Lies Corneillie (Groen)
‘Subsidies zijn essentieel om te vermijden dat jongerenpartijen naar de pijpen van moederpartijen dansen’
Gisteren raakte bekend dat de Vlaamse regering de subsidies voor de politieke jongerenorganisaties schrapt. 500.000 euro voor de 7 politieke jeugdverenigingen. ‘Onbegrijpelijk’, vindt Lies Corneillie van Groen.
6 jaar geleden wandelde ik voor het eerst het hoofdkwartier van Groen binnen. Tijdens de verkiezingen van 2009 en 2010, stemde ik 2x overtuigd Groen en was er een heel klein politiek vlammetje aangewakkerd. Maar nooit zou ik zelf aan politiek gaan doen of lid worden van een politieke partij. Ik ben immers opgevoed met het idee dat je ‘geen lid moet zijn van een partij’ om een impact te hebben op de maatschappij.
‘Subsidies zijn essentieel om te vermijden dat jongerenpartijen naar de pijpen van moederpartijen dansen’
In 2010 was ik al een tiental jaar actief in 6 verschillende jeugdorganisaties, werkte op de stedelijke jeugddienst, was lid van de Vlaamse jeugdraad, kortom: gebeten door jeugd- en kinderrechtenbeleid, maar hield me ver van al wat met ‘echte’ politiek te maken had. Tot ik bestaan van Jong Groen ontdekte: jeugdwerk, mijn vertrouwde habitat. Mijn lidkaart van Jong Groen was besteld, in september 2010 werd ik bestuurslid, het jaar erna ondervoorzitter. Via het jeugdwerk ontdekte ik wat politiek voor mij betekent, en wat ik politiek wil betekenen voor de maatschappij en hoe je jongeren kan betrekken bij politiek.
Luis in de pels
Een politieke jongerenorganisatie is een specifieke categorie binnen onze diverse jeugdwerksector. Ze horen dan wel bij een moederpartij, ze moeten een onafhankelijke werking kunnen garanderen. Zo is een lidkaart van Jong Groen nog geen lidkaart van Groen, en dat is voor vele jongeren een belangrijk onderscheid. Gisteren raakte bekend dat de Vlaamse regering de subsidies voor de politieke jongerenorganisaties schrapt. 500.000 euro voor de 7 politieke jeugdverenigingen. Zullen de organisaties stoppen met bestaan? Wellicht niet, de moederpartijen doen nu ook al een stevige duit in het zakje om de werking van hun jongerenorganisatie te garanderen.
Intern debat en inspiratie
Toch zijn de Vlaamse subsidies essentieel, ze zorgen er enerzijds voor dat alle jongerenorganisaties meer op gelijke voet staan, en anderzijds niet naar de pijpen van de moederpartij moeten dansen maar een onafhankelijke werking kunnen en moeten uitbouwen. Ze kunnen een luis in de pels zijn van de moederpartij. Kritische en onafhankelijke stemmen laten klinken binnen de partijgeledingen. Of innovatieve ideeën aanreiken.
Zo riepen we met ‘Sjerp zkt Groentje’ onze moederpartij op om jongeren aan zet te brengen tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2012, wat tot een sterke verjongde lijsten heeft geleid. Wij wakkerden met acties en een brief het intern debat over GAS aan op congressen en op de politieke raad, wat leidde tot officiële partijstandpunten. Met ons congres Stad 2030 verdiepten we ons in de toekomst van de steden, en inspireerden Groen voor haar verkiezingsprogramma.
‘Door het schrappen van middelen, maakt de minister de politieke jongerenverenigingen een pak minder onafhankelijk, duwt hij ze net in de logica van de partijpolitiek.’
Sinds de laatste decreetswijziging zijn alle politieke jongerenorganisaties gelijk voor de wet. Voorheen werden de politieke jongerenorganisaties namelijk verschillend behandeld: andere regels, andere financiering. Sinds enkele jaren scheert de Vlaamse overheid alle politieke jongerenorganisaties van klein tot groot eindelijk over de zelfde kam. We kregen een subsidiëring naar het geleverde werk en inzet. Een pak eerlijker en transparanter. En een belangrijk signaal om deze jeugdwerkvorm te erkennen binnen onze diverse jeugdsector. Die erkenning in het decreet op jeugd- en kinderrechtenbeleid onttrekt de politieke jongerenorganisaties van de partijpolitieke logica, van de ‘echte’ politiek. Door het schrappen van middelen, maakt de minister de politieke jongerenverenigingen een pak minder onafhankelijk, duwt hij ze net in de logica van de partijpolitiek.
Bij Jong Groen is mijn politiek engagement ontstaan, gegroeid en gerijpt. Samen met andere jong groenen, maar ook andere jeugdorganisaties, en collega’s van de andere politieke jongerenorganisaties (vorige zaterdag debatteerde ik nog met jong socialisten over armoedebeleid), heb ik ontdekt wat je kan bereiken door samen aan politiek te doen. En dat leer je niet door naar Villa Politica te kijken.
Kloof tussen de burger en de politiek
Jong Groen heeft sinds gisterenavond nieuwe voorzitters Belinda Torres-Leclercq en Stefanie De Bock. Aan hun vurig engagement en dat van de andere jongerenorganisaties zal het niet liggen, ze zullen blijven bestaan, ook al zet Gatz hen zonder alternatief in de kou. Het is toch ongelooflijk dat de Vlaamse regering deze beslissing neemt, net op het moment dat iedereen de mond vol heeft van de kloof tussen burger en politiek, over het belang van vorming over onze democratische waarden bij onze jongeren, en burgerschapseducatie wel het toverwoord lijkt voor alle wereldproblemen.
Net op dat moment bespaart de minister grofweg op een unieke jeugdwerkvorm, die al deze kwesties ter harte neemt. Op organisaties die de speeltuin zijn van onze democratie, labo voor maatschappelijk engagement en politiek talent. Is het een ideologische beslissing? Dan is het er één met een persvers effect. Is het een laffe besparing? Dan is het weer een bewijs dat deze minister niet voldoende kan wegen op de Vlaamse regering, niet in de bres kan springen voor een sector vol geëngageerde jongeren.
Het Schaduwparlement van Knack.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier