Sven Mary: ‘Misschien is het tijd voor iets anders’

Na de zaak-Fortis is zijn degout zo groot dat hij is gaan dromen van een heuvel in Toscane. ‘Soms heb ik het gevoel dat ik het allemaal al gezien heb’, zegt strafpleiter Sven Mary.

Velen begrijpen niet dat u bereid bent om de zwaarste misdadigers te verdedigen.

Sven Mary: Ze denken dan automatisch dat ik het eens ben met de daden van die criminelen. Onlangs heb ik nog bakken vol kritiek gekregen omdat ik een lid van een Brusselse stadsbende in een moordzaak verdedigde. Op de blogs van populaire, vooral Franstalige kranten werden heel laatdunkende en zelfs bedreigende berichten aan mijn adres gepost. Je houdt niet voor mogelijk wat ze mijn dochters allemaal toewensen op die sites. Tot groepsverkrachtingen en een heroïneverslaving toe. Onbegrijpelijk dat kranten dat soort praat niet van hun website bannen.

Is het ondertussen een goede zaak dat de nieuwe regering gevangenissen wil bijbouwen? Mary: Uit allerlei studies blijkt dat bijkomende gevangenissen potentiële daders niet afschrikken en niet zorgen voor minder recidive. Zouden die ministers zich niet generen nu er zo kort nadat ze hun regeerakkoord hebben afgewerkt zo’n drama is gebeurd in Luik? Want het komt altijd op hetzelfde neer: ze lopen achter de waan van de dag aan. Op basis van het geïsoleerde geval van een absolute gek begint iedereen nu bijvoorbeeld te schieten op de voorwaardelijke invrijheidstelling.

Ondertussen blijft justitie met geldgebrek kampen. Wat zijn in uw ogen de grootste noden?

Mary: Vandaag wordt er te weinig rekening mee gehouden dat gedetineerden uiteindelijk weer vrijkomen. Dan staat zo iemand daar plots, op de stoep van de gevangenis. Geen adres en geen cent op zak. Dus gaat hij naar de GB en hij steelt daar een appel en een brood. Want hij heeft honger. Werk vindt hij niet. Zelfs om flessen te rangschikken in de supermarkt mag je tegenwoordig geen strafblad hebben. Zo’n strafblad is in de praktijk een bijkomende straf met heel grote consequenties, en dat is niet meer van deze tijd.

Welke zaak van het afgelopen jaar zal u het meest bijblijven?

Mary: De zaak-Fortis, ongetwijfeld. Ik verdedigde Mireille Salmon, de rechter bij het Brusselse hof van beroep die eind 2008 bij het Fortisarrest betrokken was en werd beschuldigd van valsheid in geschrifte. Natuurlijk ben ik heel blij dat het hof uiteindelijk de enige juiste beslissing heeft genomen door mijn cliënte vrij te spreken en haar collega Christine Schurmans te veroordelen wegens schending van het beroepsgeheim. Maar het blijft wel de meest perverse zaak waarmee ik ooit in aanraking ben gekomen.

Waarom?

Mary: Omdat de politiek zich verregaand in dit dossier heeft gemengd. Onvoorstelbaar. Wat er ook in het arrest van het Gentse hof van beroep staat. We weten nu dat het geheim van het onderzoek manifest is geschonden door mevrouw Schurmans, en ik ben ervan overtuigd dat allerlei politieke tentakels daarna hebben geprobeerd om de rechterlijke macht hun wil op te leggen. Ze hebben ook alles gedaan om te vermijden dat er een sereen proces kon worden gevoerd over de rol die verschillende magistraten in de zaak hebben gespeeld. Alle middelen waren goed, zelfs het intimideren van advocaten. Montesquieu zou zich omdraaien in zijn graf.

Die zaak heeft u persoonlijk geraakt?

Mary: Ik heb het leed van mijn cliënte zo met me meegedragen dat het op den duur een fysieke en psychische uitputtingsslag werd. Sindsdien vraag ik me soms af om het geen tijd wordt om iets anders te gaan doen. Ik zou graag pleiten voor het Internationaal Strafhof in Den Haag. (APE)

Partner Content