Suiker, vet, E-nummers … Maar wat met de risico’s die niet op het voedingsetiket staan?

© getty
Trui Engels
Trui Engels Journalist Knack

Wie liever geen E-nummers op zijn bord heeft of wil minderen met suiker of vet, krijgt op het voedingsetiket van een product enige aanwijzingen van wat hij aanschaft. Toch zijn er ook zaken die minder duidelijk zijn wanneer je hoogbewerkte industriële voeding koopt.

Toen de Britse onderzoeksjournaliste Joanna Blythman voor haar boek “‘Slik je dat?” de waarheid achter het etiket van voedingsproducten trachtte te achterhalen, stootte ze op een muur van geheimzinnigheid. Zo raakte ze enkel met een vals identiteitsbewijs binnen op de jaarlijkse beurs “Food Ingredients Europe”, een platform voor voedingsingrediënten. Ze ontdekte er onder meer dat de houdbaarheid van voorgesneden fruit en sla in zakjes met 21 dagen verlengd kon worden door ze door een vloeistof te halen. Alleen kon de verkoper van die vloeistof haar niet vertellen wat er precies in zat. De vloeistof gold als een “technische hulpstof” en hoefde dus niet op het etiket te staan. Heeft de consument dan geen recht om te weten dat zijn ‘verse’ vruchtensalade al weken oud is, vroeg Blythman zich af.

We weten als consument vaak niet wat er allemaal wordt toegevoegd aan industriële voeding, en ook de productieprocessen en hun mogelijke risico’s zijn niet altijd even duidelijk. Wat weten we?

1. Transvetten

Sinds de jaren 90 kennen we de gevaren van geharde meervoudig onverzadigde olies, die gehydrogeneerd zijn, oftewel transvetten. Hydrogenatie is een drastisch chemisch procedé om nieuwe, sterke chemische verbindingen te vormen die zeer moeilijk afbreekbaar zijn door hitte en dus minder snel bederven. Transvetten zijn nog slechter voor de gezondheid dan verzadigd vet. Ze vergroten het risico op hartziekten, beroertes en diabetes type 2. Maar het is wettelijk niet verplicht om de hoeveelheid transvetten op een voedingsetiket te vermelden. De Belgische voedingsindustrie elimineerde de transvetten alvast uit haar producten, maar in Europa geldt nog steeds geen verbod, waardoor ze in crackers, chips, koekjes, gebak en diepvriespizza’s blijven opduiken, ondanks dat deskundigen het erover eens zijn dat er voor transvetten gewoon geen veilige ondergrens bestaat. Wil je zo weinig mogelijk transvetten binnenkrijgen? Laat producten met termen zoals ‘gedeeltelijk gehard vet’, ‘gedeeltelijk geharde olie’ of ‘gehydrogeneerd vet’ in de rekken staan.

2. Geraffineerde palmolie

De raffinage van plantaardige olies, en dan vooral van palmolie, met als doel om het eindproduct de gewenste kleur, geur, smaak en bewaartijd te bezorgen, is eveneens problematisch. Daarbij ontstaat 3-MCPD, die in verband is gebracht met onvruchtbaarheid. Ook vetzuuresters van glycidol, genotoxische en kankerverwekkende stoffen, worden gevormd door de raffinage van palmolie en andere oliën. Uit een onderzoek van consumentenorganisatie Test-Aankoop bleek dat 25 soorten chocopasta uit de supermarkt zulke toxische stoffen bevatten. Het gehalte 3-MCPD in een bepaalde hazelnootpasta was hoog genoeg om met amper één theelepel de maximumhoeveelheid die een kind van tien kilo elke dag mag innemen, net niet te overschrijden. De Europese Unie heeft een ‘aanvaardbare dagelijkse dosis’ voor 3-MCPD vastgesteld, maar voor glycidylesters is die veilige drempel nooit wetenschappelijk onderzocht, zegt Test-Aankoop. Vooral kinderen lopen daardoor een groter risico. De organisatie raadt aan om de allerkleinsten ander beleg te laten eten bij de boterham dan hazelnootpasta. Vermijd palmolie. Of maak je choco gewoon zelf.

3. Acrylamide

Sinds 2002 weten we ook dat acrylamide, een mogelijks kankerverwekkende stof, kan vrijkomen bij verhitting van koolhydraatrijke producten. Vooral frietjes, chips, koekjes en koffie bevatten een hoog gehalte aan acrylamide. Europa eist sinds 2018 dat voedingsbedrijven alles in het werk moeten stellen om te zorgen dat de acrylamidegehalten in de voedingsmiddelen die zij produceren lager zijn dan de bepaalde referentieniveaus. In 2020 nam het Belgische FAVV 258 stalen voor acrylamide, waarvan 12 niet-conform bleken. Wanneer het referentieniveau wordt overschreden is de producent verplicht om zijn productieproces te herbekijken. Maar niet alleen de voedingsindustrie is verantwoordelijk voor een acrylamiderijk dieet. Ook de thuiskok dient in eigen boezem te kijken. Als je thuis je toast te bruin bakt, komt het stofje vrij. Al is dat aandeel veel kleiner dan bij voedsel uit fabrieken.

4. PAK’s

Andere stoffen die vrijkomen tijdens verhittingsprocessen zoals roken, grillen, roosteren en frituren zijn polycyclische aromatische koolwaterstoffen (pak’s), die genotoxisch zijn en dus ons DNA kunnen beschadigen. Regelmatige consumptie van ultrabewerkte voedingsmiddelen kan een overdreven hoge inname van deze stoffen met zich meebrengen, zeker bij kleine kinderen.

5. Kwik in glucose-fructosestroop

In 2009 bleek uit een onderzoek dat glucose-fructosestroop, die in onnoemlijk veel ultrabewerkte voeding zit, kwik bevat. Vandaag krijgt Voedselwaakhond Foodwatch nog altijd meldingen van kwik in glucose-fructosestroop binnen. De suiker wordt gemaakt uit mais met behulp van een waterige oplossing van natriumhydroxide. Voor dat laatste wordt soms kwik gebruikt. Dat kwik komt af en toe ook terecht in de glucose-fructosestroop zelf en dus ook op je bord. De stroop vind je in snoep, frisdranken, saladedressings, fabrieksbrood en ingeblikt fruit. Als je deze producten regelmatig consumeert, kan dit zware metaal zich ophopen in je lichaam en voor gezondheidsproblemen zorgen. Lees dus goed de voedingsetiketten voor je iets koopt.

6. Onbedoelde fouten

En met al die productieprocessen kan er ook al eens iets onbedoeld mislopen, zoals onlangs ook bleek in de Ferrero-fabriek in Aarlen, waar 62 salmonella-infecties in België aan gelinkt zijn. Ook chocoladereus Barry Callebaut kampte recent met hetzelfde probleem. De industrie controleert grotendeels haar eigen hygiëne- en veiligheidsprocedures. Als het probleem in het productieproces te laat wordt ontdekt, kunnen duizenden producten al de hele wereld zijn rondgereisd, die moeten worden teruggeroepen. 

Uit gegevens van de FAVV blijkt dat er bijna geen week voorbij gaat zonder dat er een probleem wordt gemeld. Allergenen zijn de meest voorkomende reden voor consumentenwaarschuwingen. Omdat veel voedselfabrikanten de kosten zo laag mogelijk willen houden, maken ze met dezelfde apparatuur verschillende producten. Elk apparaat moet tussen verschillende partijen door grondig gereinigd worden. Op de verpakkingen lees je dan ‘kan sporen van noten bevatten’ of ‘geproduceerd in een fabriek die noten verwerkt’. Mensen met een notenallergie die deze boodschap op de verpakking missen, kunnen in extreme gevallen een ernstige, levensgevaarlijke anafylaxie gaan vertonen.

7. Verpakkingen, het stille gif?

Tot slot bestaat er over de verpakking zelf een groeiende bezorgdheid. Al de fabrieksvoeding die via je mond in je maag belandt, van belegde broodjes tot taart, salami, slaatjes en smoothies, heeft het grootste deel van zijn leven in nauw contact gestaan met chemicaliën uit verpakkingen. Het devies van voedselwaakhonden luidt: consumenten hoeven zich geen zorgen te maken over de aanwezigheid van chemicaliën mits ze binnen de beperkingen en grenzen blijven die voor hun gebruik zijn vastgesteld. Maar wat met het cocktaileffect? Tegenwoordig worden bij mensen zo’n zevenhonderd industriële chemicaliën aangetroffen die niet bij onze grootouders aanwezig waren. Hoeveel kan ons lichaam aan?

Bisfenol A, waaraan hormoonverstorende effecten toegeschreven worden, is een van de meest omstreden verpakkingschemicaliën. Het wordt gebruikt om de binnenkant van blikjes te bekleden en plastic maaltijdbakjes te maken. Er is vastgesteld dat die stoffen kunnen bijdragen tot obesitas en mogelijk ook tot de ontwikkeling van kanker, diabetes, ADHD, een vroeger begin van de puberteit bij meisjes en afname van de zaadkwaliteit bij mannen. Ook ftalaten, weekmakers die verwerkt worden in folies en verpakkingsmaterialen om ze zacht te houden, kunnen voeding contamineren. Studies tonen aan dat mensen die veel fabrieksvoeding eten hogere gehaltes aan ftalaten in de urine vertonen. De stoffen zijn in verband gebracht met vruchtbaarheidsproblemen en vroegtijdig overlijden, vooral door hartziekten, kanker, diabetes, obesitas.

De Europese Commissie heeft ondertussen in het kader van haar EU Green Deal voor een vervuilingsvrij Europa het grootste verbod ooit op schadelijke chemicaliën aangekondigd. Duizenden giftige stoffen, waaronder alle bisfenolen, zullen in de ban worden gedaan. Het is daarvoor echter nog wachten tot 2030.

Partner Content