Mark Van de Voorde
Tango in het Vaticaan?
Uit zijn Latijns-Amerikaanse ervaring weet de nieuwe paus dat je enkel met feestelijke veelkleurigheid volkse vroomheid op de been houdt.
In een opiniestuk over de kwaliteiten van de (toekomstige) paus (De Standaard, 14 maart 2013) schreef Rik Torfs: “Ten slotte past een paus bescheidenheid.” Het zou wel eens kunnen dat de nieuwe paus zo iemand is. Niet alleen omdat hij liever met de bus rijdt en in een flatje bleef wonen toen hij aartsbisschop werd van Buenos Aires. Overigens, het was niet dit soort bescheidenheid waar Torfs op doelde.
“Hij moet wie gelooft, of half, of niet, ruimte laten”, zo legde de kerkjurist zijn eis van pauselijke bescheidenheid uit. De bescheidenheid om ruimte te laten voor veelvormigheid zou wel eens deze kunnen zijn van Franciscus I (een pausnaam die daarenboven verwijst naar de meest nederige heilige ooit).
De paus begon woensdagavond alvast met ruimte te laten aan het volk op het Sint-Pietersplein. Na een eenvoudig ‘Goeie avond’ en de mededeling dat hij van ver kwam – groeten en zeggen wie je bent zijn de meest basale ruimtemakers tussen mensen – vroeg hij de mensen om even voor hem te bidden… in stilte. Hij legde hun geen woorden in de mond. Hij dwong niemand om mee te doen. Met die stilte liet hij aan elkeen de ruimte om op eigen wijze in te gaan op de vraag: biddend, half biddend, zwijgend…
Een paus die ruimte laat om te geloven in gradaties en te zoeken naar antwoorden, dat zou wel eens de verrassing kunnen zijn van het nieuwe pontificaat. Gezien de crisis in de kerk, zijn er de jongste jaren nogal wat stemmen opgegaan om de rangen te sluiten, dat wil zeggen om zich nog enkel bezig te houden met de ‘gestrengen’. Uit zijn Latijns-Amerikaanse ervaring weet de nieuwe paus dat je enkel met feestelijke veelkleurigheid volkse vroomheid op de been houdt.
Ruimte laten betekent niet zelf zwijgen. Wie zwijgt, laat geen ruimte maar doet de deur dicht. Een kerk die zich terugtrekt uit de wereld, maakt zich schuldig aan de hoogste vorm van pretentie: ze wil met de wereld niets meer te maken hebben. Niet de pretentie van de bescheidenheid staat de nieuwe paus voor ogen, maar de moed van de bescheidenheid.
Onlangs zei kardinaal Bergoglio, nu paus Franciscus I: “Een kerk die voortdurend op zichzelf terugplooit, wordt oud. Dan prefereer ik een kerk die soms eens een ongelukje meemaakt omdat ze tenminste naar buiten durf te komen.”
Duidelijk zeggen waar je voor staat, is een vorm van moed én bescheidenheid. Je kun je immers branden aan je eigen woorden en je kunt reactie verwachten. Dat is eigenlijk katholiek van oudsher. Protestanten gingen uiteen en stichtten een nieuwe kerk, als ze het oneens waren. Katholieken bleven bij elkaar ruzie maken of richtten binnen de schoot van de kerk een eigen devotieplek in.
Het komt er dus niet op aan van te zwijgen maar van te weten hoe je spreekt om gehoord te worden. Ik dacht dat de nieuwe paus dat goed beseft. Het viel mij op dat hij woensdagavond geen enkele keer zei dat hij paus was, maar bisschop van Rome. Hiermee stelde hij twee belangrijke gestes. Ten eerste, hij richtte zich tot het volk dat hij voor zich zag. Ten tweede, hij stelde zich collegiaal op tegenover de andere bisschoppen van de katholieke kerk.
Wie op die wijze ook een kerk gaat leiden, kan de veranderingen aan. Het parcours van Bergoglio toont een man die bereid is te veranderen. Hoewel geen aanhanger van de bevrijdingstheologie, werd aartsbisschop Bergoglio door de Argentijnse economische crisis (2002) een criticus van het kapitalisme en door zijn bezoeken aan de sloppenwijken een verdediger van de armen.
Het interessante aan de nieuwe paus is dat hij als het ware de tegenstellingen verzoent in zijn eigen persoon. Hoewel hij jezuïet is en dus behoort tot de intellectuele top van de kerk, koos hij de naam van Franciscus (van Assisi), stichter van de meest volks orde ter wereld. Hoewel jezuïeten de naam hebben om zich vooral met de elite van de samenleving bezig te houden, toont de paus met de naam Franciscus zijn voorkeur voor de armen.
Bovenal herinnert hij hiermee aan de opdracht waarmee de jonge man uit Assisi in 1205 zijn hervormingstocht begon: “Herstel mijn kerk.” Net als toen zit de kerk in zware crisis, vooral in Europa. De keuze voor deze Italiaanse Argentijn is niet toevallig.
Niet als een soort exoot maar als een soort ‘expat’ komt Bergoglio uit Buenos Aires naar Rome. De Europeaan van afkomst komt als Latijns-Amerikaan van ervaring. Expats hebben het voordeel dat ze zowel hier als daar thuis zijn, en bijgevolg ruimer kijken. Ze kunnen, om Torfs te parafraseren, “ruimte laten” in hun eigen denken.
Argentië is ten andere mentaal veel minder ver dan geografisch. Argentinië is het meest Europese van alle Latijns-Amerikaanse landen. Wie Buenos Aires bezoekt, waant zich vaak meer in een Europese of Noord-Amerikaanse grootstad dan in een Latijns-Amerikaanse. Argentinië is Brazilië niet. De cultuur is meer westers dan zuiders.
Net zoals Maxima daardoor best aardde in Nederland en aan Oranje schwung gaf, zou de nieuwe paus wel eens de vermoeide Europese cultuur een spirituele draai kunnen geven. Een beetje tango in het Vaticaan?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier