Tax shelter: ‘Een handel in belastinggeld’
De tax shelter is goed voor de Belgische film. Maar een steeds groter deel van de investeringen gaat naar de financiële firma’s die de fondsen verzamelen en naar grote buitenlandse producties. De audiovisuele sector van eigen bodem luidt deze week in Knack de alarmbel.
De recente successen in de Belgische filmwereld en de opnames van internationale topproducties is onze contreien zijn grotendeels toe te schrijven aan de tax shelter, die aan bedrijven de mogelijkheid biedt om 150 procent van hun investering in film- en televisieproducties af te trekken van hun vennootschapsbelasting.
Minder belastingen en winstgaranties
Toch is de sector niet onverdeeld gelukkig met de huidige gang van zaken. ‘De tax shelter is geëvolueerd van een middel om tegemoet te komen aan de noden van de Belgische filmindustrie tot een puur financieel product. Bedrijven die in film investeren, willen zo niet alleen minder belastingen betalen, ze willen er ook winstgaranties bovenop’, zegt Peter Bouckaert, producer bij Eyeworks en voorzitter van de Vlaamse Filmproducentenbond.
Hij wil de tax shelter niet weg, ‘want dan ligt onze hele audiovisuele sector plat, maar er is een zorgwekkende escalatie aan de gang met hoge interesten’, waardoor er steeds minder geld overblijft voor cameramensen, acteurs of montagedagen.
Dat buitenlandse filmmakers ondertussen ook heel goed hun weg naar België kennen, heeft volgens Bouckaert het nadeel dat je geen sterke thuismarkt opbouwt. De grote producenten beschikken over een uitgebreide trukendoos om de verplichtingen van de steunfondsen zo weinig mogelijk invloed te laten hebben op hun eigen werking. Zo nemen de Fransen bijvoorbeeld gemakkelijk een dure Belgische topacteur als Benoît Poelvoorde op in de cast. ‘Die brengt ondanks zijn hoge gage meer op dan hij kost’, zegt Philippe Reynaert, directeur van de Brusselse en Waalse filmfondsen Bruxellimage en Wallimage. ‘maar het creëert niet echt werkgelegenheid bij ons. Voor het bedrag dat ze voor hem neertellen zouden die Franse producties anders veel meer Belgen moeten engageren.’
In strijd met Europese mededingingsregels
Volgens Reynaert is er ook een probleem met de controles op de aanbestedingen in ons land. De controle op de tax shelter gebeurt niet door mensen die vertrouwd zijn met de filmsector, maar wel door ambtenaren uit de regionale belastingkantoren. Bovendien worden de verschillende boekhoudingen van de coproducenten niet naast elkaar gelegd. ‘Ik hoor dat zo’n controle hooguit een paar uur duurt en dat dan soms het budget van drie films tegen het licht gehouden wordt’, zegt Reynaert. ‘Onze specialisten nemen gemiddeld vier of vijf dagen de tijd om één productie te controleren.’
In december moet de Europese Commissie oordelen of de taks shelter niet in strijd is met de Europese mededingingsregels. Bij de vorige twee controles zag Europa geen graten in de wet, maar helemaal gerust is men er deze keer toch niet op. ‘Als Europa merkt dat vooral hotels, advocaten en andere tussenschakels beter worden van de maatregel, en niet de audiovisuele sector, dan zou het wel eens bezwaar kunnen maken’, zegt Reynaert. (HC)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier