Studie KU Leuven: migratie komt overwegend negatief aan bod in de media
Onderzoek van de KU Leuven leert dat migratie overwegend negatief aan bod komt in de media. En dat de linkerzijde feller gepolariseerd is omdat ze zichzelf liever ziet.
Het Instituut voor Mediastudies van de KU Leuven analyseerde het publieke debat over migratie en vluchtelingen in Vlaanderen via gesprekken met experts en opiniemakers, experimenten en een media-doorlichting. Uit die analyse blijkt dat er grosso modo vier frames en vier counter frames bestaan over migratie en vluchtelingen. ‘Botsende beschavingen’, ‘De vijandige indringer’, ‘Controle’ en ‘Kosten en baten’ staan tegenover ‘Het onschuldige slachtoffer’, ‘Win-win’, ‘Panta rhei’ (‘alles stroomt’ in het Grieks) en ‘De Kloof’. ‘Het “Controle”-frame is dominant met een aandeel van 38 procent’, zegt hoogleraar journalistiek en communicatiemanagement Baldwin Van Gorp. ‘Het is een problematiserend frame dat migratie ziet als gevolg van een ongecontroleerde instroom van migranten. Daarna komen “Het onschuldige slachtoffer” (24 procent) en “De vijandige indringer” (10 procent).’
In amper 5 procent van de artikelen komen vluchtelingen en eerstegeneratiemigranten zelf aan het woord.
Media krijgen soms het verwijt te positief te schrijven over vluchtelingen en migratie. Blijkt dat ook uit uw doorlichting?
Baldwin Van Gorp: Nee. Ook de kranten die er het meest over schrijven, zoals De Morgen en De Standaard, doen dat voornamelijk in een negatief frame. Journalisten zijn misschien pro migratie, maar ze kunnen doorgaans ook zeer goed abstractie maken van hun eigen mening. En ze benaderen migratie politiek-economisch en dus door het ‘Controle’-frame.
Jullie raden aan om anders te communiceren over migratie. Hoe?
Van Gorp: Door aan te geven dat er veel verschillende en toch legitieme standpunten bestaan over migratie. Migratie ís nu eenmaal iets wat spanningen veroorzaakt. Wij pleiten vooral voor meer nuance. Laat bijvoorbeeld meer eerstegeneratiemigranten of vluchtelingen aan het woord. Dat gebeurt nu in amper 5 procent van de artikelen.
U onderzocht ook ‘affectieve polarisatie’ in het migratiedebat. Wat is dat?
Van Gorp: Wat je zag bij de bestorming van het Capitool in Washington of bij het Brusselse antipolitiegeweld: de ander wordt gehaat omdat hij of zij tot een andere groep behoort. Omdat het migratiedebat snel verzandt in geroep en agressie, schotelden we twee panels van telkens 1000 Vlamingen een fictieve Twitter-discussie voor, met de opdracht om zo te reageren dat de situatie zou afkoelen. De beste tactiek is eerst de ander, al was het maar in een half zinnetje, te erkennen in diens emotie, en daarna met een counter frame komen. Breng eerst begrip op voor iemands angst voor migratie, en zeg pas dan dat de meeste migranten ook gewoon hun best doen.
Opmerkelijk: affectieve polarisatie is groter bij mensen die pro migratie zijn. Is links onverdraagzamer?
Van Gorp: Nee. Wij meten affectieve polarisatie door de warme gevoelens tegenover de eigen groep te vergelijken met de koude gevoelens jegens de andere groep. Hoe warmer, hoe meer affectief gepolariseerd. Links komt op 67,45 ‘graden’ op een schaal van 100, rechts op 41,8. Dat komt omdat links veel meer warme gevoelens heeft voor de eigen groep dan rechts. Links heeft dus meer eigenliefde, en niet zozeer meer haat voor de ander.
Jullie waarschuwen dat de middengroep wordt verpletterd in het migratiedebat.
Van Gorp: Veel mensen durven niet meer deel te nemen omdat ze denken dat alleen uitgesproken meningen nog valabel zijn. Die tussengroep zijn de mensen die je kunt bereiken met een genuanceerd discours.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier