Sven Mary wil ook KU Leuven juridisch aansprakelijk stellen in zaak-Reuzegom

SVEN MARY: 'Als de verdachten achttien allochtonen waren geweest, was het land te klein geweest.' © Debby Termonia

De raadkamer beslist volgende week of achttien leden van de Leuvense studentenclub Reuzegom voor de correctionele rechtbank worden vervolgd voor de dood van Sanda Dia. Sven Mary verdedigt de nabestaanden. ‘Ik kan alleen zeggen dat de rangen ongelooflijk worden gesloten.’

Sven Mary is net terug uit Almeria, maar zijn vakantie was er niet echt een van complete rust. Elke ochtend werkte hij in Spanje aan het dossier van Reuzegom. De zaak laat hem niet los. Daarvoor zijn de feiten te gruwelijk: Sanda Dia werd dronken gevoerd met grote hoeveelheden gin en bier, moest aal en goudvissen slikken, zat urenlang halfnaakt bij vrieskou in een put met ijskoud water, kreeg urine en fecaliën over zich, werd gedwongen visolie te drinken… tot de dood er op volgde.

Hoe is de familie van Sanda Dia bij u terechtgekomen?

Sven Mary: Na de publicatie van de reconstructie van de doop in Het Nieuwsblad. De familie had Elisa Van Bocxlaer als advocaat. Zij werkte enkele jaren bij mij op kantoor. Toen de zaak na dat artikel zowat ontplofte, kreeg ze plots te maken met een batterij zogenaamde toppleiters en vroeg ze mij om mee te werken. Ik schrik niet snel, want ik heb de voorbije 25 jaar heel wat smeerlapperij en gortigheden zien passeren. Maar dit was anders, omdat het geweld op die schachten zo gratuit was. Walgelijk.

Als ik zie hoe de verdachten met fluwelen handschoenen zijn behandeld, borrelt de gedachte weleens op van een ons-kent-onsmentaliteit.

Bent u als student gedoopt?

Mary: Zowel bij de faculteitsclub VRG aan de VUB als bij de Geuzenclub van Vlaams-Brabant. Die regionale club had een steviger doopritueel. Ik moest in mijn blote piemel in de cafés in Asse bier ronddelen en werd dus flink belachelijk gemaakt, maar op een plezante manier. Op geen enkel moment was het vernederend of waren er beestigheden. Bij de doop van Reuzegom, daarentegen, was er sprake van een ongelooflijke escalatie van geweld. Bovendien moet je een onderscheid maken tussen de feiten voor, tijdens en ook na de doop.

Zoals het uitwissen van bijna alle sporen door de verdachten?

Mary: Dat is nog het meest choquerende. Meteen na de dood van Sanda hebben ze zijn kot blijkbaar op een zeer klinische manier schoongemaakt en probeerden ze alle onderlinge communicatie te vernietigen. Dat doet mij denken aan bendevorming. Wat zij deden, is net hetzelfde als wat een drugsbende zou doen.

Het valt op dat het jonge, hoogopgeleide jongelui zijn…

Mary: …en goed opgevoed, mag ik hopen, met intelligente ouders en deel van de zogenaamde hogere sociale klasse.

Het contrast met de afkomst van Sanda Dia is groot. Weet u waarom hij lid was van Reuzegom?

Mary: Omdat hij dacht zo de sociale ladder te kunnen beklimmen. Hij zag die studentenclub als een netwerk waarmee hij na zijn studie zijn voordeel zou kunnen doen.

Wat voor iemand was hij?

Mary: In een assisenzaak zijn er altijd moraliteitsgetuigen die iets negatiefs komen vertellen over de dode. Vraag aan tien mensen wat ze van mij denken en acht zullen misschien antwoorden dat ze mij geen fijn mens vinden. (grijnzend) Bij de meeste andere mensen is de verhouding andersom. Sanda was derdejaarsstudent burgerlijk ingenieur en zéér geliefd bij zijn jaargenoten, vrienden en familie. Ik heb nog niemand een onvertogen woord over hem horen vertellen. Dat maak je niet vaak mee. Zijn vader was vanuit Mauritanië naar hier gevlucht en perfect geïntegreerd. Hij werkt als arbeider bij DAF en deed alles om zijn zoon te laten studeren en hogerop te helpen. Ik vermoed dat Sanda opkeek naar dat ‘betere’ milieu.

Wilde hij daarom meedoen aan die doop?

Mary: Sanda heeft ‘vrijwillig’ meegewerkt en zogezegd niet geprotesteerd tegen wat men hem dwong te doen. Ik denk dat de advocaten van de verdachten die vrijwilligheid zullen gebruiken om verzachtende omstandigheden te pleiten. Vergelijk het met de zaak van de Mechelse SM-rechter. Zijn echtgenote getuigde dat ze geslagen wilde worden omdat de pijn haar seksueel opwond. Dat was ook een voorbeeld van vrijwillige medewerking.

Sanda Dia heeft wellicht niet gevraagd om mishandeld te worden?

Mary: Nee, maar het gaat om de evolutie van de gebeurtenissen. Het begon met het belachelijk maken van een schacht. Daarna kwamen de vernederingen, het toedienen van gevaarlijke stoffen, het geweld en volgens mij de ontmenselijking van Sanda, ook al is die laatste kwalificatie vandaag niet behouden in de vordering van het parket. Er is wel sprake van onterende behandeling.

Wat is onterende behandeling?

Mary: Als je op iemand plast of kakt en hem sperma doet opdrinken, is dat oneerbaar. Er zijn foto’s waarop te zien is hoe een glas bier over de blote rug van een schacht wordt gegoten en via de reet in de mond van een andere schacht verdwijnt. Was Sanda nog wel in staat om zijn wil kenbaar te maken of om zijn vrijwillige medewerking te weigeren?

Misschien zullen sommige verdachten schuldig pleiten en opschorting van straf vragen, omdat een straf hun veelbelovende toekomst zou fnuiken.

De ergste feiten gebeurden tijdens de tweede dag van de doop. Toen is er blijkbaar geen alcohol gedronken.

Mary: Nee, maar de dag daarvoor moesten de schachten wel anderhalve liter gin drinken tijdens een cantus. Nadien werden de kraantjes in hun kot afgeplakt om te verhinderen dat ze water zouden drinken, waardoor ze een beetje bij hun zinnen hadden kunnen komen. Ze wilden de schachten zo lang mogelijk dronken houden voor die tweede dag.

Volgens u was Sanda Dia die tweede dag fysiek niet meer in staat om zich te verzetten tegen de dopers?

Mary: Dat zou ik graag aan de wetsdokter willen vragen. Ik voorspel nu al dat de advocaten van de verdachten met argumenten zullen afkomen om dat te verhinderen. Vergeet niet dat de studenten vertegenwoordigd worden door de fine fleur van de strafpleiters. Ze zijn er allemaal: Hans Rieder, Walter Damen, Johan Platteau, Jorgen van Laer, Frederic Thiebaut, Jan De Man, John Maes, enzovoort.

Alleen Jef Vermassen ontbreekt.

Mary: (lacht) Het is vooral een Antwerps onderonsje. Kris Luyckx verdedigt de twee andere studenten die samen met Sanda werden gedoopt en volgens mij aan de dood zijn ontsnapt.

Dat worden uw kroongetuigen?

Mary: Zij zouden inderdaad het meeste kunnen vertellen over wat tijdens die doop is gebeurd, wie de leiding had, wat ze precies moesten doen, hoe dat verliep, hoe ze als schachten reageerden, wanneer het onomkeerbaar mis begon te lopen met Sanda en wat er daarna gebeurd is of net niet gebeurd is. Misschien hadden die andere slachtoffers ook een deel van de feiten kunnen voorkomen?

Staan die twee schachten nu onder druk van hun verdachte vrienden en hun advocaten om hun verklaringen aan te passen?

Mary: (lange stilte) Ik kan alleen zeggen dat de rangen ongelooflijk worden gesloten.

Het zou wel eens een erg grimmig proces kunnen worden.

Mary: Alles wat er al over gezegd en geschreven is, zal gebruikt én misbruikt worden. Het zal klachten regenen over de schending van het geheim van het onderzoek, over ’trial by media’.

Voor u is er geen sprake van ’trial by media’?

Mary: Belgische rechters zijn onafhankelijk en wijs genoeg om zich niet te laten beïnvloeden door wat kranten schrijven of wat een columnist denkt of wat in een open brief staat of wat advocaten in de media verklaren. KU Leuven-rector Luc Sels hoeft zich daarover geen zorgen te maken. Misschien wel over de morele verantwoordelijkheid van zijn instelling bij de dood van een van haar studenten.

Uw confrater Walter Damen vindt dat het proces voor de rechtbank en niet in de media moet worden gevoerd.

Mary: Dat is vaak het standpunt van een advocaat die een verdachte verdedigt en dat standpunt wordt soms compleet omgekeerd als diezelfde advocaat een slachtoffer verdedigt. (lacht) Ik weet dat sommige advocaten mij ervan verdenken dat ik die reconstructie in de media heb laten uitlekken, maar op dat ogenblik was ik nog niet eens advocaat van vader Dia. Een van mijn tegenstrevers heeft al een klacht ingediend bij de stafhouder omdat ik de waardigheid van de toga niet respecteer. Die confrater verwijst daarbij naar een krantenkop die mij woorden in de mond legt. Tja. Er zijn anderen die duidelijk belang hebben bij het uitlekken van al die details.

Wie?

Mary: Anderen. Ik heb dat alvast niet nodig om een sterk dossier voor de rechtbank op te bouwen, maar ik begrijp het misnoegen dat al die gruwelijke details anderhalf jaar verborgen bleven voor het publiek. Dit dossier zat blijkbaar onder embargo, want er is heel weinig over geschreven voor dat lek. Dat stoort veel mensen. Nu staan zwaaien met een zogenaamde schending van de rechten van de verdediging vind ik nogal gemakkelijk. Als de verdachten achttien jonge allochtonen waren geweest bij een duiveluitdrijving in een obscure moskee, dan was het land te klein geweest. De kranten hadden wekenlang vol gestaan vanaf dag één en níét bijna twee jaar na de feiten.

Sven Mary: 'Tijdens mijn doop moest ik in mijn blote piemel in cafés bier ronddelen. Ik werd flink belachelijk gemaakt, maar geen enkel moment was het vernederend.'
Sven Mary: ‘Tijdens mijn doop moest ik in mijn blote piemel in cafés bier ronddelen. Ik werd flink belachelijk gemaakt, maar geen enkel moment was het vernederend.’© Debby Termonia

Welke indruk geeft de vader van Sanda Dia u?

Mary: Hij is een integer man die probeert te begrijpen wat zijn zoon is overkomen. Hij had zijn vertrouwen gegeven aan de universiteit door zijn zoon daar te laten studeren. ‘Het enige wat ik terugkreeg, is een dode zoon’, zei hij. Die zin ging bij mij door merg en been. De rol die de KU Leuven en rector Luc Sels vandaag spelen, zit hem ongelooflijk dwars. Hij begrijpt niet waarom rector Sels zijn handen in onschuld blijft wassen. En hij stelt zich terecht de vraag: wat als mijn zoon niet Sanda Dia, maar Jan Peeters had geheten en hooggeplaatste vrienden had? Had de universiteit dan andere beslissingen of andere standpunten ingenomen?

De KU Leuven zegt dat ze, hoewel de feiten nu bekend zijn, niet tussenbeide kan komen om te vermijden dat de studenten geen fair proces zouden krijgen.

Mary: Maar natúúrlijk krijgen de achttien verdachten een fair proces, meer dan een fair proces zelfs. Zeker zij.

Heeft rector Sels dan geen punt dat de universiteit niet met nieuwe sancties kan komen zolang de strafzaak loopt?

Mary: De KU Leuven kan nu geen nieuwe sancties meer opleggen, want er zijn al tuchtstraffen gegeven en volgens dat tuchtrecht kun je geen twee keer gestraft worden voor dezelfde feiten. Maar de rector had zich ook van bij het begin kunnen houden aan het vermoeden van onschuld.

En dus helemaal géén tuchtsanctie opleggen?

Mary: De universiteit had een voorlopige maatregel kunnen opleggen en zich daarnaast burgerlijke partij kunnen stellen in de strafzaak. Ze kan dat nog altijd doen. Het zou een sterk signaal zijn, ook naar de familie van Sanda Dia, als blijk van medeleven.

Waren de tuchtsancties van de universiteit – een werkstraf en een verhandeling schrijven – te licht?

Mary: Ik zou die verhandelingen graag lezen, maar ze zitten niet in het strafdossier. We hebben ze opgevraagd als bijkomende onderzoeksdaad, maar dat is geweigerd. De onderzoeksrechter heeft beslist dat die teksten niets bijdragen aan de waarheid over de feiten. Mijn collega Van Bocxlaer heeft ook een reconstructie van de feiten gevraagd, maar ook dat is vooralsnog geweigerd omdat er al een omstandig proces-verbaal is.

Is dat niet merkwaardig, geen reconstructie in een belangrijke zaak met een dode?

Mary: (afgemeten) Dat zegt u, niet ik. Bij een reconstructie word je geconfronteerd met wat je hebt gedaan, maar in een totaal andere context dan op het moment van de feiten. Er worden poppen gebruikt die het slachtoffer moeten voorstellen, enzovoort. Plas als verdachte in nuchtere toestand maar eens op zo’n pop terwijl de onderzoeksrechter en de speurders toekijken.

Bent u van plan om de KU Leuven mee aansprakelijk te stellen tijdens het proces?

Mary: Simon Mignolet, doelman van Club Brugge, kreeg tijdens een match op Anderlecht een voetzoeker tegen zijn hoofd. Anderlecht is daar toen als club voor gestraft. Het was nochtans niet Marc Coucke die de voetzoeker had gegooid. De club was verantwoordelijk voor wat in zijn stadion gebeurde. Anderlecht heeft zich toen terecht burgerlijke partij gesteld tegen de man die de voetzoeker had gegooid. Misschien is er enige analogie met Reuzegom en de KU Leuven? We onderzoeken of er een juridische grond bestaat om de universiteit mee verantwoordelijk te stellen. Er zijn voldoende precedenten.

Rector Sels beklemtoonde dat Reuzegom niets met de KU Leuven te maken heeft.

Mary: Als Reuzegom niets met zijn universiteit te maken heeft, waarom kregen die studenten dan toch een tuchtsanctie? Dat lijkt me nogal contradictorisch. Hoe dan ook, ik vrees dat er andere belangen spelen.

U vermoedt een soort samenzwering?

Mary: U niet? Wie is de advocaat van de KU Leuven? Frank Verbruggen. Die is verbonden aan het Instituut voor Strafrecht van de KU Leuven. Fabienne Naeckaerts, de moeder van een van de verdachten, is docent strafrecht aan de KU Leuven en magistraat in Antwerpen. En dan is er nog professor Johan Meeusen. Die doceert aan de UA Europees recht en onderhoudt nauwe contacten met zijn collega’s van de KU Leuven. Hij is ook de vader van de zoon van de Antwerpse gouverneur Cathy Berx. Die zoon was lid van Reuzegom, maar nam niet deel aan de doop en is voor alle duidelijkheid ook niet in verdenking gesteld. Vergeef mij dat bij mij weleens de gedachte opborrelt van een ons-kent-onsmentaliteit als ik zie hoe de verdachten tot nu toe met fluwelen handschoenen zijn behandeld.

Reuzegom is in 1946 opgericht door onder anderen wijlen Hugo Schiltz. Ik denk niet dat hij toen op medestudenten plaste.

Drie Brusselse allochtone jongeren die rel schopten op het strand van Blankenberge moesten in zwembroek de nacht in de cel doorbrengen en werden aangehouden voor onder meer het gooien met een strandparasol. De achttien verdachten van de dood van Sanda Dia konden na hun ondervraging meteen naar huis. Bedoelt u dat met fluwelen handschoenen?

Mary: Misschien spelen afkomst en sociale achtergrond van de jongeren een rol. Zelf beschouwden de studenten zich zeker als een deel van de elite. Ze waren trots op dat etiket, terwijl ik dat zum Kotzen vind. Na Blankenberge stonden ministers Pieter De Crem en Zuhal Demir meteen klaar met stoere verklaringen over nultolerantie en een ultraharde aanpak van die allochtone jongeren. Hebt u hen gehoord over de affaire-Reuzegom? Ik niet.

De Reuzegomleden zijn niet meteen na de feiten, zoals de relschoppers van Blankenberge, voor de onderzoeksrechter geleid. Is het dan niet normaal dat ze ook niet meteen werden gearresteerd?

Mary: Dat is inderdaad pas veel later gebeurd. (sarcastisch) Maar de dood van Sanda was dan ook maar een ‘accident de parcours’. Het was de fout van een ongeluk, het noodlot. Maar ik wil toch eventjes de puntjes op de i zetten: de speurders van Turnhout hebben zéér goed werk geleverd. Ze zijn er zelfs in geslaagd om een deel van de gewiste sporen te recupereren. Vrij snel bleek dat de communicatie in de WhatsApp-groep van de Reuzegommers was gewist en dat de verklaringen tussen hun eerste en tweede verhoor grondig werden aangepast en blijkbaar op elkaar afgestemd.

Hebben sommige verdachten tijdens hun eerste verhoor dan gewoon gelogen?

Mary: Misschien was hun geheugen wat selectief.

Of waren ze goed geïnstrueerd door hun advocaten?

Mary: Ze waren inderdaad snel goed omringd met advocaten. Héél snel zelfs.

Die studenten gingen minutieus te werk om alle sporen te wissen. Wat zegt dat over hen?

Mary: (droog) Dat de emotie heel erg snel plaats moest ruimen voor de ratio. Als je vooral bezig bent met het zoeken van oplossingen zodat jou geen schuld treft, is er volgens mij ook geen echt schuldinzicht.

De vordering van het parket spreekt niet van doodslag, maar van onopzettelijke doding. Bent u het daar mee eens?

Mary: Voorlopig wel. In het dossier zie ik vandaag geen enkel argument waaruit blijkt dat het om moord zou gaan. Er was geen intentie om Sanda te doden. Er zijn wel andere zaken, zoals het toedienen van schadelijke stoffen, schuldig verzuim om hulp te bieden aan iemand in nood en die onterende handelingen. Ik wil nog verder onderzoeken of we hier niet te maken hadden met ontmenselijking of zelfs foltering. Die kwalificaties zijn nu niet behouden door het parket. Indien dat wel gebeurt, dan kunnen de straffen oplopen tot 28 jaar cel. Het is geen assisenzaak, maar ik hoop wel dat de correctionele zaak niet op één zitting wordt afgewerkt en dat wij getuigen, speurders en experts kunnen oproepen.

Na Blankenberge eisten De Crem en Demir een harde aanpak van allochtone jongeren. Hebt u hen gehoord over Reuzegom? Ik niet.

De raadkamer moet nog beslissen of er een proces komt. Bestaat de kans dat er helemaal geen proces komt?

Mary: Dat kan juridisch. Er is nog van alles mogelijk. Misschien zullen sommige verdachten schuldig pleiten en tegelijk opschorting van straf vragen, met als argument dat ze jong waren, dat ze geen strafblad hebben en dat een straf hun veelbelovende toekomst zou fnuiken. Bij opschorting van straf word je wel schuldig verklaard, maar heb je geen strafblad én de zaak wordt achter gesloten deuren behandeld.

Hebben we te maken van klassenjustitie?

Mary: Daarover kun je alleen uitspraken doen aan het einde van de rit.

Hoe belangrijk is het om een toppleiter als advocaat te hebben?

Mary: Mijn tegenstrevers zijn stuk voor stuk zeer onderlegde juristen. Ze hebben de gave van het woord en weten verdomd goed hoe ze de media kunnen bespelen. Maar tegenwoordig moet alles top zijn: topdokters, topadvocaten, topjournalisten, topspeurders, topambtenaren, toppolitici. We doen onszelf als advocaat soms oneer aan door wat te veel show te geven, terwijl we wel degelijk een belangrijke rol horen te spelen in onze democratie.

U verwacht blijkbaar dat de Reuzegommers en hun advocaten er alles aan zullen doen om helemaal geen straf te krijgen?

Mary: Enerzijds heb je een vader die zijn zoon kwijt is. Voor altijd. Anderzijds heb je de ouders van de verdachten, mensen die het wellicht goed menen. Hún kind wordt nu voor de leeuwen gegooid. Denkt u dat die ouders rationeel nadenken over een passende straf voor hun zoon? Nee, want alles wat met je eigen kind te maken heeft, is pure emotie. Ik heb me al honderd keer de vraag gesteld: hoe zou ik reageren? Ik durf niet te beweren dat ik ook niet álles zou doen om mijn kind maximaal te verdedigen en te beschermen. Maar dat is uiteraard gemakkelijker als je daar als ouder de middelen en de relaties voor hebt.

Zou een straf niet louterend werken?

Mary: Een straf moet tegelijk opvoedkundig en repressief zijn, maar ook rekening houden met zowel het verleden als de toekomst van de gestrafte. Dat is een lastig evenwicht. Ik heb voor assisen ook slachtoffers en nabestaanden verdedigd. Vaak willen die mensen de zwaarst mogelijke straf, omdat dat hun leed zou verzachten. Ik begrijp dat, maar die verzachting is doorgaans van zeer korte duur.

Hebben de verdachten ooit contact gezocht met de familie Dia?

Mary: Er zijn blijkbaar een paar brieven gestuurd.

Bleek daar schuldgevoel uit?

Mary: (aarzelend) Het was meer een betuiging van medeleven.

Reuzegom is opgedoekt. Is een verbod van zulke studentenclubs de oplossing?

Mary: Dopen horen bij het studentikoze universiteitsleven. Niemand vraagt toch dat clubleden zich tijdens een doop als beesten gedragen? De excessen van Reuzegom hebben totaal niets met het studentikoze leven te maken.

Er was blijkbaar een officieel doopcharter van de universiteit nodig om te vermijden dat schachten als beesten worden behandeld. Reuzegom had dat charter niet ondertekend.

Mary: Reuzegom is in 1946 opgericht door onder anderen wijlen Hugo Schiltz. Ik denk niet dat hij toen op medestudenten plaste. De vader van een van schachten bij de Reuzegom-doop is advocaat Johan Denil. Hij zei in een krant: ‘Als ouder kun je moeilijk vatten dat de grens van het “normale” tijdens zo’n doop zo wordt verlegd dat het “abnormale” de regel wordt.’ Dat is de spijker op de kop. Ik hoop dan ook dat ik tijdens het proces van die schachten van Reuzegom het volledige verhaal zal horen. Zij hebben veel geluk gehad, want zij hebben het overleefd.

Waarom wilt u per se de ledenlijsten van Reuzegom van de laatste twintig jaar?

Mary: Ik wil graag weten wie daar allemaal lid van is geweest. We krijgen nu materiaal en informatie en anonieme tips uit verschillende hoeken en dat proberen we allemaal te dubbelchecken. Ik ga niemand met de vinger wijzen, maar ik wil wel dat milieu en netwerk in kaart brengen.

U verdedigt doorgaans daders van zware feiten, waarom nu toch een slachtoffer?

Mary: Hola, in de 71 assisenzaken die ik heb gepleit was ik 34 keer advocaat van de burgerlijke partij, slachtoffers en nabestaanden. Ik verdedig zelfs vaak slachtoffers. Die foute indruk ontstaat misschien omdat ik ook Salah Abdeslam verdedig als verdachte van de aanslagen in Parijs en Brussel. Daders verdedigen valt blijkbaar meer op.

Als een van de verdachten van Reuzegom u eerder had gevraagd als advocaat, dan had u ook hem verdedigd?

Mary: Natuurlijk. Waarom niet? Maar ik ben geen topadvocaat, dus ze hebben het niet gevraagd. (lacht)

Sven Mary

– Geboren in 1971 in Ukkel

– 1997: licentiaat in de rechten (VUB)

– Trad op als advocaat in 71 assisenzaken

– Strafpleiter in spraakmakende dossiers zoals de Kasteelmoord en de Aquino’s. Hij is ook de Belgische advocaat van Salah Abdeslam die onder meer verdacht wordt van de terroristische aanslagen in Parijs.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content