De nieuwe Europese AI-wetgeving komt hopeloos te laat
In de Verenigde Staten zijn de rechtszaken tegen AI-bedrijven niet bij te houden. Is generatieve artificiële intelligentie gebouwd op juridisch drijfzand?
Eerder deze maand werd er in Hollywood opgelucht ademgehaald. Na een staking van 118 dagen namen 160.000 acteurs het werk weer op. Niet lang daarvoor hadden ook al 11.500 scenarioschrijvers de pen neergelegd voor een periode van 148 dagen. De historische stakingen werden deels aangedreven door de angst om vervangen te worden door artificiële intelligentie (AI). Zo vreesden de acteurs om opdrachten te verliezen aan digitale dubbelgangers, en waren de scenaristen op hun beurt bang om vervangen te worden door ChatGPT. Uiteindelijk kwamen ze tot een akkoord met de filmstudio’s. Het inschakelen van digitale dubbelgangers werd aan een reeks voorwaarden onderworpen en scenaristen kregen het alleenrecht op het gebruik van intelligente chatbots.
Het was lang niet de enige controverse die het afgelopen jaar werd aangewakkerd door artificiële intelligentie. In februari diende beeldbank Getty Images een klacht in tegen Stability AI (het bedrijf achter beeldgenerator Stable Diffusion) nadat het zonder toestemming miljoenen auteursrechtelijk beschermde beelden had gekopieerd en verwerkt voor de ontwikkeling van zijn algoritme. Nadat een audio deepfake van muzikanten Drake en The Weeknd in het voorjaar viraal was gegaan, liet muzieklabel Universal Music onderzoeken of stemmen van artiesten gepatenteerd konden worden. En begin juli daagden auteurs Mona Awad en Paul Tremblay OpenAI (het moederbedrijf van ChatGPT) voor het gerecht in San Francisco omdat de chatbot zulke sterke samenvattingen van hun boeken maakte, dat het volgens hen alleen maar kon betekenen dat hun auteursrechtelijk beschermde teksten gebruikt werden om het taalmodel te trainen.
Iedereen kijkt met argusogen naar de zaken die in de VS zijn aangespannen. Die zullen overwaaien naar Europa.
Advocaat Pieter Callens
Uitzonderingen
Advocaat Pieter Callens, gespecialiseerd in IT- en intellectueel eigendomsrecht bij advocatenkantoor Eubelius, begrijpt de commotie. ‘In principe mag datgene wat auteursrechtelijk beschermd is alleen door iemand anders gebruikt worden als de auteur daar uitdrukkelijk toestemming voor geeft. Er bestaan uitzonderingen op die regel, maar die zijn verankerd in nationale wetgeving en dat maakt het complex. Technologie stopt immers niet bij de landsgrenzen.’
Zo doet men in de Verenigde Staten een beroep op de uitzondering die fair use of ‘verantwoord gebruik’ heet. ‘Dat is een breed concept’, legt Callens uit. ‘Wie kan aantonen dat het gebruik van die werken verantwoord is, kan de auteursrechten naast zich neerleggen. Alleen moet dat verantwoord gebruik wel aangetoond kunnen worden en ik ben benieuwd of de technologiebedrijven daarin zullen slagen.’
In Europa bestaat er in het auteursrecht dan weer een uitzondering voor zogenaamde tekst- en datamining. ‘Maar die uitzondering is beperkt tot het gebruik van teksten en data in het kader van wetenschappelijk onderzoek door openbare onderzoeksinstellingen’, verduidelijkt Callens. ‘AI-bedrijven zullen meestal niet onder die strenge voorwaarden vallen en ook voor OpenAI is dat niet vanzelfsprekend.’ Daarnaast bestaat in Europa ook wetgeving over databanken. ‘Zonder toestemming grote delen van een databank gebruiken mag niet’, zegt Callens. ‘Online worden daar wel vaker inbreuken op gepleegd. Zo zijn er al heel wat rechtszaken geweest tegen websites die data van andere websites “schrapen” en samenvoegen om bijvoorbeeld de goedkoopste vliegtuigtickets te verzamelen. Als je het mij vraagt, doet OpenAI iets soortgelijks, maar op een veel grotere schaal.’
Dat technologiebedrijven zomaar teksten, beelden, stemmen, melodieën en ideeën van het internet plukken om ze daarna – niet zelden tegen betaling – terug de wereld in te sturen, zonder enige vorm van bronvermelding, laat de creatieve sector achter met een bittere nasmaak. ‘Hun enige optie is om die zaken voor een rechtbank te brengen en een stopzetting te eisen’, zegt Callens. ‘Iedereen kijkt nu met argusogen naar de zaken die in de Verenigde Staten opgestart zijn. Ik twijfel er niet aan dat die zullen overwaaien naar Europa.’
Internet vergeet niet
‘Toch begint het voor een stuk ook bij jezelf’, zegt advocate Anneleen Van de Meulebroucke, die het digitale en gegevensbeschermingsteam bij Eubelius leidt. Mensen beseffen soms niet dat zij als gebruiker óók die systemen voeden. Als je een gesprek voert met ChatGPT vergeet je door het gebruiksgemak misschien dat je met een AI-systeem aan het communiceren bent, en dan ben je al sneller geneigd om bedrijfsgeheimen of gevoelige data, zoals persoonsgegevens, te delen. ‘Nochtans is dat dé basisregel op het internet: deel zo weinig mogelijk gevoelige data’, benadrukt Van de Meulebroucke. ‘Hoe meer persoonsgegevens iemand van je heeft – denk aan een naam, foto, geboortedatum of telefoonnummer – hoe groter de kans op identiteitsdiefstal.’
Het delen van gevoelige data kan nog andere nare gevolgen hebben. In 2017 werd in New York het bedrijf Clearview AI opgericht, dat gezichtsherkenningssoftware ontwikkelde en die biometrische gegevens koppelde aan persoonsgegevens. In de luwte kon het bedrijf zodanig veel persoonlijke data van het internet plukken dat intussen zowat elke westerling in de database van Clearview zit. Het bleek een droom voor menig politiekorps: aan de hand van een (zelfs wazige) foto kon je heel wat te weten komen over de persoon in kwestie. Pas in 2020, nadat journaliste Kashmir Hill er een groot stuk over had gepubliceerd in The New York Times, werd het bedrijf berucht. Helaas was het kwaad al geschied. ‘Ook beelden van u en mij zijn zo goed als zeker gebruikt om algoritmes te trainen’, zegt Van de Meulebroucke. ‘Clearview heeft zich niets aangetrokken van privacy, maar dat het zo veel data heeft kunnen verzamelen, was ook alleen maar mogelijk omdat wij allemaal persoonlijke gegevens op het internet hebben staan.’
Wat als je merkt dat een AI-systeem gevoed is met je persoonsgegevens? ‘Dan kun je een beroep doen op de algemene verordening gegevensbescherming of de GDPR, die in Europa alles rond de bescherming van persoonlijke gegevens regelt’, zegt Van de Meulebroucke. ‘Die verordening zegt onder andere dat burgers het recht hebben om vergeten te worden.’ Alleen is dan de vraag: hoe dwing je zoiets af van een bedrijf als OpenAI? En kan een AI-systeem, zodra je gegevens in het algoritme zitten, eigenlijk nog wel vergeten? We weten intussen allemaal dat het internet niet vergeet, maar met artificiële intelligentie zou dat nog een stap verder kunnen gaan. ‘De artificiële neurale netwerken die aan de basis liggen van zulke modellen hebben tot doel het menselijke brein te imiteren’, legt Van de Meulebroucke uit. ‘Net zoals je een mens niet kunt vragen om zomaar een stukje informatie te vergeten – dat heeft doorgaans het tegenovergestelde effect – werkt dat wellicht ook zo bij artificiële intelligentie. En dat kan nieuwe problemen opleveren voor de afdwingbaarheid rond de verwijdering van gegevens. Misschien is dat technisch gezien zelfs niet eens meer mogelijk.’ Het zijn vragen waarop Van de Meulebroucke in de komende jaren een antwoord verwacht.
De nieuwe Europese AI Act zal hopeloos achter de feiten aanhollen.
Er is dus nog veel juridisch drijfzand wat betreft de output van generatieve AI-tools. Tot wie behoort de nieuwe, door AI gegenereerde content? ‘Het auteursrecht is in het leven geroepen om originaliteit te beschermen’, zegt Callens. Laat dat nu net een concept zijn dat sinds de opkomst van ChatGPT en consorten veel vragen oproept. ‘De rechtspraak beschouwt originaliteit als een intellectuele schepping die de stempel van de persoonlijkheid van de auteur draagt’, legt Callens uit. ‘Dat klinkt misschien flou, maar een belangrijke voorwaarde is dat de auteur een persoonlijkheid heeft. En omdat machines geen persoonlijkheid hebben, kunnen alleen mensen auteursrecht krijgen.’
Aapselfie
Toch is dat debat – wie krijgt het auteursrecht? – niet nieuw. Toen de Britse fotograaf David Slater in 2011 naar Indonesië trok om er kuifmakaken te fotograferen, gingen de apen met zijn camera aan de haal. Het resultaat was een reeks indrukwekkende aapselfies. Pas toen de beelden de wereld rondgingen, barstte de discussie over copyright los. Niet iedereen wilde betalen voor de foto’s. Volgens Slater was hij zelf de eigenaar van de auteursrechten, omdat hij de omstandigheden had gecreëerd waarin de foto’s konden ontstaan. Volgens dierenrechtenorganisatie Peta moest de aap het auteursrecht krijgen, omdat die op de ontspanner had geduwd. En volgens Wikipedia maakten de beelden deel uit van het publieke domein, omdat de foto’s gemaakt werden door een aap en een dier geen auteursrecht kan krijgen.
‘Naar analogie daarvan kunnen we ons afvragen of een machine wel auteur kan worden’, zegt Callens. ‘Ik vermoed dat het antwoord negatief is. Originaliteit vereist bovendien vrije keuzes en die zijn, tenminste tot op vandaag, eigen aan de mens. We zien wel dat de algoritmes achter artificiële intelligentie tot op zekere hoogte ook keuzes maken, maar of die vrij zijn en gekwalificeerd kunnen worden als intellectuele schepping, is een andere vraag.’
Volgens Callens moet daarom een onderscheid gemaakt worden tussen systemen die de mens gebruikt als hulpmiddel en systemen die volledig autonoom werken. ‘Een tekstverwerkingsprogramma dat mijn tikfouten verbetert, wordt uiteraard geen auteur van de tekst. Dat is duidelijk een hulpmiddel. Minder helder wordt het als ik een bijzonder specifieke prompt (een vraag of commando, nvdr) formuleer in ChatGPT, omdat ik dan vrije keuzes maak die de output beïnvloeden. Maar omdat het algoritme ook nog altijd keuzes blijft maken, zal er altijd een spanningsveld blijven bestaan. Als je dat extreem doortrekt, zou je kunnen beargumenteren dat de AI-bedrijven of de ontwikkelaars van AI auteursrecht kunnen claimen omdat zij het zijn die de keuzes vanuit het algoritme hebben gecreëerd.’
Millefeuille
‘Omdat we het moeten doen met de bestaande wetgeving, die uiteraard geen sluitende antwoorden biedt op de vragen die opborrelen naar aanleiding van generatieve AI, bevinden we ons in een juridisch grijze zone’, zegt Callens. ‘Het intellectuele eigendomsrecht en de privacywetgeving zullen zich moeten verzoenen met artificiële intelligentie.’ Tegelijk staat er nieuwe wetgeving in de steigers. ‘Als alles goed gaat, zal de Europese AI Act nog voor het einde van dit jaar aangenomen worden’, weet Van de Meulebroucke. ‘Daarop volgt dan nog een overgangsperiode van twee jaar. Als je die timing naast de exponentiële groei van artificiële intelligentie legt, besef je meteen dat die wetgeving wellicht hopeloos achter de feiten aan zal hollen.’ Naast de AI Act is er ook nog een Europese Data Act in de maak, die regels zal opleggen rond de data die slimme toestellen genereren. ‘Dat we met zo’n millefeuille aan wetgeving te maken krijgen en dat bedrijven die allemaal zullen moeten toepassen op verschillende niveaus, maakt het bijzonder complex’, zegt Van de Meulebroucke.
‘Uiteindelijk zullen we opnieuw op zoek moeten gaan naar een evenwicht’, zegt Callens. ‘Je wilt de ontwikkeling van nieuwe technologieën niet belemmeren, maar die moet met respect voor de bestaande wetgeving verlopen. Zoiets gaat nooit zonder slag of stoot.’ Van de Meulebroucke vult aan: ‘Bij de lancering van ChatGPT hebben de technologiebedrijven ons eigenlijk voor een voldongen feit geplaatst. Nog voor er grote bezwaren gemaakt konden worden, had het brede publiek al kennisgemaakt met de chatbot. Dat draai je niet zomaar terug. We kunnen niet van nul herbeginnen, en deze keer wel netjes de regels volgen.’
Dat er zo veel belanghebbenden zijn als het gaat om generatieve AI – denk aan schrijvers, marketeers, muzikanten, fotografen, acteurs, architecten –, speelt wel in het voordeel van de creatieve sector. ‘Dat maakt dat de maatschappelijke relevantie groot kan blijven en dat belanghebbenden hun krachten kunnen bundelen’, aldus Callens. ‘Op die manier zullen mensen hun rechten moeten afdwingen.’ In Hollywood haalden de acteurs en de scenaristen alvast hun eerste slag thuis.
Midjourney
De vrouw in deze afbeelding is een digitale dubbelganger van journaliste Elisa Hulstaert. Met haar toestemming creëerde de grafisch vormgever met behulp van beeldgenerator Midjourney dit futuristische beeld. De journaliste leverde beelden van haar gezicht aan, de graficus formuleerde de prompt, het algoritme achter Midjourney genereerde het eindresultaat. Wie is dan eigenaar van het beeld?
Advocaten Pieter Callens en Anneleen Van de Meulebroucke spreken op 30 november op de studiedag ‘AI & de Metaverse: juridische uitdagingen en opportuniteiten’ in Gent. Info: www.juriwise.be.