AI-kieswijzer: ‘Als we niet zelf bepalen welke rol technologie in ons leven krijgt, zullen techbedrijven dat voor ons doen’
Hoe denken politieke partijen over AI? ‘Ze weten wel hoe de ideale situatie er zou uitzien, maar hun oplossingen zijn vaak niet realistisch.’
Artificiële intelligentie (AI) belooft een systeemtechnologie te worden die onze samenleving ingrijpend zal veranderen. ‘Soms lijkt het wel alsof we machteloos staan tegenover de technologische ontwikkelingen uit Silicon Valley en dat we die alleen maar passief kunnen ondergaan’, zegt Pieter Duysburgh, operationeel leider van het Kenniscentrum Data & Maatschappij (Imec-SMIT, VUB).
‘Dat klopt niet. Zowel politieke partijen als burgers kunnen bepalen welke rol technologie in ons leven krijgt. Daar is goed beleid voor nodig. Doen we dat niet, dan zullen techbedrijven dat voor ons bepalen. Zij beweren dan wel het beste met ons voor te hebben, maar de ervaring leert dat zij de ongewenste neveneffecten van hun producten niet altijd juist inschatten.’
Intussen blijven politici in aanloop naar de verkiezingen opvallend stil over de technologie. ‘Hoewel AI gaat bepalen hoe ons leven eruitziet, blijven de standpunten over dat onderwerp in de verkiezingsprogramma’s erg vaag ’, merkt Duysburgh op.
Lees ook: AI-kieswijzer: ‘Als maatschappij kunnen we wel degelijk bepalen welke rol AI speelt in ons leven’
Daarom lanceert het Kenniscentrum de AI-kieswijzer: een tool met 25 stellingen over technologie die volgens Duysburgh vragen opwerpt die de komende beleidsperiode beantwoord moeten worden. ‘Die stellingen hebben we voorgelegd aan de politieke partijen. Wie de kieswijzer invult, ontdekt niet alleen welke prangende vragen er op tafel liggen en wat de partijen daarover denken, maar wordt ook uitgenodigd om zelf kritisch na te denken. Om die stellingen te beoordelen, heb je trouwens geen technische achtergrond nodig. Je hoeft ook niet te weten hoe een brug gebouwd wordt om te weten dat een brug op een bepaalde plek handig is.’
Zowel politieke partijen als burgers kunnen bepalen welke rol technologie in ons leven krijgt. Doen we dat niet, dan zullen techbedrijven dat doen.
Verrassende coalities
Tussen de reacties van de politieke partijen zitten enkele opvallende antwoorden.
Gevraagd of werknemers de monitoring van hun productiviteit door algoritmes moeten kunnen weigeren, antwoordt het Vlaams Belang positief. ‘De strikte monitoring van productiviteit, met of zonder AI, leidt er altijd toe dat alleen meetbare activiteiten nog uitgevoerd worden, wat de productiviteit op bedrijfsniveau zelden ten goede komt’, beargumenteert het Vlaams Belang. Daarmee zit de extreemrechtse partij op dezelfde lijn als de PVDA, Groen, Vooruit en de CD&V. Een verrassende coalitie’, merkt Duysburgh op.
Een ander onverwacht verbond zien we bij de vraag of de VRT AI-gegenereerde acteurs mag inzetten. Die wordt door de N-VA, Groen en de PVDA negatief beantwoord. Volgens de N-VA is AI een hulp voor, maar geen vervanger van mensen.
De PVDA en het Vlaams Belang vinden niet dat mensen die naar België komen om in de techsector te werken, versneld een werkvergunning moeten krijgen. ‘In plaats van in andere landen een kennisvlucht op gang te brengen, zouden we beter hier investeren in opleiding’, klinkt het bij PVDA. ‘Arbeidsmigratie is geen oplossing voor het personeelstekort’, stelt het Vlaams Belang.
De Open VLD en de N-VA tonen zich als de meest techno-optimistische partijen.
De PVDA en Vooruit zijn dan weer de enigen die vinden dat de overheid mag werken met hardware en software van Chinese makelij. Volgens de PVDA is het niet de oorsprong, maar de veiligheid van de implementatie van de software en hardware die belangrijk is en moeten platformen transparantie bieden in hun gebruik van data en algoritmes. Voor Vooruit moet de overheid garanderen dat alle IT-systemen veilig en afgeschermd zijn voor buitenlandse inmenging. Alle hardware en software van Chinese makelij weren, dat is zo goed als onmogelijk, meent Vooruit.
‘Het valt op hoe de partijen vaak bijzonder genuanceerde argumentatie op tafel leggen’, zegt Duysburgh. ‘Ik vermoed dat de meeste nog een afwachtende houding aannemen tegenover de uiteindelijke impact van die technologie.’
Atypische posities
Er tekenen zich ook verschillende atypische posities af.
Zo wil het Vlaams Belang geen technologie inzetten ten koste van de privacy, zélfs niet om de veiligheid te verhogen, nochtans een thema dat de partij na aan het hart ligt, want het woord ‘veiligheid’ komt maar liefst 53 keer voor in haar verkiezingsprogramma. Maar het Vlaams Belang vindt (net als de PVDA) niet dat vingerafdrukken op de identiteitskaart bijgehouden mogen worden. De partij vindt (net als de PVDA en Groen) niet dat slimme camera’s ingezet mogen worden om gsm-gebruik achter het autostuur te detecteren. En het Belang vindt ook niet (net als de PVDA, Groen en de Open VLD) dat de politie in elke crisissituatie meteen live gezichtsherkenning met camera’s moet inzetten.
‘De Open VLD en de N-VA tonen zich als de meest techno-optimistische partijen’, zegt Duysburgh. ‘De Open VLD ziet vooral kansen en wil daarom maximaal inzetten op innovatie zonder dat daar te veel regels bij komen kijken.’ De liberalen vinden niet dat er voor elke overheidsdienst een niet-digitaal alternatief moet komen. Mensen moeten hun digitale geletterdheid net kunnen versterken. ‘De Open VLD wil vooral de boot niet missen’, aldus Duysburgh.
In tegenstelling tot de Open VLD vindt de N-VA wél dat voor elke digitale dienst een niet-digitaal alternatief moet blijven bestaan.
Klassiek leunt de N-VA dicht tegen de Open VLD aan. ‘De N-VA vindt, net als de Open VLD en het Vlaams Belang, dat bedrijven hun klantencontacten volledig via een chatbot mogen laten verlopen. De N-VA vindt wél dat voor elke digitale dienst een niet-digitaal alternatief moet blijven bestaan.’ Voorts onderscheidt de partij zich ook van de Open VLD door positiever te kijken naar een regulerend kader voor bedrijven die AI willen inzetten. ‘Door de bank genomen, kun je dus wel stellen dat zij iets voorzichtiger zijn.’
Volgens Duysburgh nemen Groen en de CD&V een iets meer kritische en eerder afwachtende houding aan tegenover technologie. ‘Ze vinden het belangrijk dat iedereen mee is in het verhaal en ze zijn behoedzaam met de introductie van nieuwe technologie. Ze pleiten voor voldoende regelgeving en, samen met de PVDA en Vooruit, voor een eco-score die de klimaatimpact van AI-tools weergeeft. Groenen en christendemocraten vinden niet dat de overheid het aantal ambtenaren moet laten dalen door AI in te zetten voor overheidstaken (alleen de N-VA en de Open VLD zijn het daar wel mee eens, nvdr). Zij kijken terughoudender naar een toekomst met AI. Ze willen met technologie aan de slag, maar op een doordachte manier.’
‘Vooruit neemt vaak atypische posities in’, zegt Duysburgh. ‘Zo zijn de socialisten samen met de Open VLD voor een verbod op politieke advertenties op sociale media en is het de enige partij die vindt dat fotografen niet automatisch vergoed moeten worden als hun materiaal gebruikt wordt om AI te trainen. Als enige partij ook is Vooruit tegen de publicatie van een overzicht van algoritmes die gebruikt worden door de overheid.’
In Nederland werd het algoritmeregister eind 2022 al uitgerold in de nasleep van de toeslagenaffaire. Door discriminerende algoritmes werden duizenden ouders door de Nederlandse belastingdienst ten onrechte beschuldigd van fraude. Ook in België krijgt het idee van een algoritmeregister steeds meer voet aan de grond. ‘De overheid moet transparant zijn over het gebruik van AI’, klinkt het bij Vooruit. ‘Maar transparantie kan niet zover gaan dat elk aspect van de besluitvorming openbaar moet worden gemaakt. Daarvoor gelden de bestaande openbaarheidsregels.’
De PVDA is de enige partij die vindt dat de overheid moet investeren in een ChatGPT van eigen bodem. ‘Vandaag is de ontwikkeling van nieuwe technologie, zoals AI-chatbots, in private handen en dat zorgt onder meer voor democratische problemen’, laten zij optekenen.
Eensgezind
‘Bij sommige stellingen staan de neuzen allemaal in dezelfde richting’, zegt Duysburgh. ‘Die stellingen werden niet opgenomen in de finale versie van de AI-Kieswijzer omdat ze geen onderscheidend karakter hadden. Maar dat er eensgezindheid bestaat, is goed nieuws, al vallen ook hier weer wat zaken op.’
De PVDA is de enige partij die vindt dat de overheid moet investeren in een ChatGPT van eigen bodem.
Zo is elke partij het erover eens dat de overheid zelf geen generatieve AI mag inzetten waarvan het niet duidelijk is van welke bronnen die gebruik maakt. ‘Maar ik denk dat ChatGPT en Microsoft Copilot intussen ook bij heel wat overheidsdiensten goed ingeburgerd zijn. En laat dat nu net klassieke voorbeelden zijn van tools waarbij we niet weten op basis van welke data ze getraind zijn’, zegt Duysburgh.
Daarnaast vinden alle partijen ook dat algoritmes die de overheid inzet en waar mogelijk discriminatie uit kan volgen, verplicht regelmatig moeten worden gecontroleerd. ‘Dat geldt dan voor alle algoritmes die gebruikmaken van persoonsgegevens, en volgens mij gebeurt dat niet’, aldus Duysburgh.
‘Je ziet wel vaker dat er een discrepantie bestaat tussen de stellingname van de partijen en de realiteit’, besluit Duysburgh. ‘De partijen weten bij deze stellingen duidelijk wat de ideale situatie zou moeten zijn, maar hun antwoorden zijn niet realistisch.’