste technologie zal zijn die de mensheid ooit heeft uitgevonden’, zei hij amper twee dagen voor zijn ontslag in de podcast Hard Fork. ‘En ik geloof ook dat als we er niet voorzichtig mee omgaan, ze desastreus kan zijn.’ Het is alsof Altman zegt: ja, artificiële intelligentie is het beste wat ons zal overkomen en ja, artificiële intelligentie is potentieel levensgevaarlijk – laat het maar aan ons over om ze veilig te ontwikkelen.

Altman trekt al jaren, en met zichtbaar plezier, parallellen tussen zijn eigen leven en dat van natuurkundige J. Robert Oppenheimer, die de geschiedenis inging als de vader van de atoombom en die uitvinding ‘onvermijdelijk’ noemde. Ook tegen een journalist van The New York Times zegt Altman dat ‘technologie gebeurt omdat ze mogelijk is’. Bovendien, zo laat Altman ook graag optekenen, delen beide heren een verjaardag. Het lijkt fictie, maar dat het is het niet.

Intussen worden, tot grote frustratie van vooral ethici, andere risico’s haast doodgezwegen. ‘Naast de discussie over de existentiële risico’s van artificiële intelligentie, die natuurlijk terecht is, zouden we het ook nog altijd over de andere risico’s moeten hebben, waar we vandaag al mee geconfronteerd worden’, zegt Martens. ‘Denk aan AI-systemen die discrimineren, fouten maken of misbruikt worden voor desinformatie. En denk ook aan de systeemrisico’s zoals massaal jobverlies of een buitenproportionele machtsconcentratie in de Verenigde Staten, waar een handvol mensen binnen grote AI-bedrijven momenteel alles beslist over artificiële intelligentie, en over wat veilig is voor de mensheid en wat niet. Mensen die daar trouwens nooit voor verkozen zijn. Dat vind ik waanzinnig.’

Geen robots

Het lijkt haast onmogelijk, maar voor Altman is er ook nog een leven buiten OpenAI. De afgelopen jaren investeerde Altman fors in twee bedrijven. Een daarvan is Helion Energy, dat in 2021 op 375 miljoen dollar van Altman kon rekenen. Dat bedrijf zal een kernfusiecentrale bouwen die over vijf jaar genoeg elektriciteit moet leveren aan Microsoft om zo’n 40.000 huizen van stroom te voorzien.

Daarnaast investeerde Altman de afgelopen zomer ook 180 miljoen dollar in Retro Biosciences, een start-up die levensverlengende therapieën ontwikkelt en die mensen tien jaar langer gezond wil doen leven. Altman hoopt die therapieën ooit op zichzelf te kunnen toepassen.

Verder stampte Altman samen met twee anderen Worldcoin Foundation uit de grond: een futuristisch cryptocurrency-project. Om van de token gebruik te kunnen maken, moeten gebruikers door middel van een irisscan hun identiteit bewijzen. Volgens de oprichters is dat in de toekomst nodig omdat het steeds moeilijker zal worden om een onderscheid te maken tussen mensen en robots. Het veroorzaakte in de zomer best wat ophef. Privacywaakhonden beschuldigden het bedrijf ervan een biometrische database aan te leggen.

De grens tussen mensen en robots lijkt in het universum van Altman steeds vager te worden. Jaren geleden betaalde hij al 10.000 euro voor een plekje op de wachtlijst bij Nectome, een start-up die je hersenen invriest en later een back-up van je geest belooft. ‘Ik neem aan dat mijn brein geüpload wordt naar de cloud’, zei Altman. Sindsdien wordt er nog weinig vernomen van Nectome, maar dat Altman droomt van het eeuwige leven, is duidelijk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content