‘In Nederland heeft een vernietigend rapport ertoe geleid dat interlandelijke adoptie momenteel stopgezet is. Waar wacht Vlaanderen op’, vraagt Prakash Goossens.
In Nederland heeft een commissie de wantoestanden bij interlandelijke adoptie onderzocht. Ik citeer uit de conclusies van het ophefmakende rapport: ‘De Commissie heeft ernstige twijfels of het mogelijk is een realistisch publiekrechtelijk systeem te ontwerpen waarin de geconstateerde misstanden niet meer voorkomen’. Gevolg: Nederland stopt met interlandelijke adopties. Ik juich deze beslissing toe en hoop dat ze snel navolging krijgt in Vlaanderen
Laat me verder gaan met een positieve noot: adoptie in mijn situatie was persoonlijk een goede zaak. U kan het vergelijken met de lotto winnen. 1 kans op…? Echter de beperkte succesverhalen wegen niet op tegen het slagveld van lijden en verdriet bij een te groot aantal geadopteerden en bij hun adoptie-ouders. Een maatschappelijk gelukte adoptie betekent niet dat ik geen uitdagingen heb. Adoptie is nog steeds een proces van zoeken naar mijn plaats. Het is ook een proces van rouw: mijn geboorteland, mijn wortels, mijn cultuur en mijn familie. Het is altijd balanceren tussen twee culturen. Ik voel me nu trots op hoe ik met twee culturen en de gelaagdheid van mijn identiteit kan omgaan. Maar het is nooit gemakkelijk geweest en het is altijd een soort stil en eenzaam verdriet. Die schaduw draag ik altijd met me mee, ondanks het geluk, een warm nest, de positiviteit en de glimlach.
Als geïnteresseerde geadopteerde stel ik vast dat interlandelijke adoptie gedateerd is. Het was eerder een instrument van kolonisatie, caritas en gezinsvorming in de 20ste eeuw. Waarom gedateerd? Omdat het een onderdrukkingsinstituut was van de Westerse kolonisator. Het wegnemen van kinderen was een gruwelijke methode om landen te ketenen. Kind-onterende praktijken waar pas recent in Australië, Canada en de Verenigde Staten van Amerika wat openheid rond ontstaat. Die koloniale wreedheid werd later overgoten met een sausje van ‘caritas’ en ‘goede bedoelingen’. De Kerk, congregaties en orden hebben bewust hieraan meegewerkt, want adoptie was een alternatief voor abortus. Zo kreeg adoptie ook nog eens de religieuze legitimering.
Systeem van interlandelijke adoptie is gedateerd: tijd om het ook in Vlaanderen stop te zetten.
Adoptie werd de laatste 30 jaar een industrie waarbij het consumentisme hoogtij viert. Het ‘belang van het kind’ is nog altijd het ‘schaamlapje’ om een lucratieve business in leven te houden met vaak schimmige tussenpersonen in vele landen. Nu wordt adoptie gebruikt als element in gezinsvorming bij blanke koppels die te kampen hebben met onvruchtbaarheid en tevergeefs alle technieken om zwanger te worden hebben geprobeerd. Op het einde van de Westerse menukaart van ‘recht op een kind’ (lees: eis) staat: adoptie.
Kijkend naar de lange wachtlijsten wil de overheid en enkele politici nu een ander instituut, namelijk pleegzorg, hierin betrekken, want wensouders hebben nu eenmaal ‘recht op een kind’. Dit is echt wel een slecht idee! Pleegzorg heeft immers een heel andere doelstelling dan adoptie!
De laatste 10 jaar stellen neurobiologen, psychiaters, psychologen en pedagogen de mogelijks negatieve gevolgen van adoptie bij jonge kinderen onderzocht. Ze maken onder meer gewag van een ernstige neurologische impact die het kind permanent in een overlevingsmodus duwt. Bovenop dit complex trauma komt het interculturele vraagstuk, racisme, discriminatie, uitsluiting, eenzaamheid, pesten, identiteitsvorming, rootsvragen, afstamming,… . Vaak vertellen geadopteerden niet wat er bij hen van binnen gebeurt. Deze kinderen zijn ingesteld op het zich aanpassen en niet opvallen.
Alsof dat nog niet voldoende is, leeft er ook nog een maatschappelijke verwachting jegens geadopteerden: dankbaarheid. Adoptie is het enige trauma in de wereld waarbij van het slachtoffer dankbaarheid geëist wordt.
Er is geen adequate nazorg voorzien en financieel is het voor de jong-volwassen geadopteerde moeilijk om aan zelfzorg te doen. Een voorbeeld: kosten die wensouders maken voor adoptie kunnen zij fiscaal inbrengen. Kosten die geadopteerden maken in het kader van psychologische ondersteuning of zoektocht naar hun biologische ouders en andere gerelateerde kosten kunnen niet fiscaal ingebracht worden. Dit lijkt op een onevenwichtige afweging door de maatschappij waarbij het ‘belang van het kind’ eigenlijk niet prioritair is. De stem van de wensouders weegt zwaarder door dan van de geadopteerden. Geen enkele politieke partij heeft tot nu toe de moed gehad om dit aan te kaarten of mee te zoeken naar een billijke oplossing.
Ik wens iedereen die naar een kind verlangt een prachtig kind toe, maar niet te allen prijze. Alleszins niet in de wetenschap dat aan de andere kant van de wereld moeders in diepe pijn op zoek gaan naar hun kind.
Waarom niet investeren in opvangmogelijkheden in de landen van herkomst en de zorg en begeleiding van de eerste families?. Het is alleszins noodzakelijk dat we ons in dit debat bezinnen over de scheve machtsverhoudingen tussen de zendende en ontvangende landen en de bijbehorende ethische vraagstukken.
Conclusie uit dit alles: Vlaanderen heeft de morele en politieke verantwoordelijkheid om in het belang van het kind met onmiddellijke ingang een definitief verbod op interlandelijke adoptie in te voeren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier